Het Openbaar Ministerie heeft 28 jaar cel en tbs met dwangverpleging geëist tegen Michael Panhuis voor het doden en verkrachten van Anne Faber. Moord is volgens het OM niet bewezen, omdat niet is vast te stellen dat Panhuis haar met voorbedachten rade heeft gedood. Wel heeft hij volgens de aanklagers geprobeerd de verkrachting te verhullen door haar te doden. Dit heet in juridische termen ‘gekwalificeerde doodslag’ en daar staat dezelfde maximale straf op als moord.
De aanklagers zeggen niet te kunnen bewijzen dat Panhuis de kliniek waar bij verbleef in de avond van 29 september heeft verlaten met het plan iemand te verkrachten en te vermoorden. Ook kan niet worden bewezen dat Panhuis de fietsende Faber doelbewust in het bos heeft opgewacht.
Verder kan het OM niet vaststellen wánneer Panhuis het besluit heeft genomen om Faber te doden, nadat hij haar onder bedreiging van een mes had gedwongen mee te gaan. Na de verkrachting knevelde hij haar en reed ruim een kwartier rond op zijn scooter totdat ze bij de vliegbasis Soesterberg aankwamen. Daar doodde hij haar, volgens hem in een opwelling toen ze om hulp schreeuwde.
Wel vindt het OM overtuigend bewezen dat hij Faber heeft omgebracht om te voorkomen dat hij later zou worden herkend. Hij had daarin “een zekere planmatigheid”.
De aanklagers namen stap voor stap de verklaringen van Panhuis door en de resultaten van de onderzoeken die hiernaar zijn gedaan. Het OM twijfelt aan zijn beweringen, omdat er tal van ongerijmdheden in zitten. Zo denkt het OM dat hij zelf zijn mobiele telefoon had uitgezet en die van Faber had kapotgemaakt om niet te kunnen worden getraceerd. Ook op andere manieren probeerde hij sporen uit te wissen of te voorkomen.
Anp
Lees ook: OM: ‘Moord met voorbedachten rade op Anne Faber kan niet worden bewezen’