Politieagenten die tijdens hun werk iemand ernstig verwonden of doden, zouden voortaan niet meer moeten worden vervolgd voor zware mishandeling of doodslag. Ze hebben een speciale positie nodig, omdat ze door hun functie in een gevaarlijke situatie terechtkomen en ingrijpen. Het Openbaar Ministerie (OM) en de rechter zouden alleen moeten beoordelen of de agent de geweldregels heeft geschonden, vindt de politie. Ook wil de politie een ‘blauwe kamer’, zoals de militaire raadkamer, die zich toelegt op strafzaken waarbij agenten zijn betrokken.
Nu worden agenten na een ernstig geweldsincident op dezelfde manier vervolgd als iedereen. “En dat terwijl er geen kwade intentie is. Integendeel, want de politieman of -vrouw grijpt in om anderen of zichzelf te beschermen”, stelt de Rotterdamse politiebaas Frank Paauw, die binnen de politie over de regels op dit vlak gaat. Voor de agent zijn de gevolgen enorm, emotioneel én maatschappelijk, hoe rechtmatig hij of zij ook heeft gehandeld. “Dat is oneerlijk en dat moet veranderen”, zegt Paauw.
In de huidige situatie kan bij een agent die goed heeft gehandeld, toch doodslag worden bewezen. Het slachtoffer is immers dood. En hoewel er bijna altijd ontslag van rechtsvervolging komt, krijgt de agent toch een aantekening op diens strafblad.
De politiebaas wijst op een jonge diender, die een man doodschoot en rechtmatig had opgetreden. Toch kon hij geen hypotheek afsluiten, omdat er lang onzekerheid was over zijn situatie. Het duurde 2,5 jaar voordat zijn zaak was afgewikkeld. Hij kan evenwel geen Verklaring omtrent het Gedrag (VOG) krijgen en kan ook zijn familie in de VS niet bezoeken, omdat hij ooit is vervolgd voor een levensdelict.
In de nieuwe situatie zou voor hem ‘vrijspraak van overtreding van de ambtsinstructie’ volgen. Paauw denkt niet dat de wijziging het wantrouwen tegen de politie voedt. “Het onderzoek blijft onafhankelijk, alleen de tenlastelegging verandert.”
Per jaar zet de politie ongeveer 12.000 keer geweld in. Het gros – licht geweld – wordt intern afgewikkeld en dat blijft zo. De rijksrecherche onderzoekt ongeveer dertig keer het gebruik van vuurwapens door de politie. Naar schatting komen jaarlijks vijf agenten voor de rechter wegens het gebruik van zwaar geweld.
Verder pleit Paauw voor een maximale termijn waarbinnen nabestaanden na een sepot toch vervolging kunnen afdwingen. Op deze zogeheten artikel 12-procedure zit nu “gek genoeg” geen beperking. Daardoor blijft de mogelijkheid tot vervolging oneindig boven een agent blijft hangen en kunnen de betrokkenen de kwestie niet afsluiten.
Anp