Zorgverzekeraars hebben in 2017 voor 27 miljoen euro aan zorgfraude vastgesteld. Dat is ruim 8 miljoen euro meer dan in 2016, blijkt uit de jaarlijkse controle- en fraudecijfers van Zorgverzekeraars Nederland (ZN).
De zorgverzekeraars hebben in 2017 in totaal 1146 fraudeonderzoeken afgerond. In 311 gevallen werd er fraude vastgesteld. Het gemiddeld onterecht gedeclareerd bedrag per vastgestelde fraude was 86.891 euro in 2017. In 2016 was dit 59.129 euro.
Zorgverzekeraars spreken van fraude als een regel is overtreden en sprake is van bewust of opzettelijk handelen waardoor er onterecht voordeel wordt behaald. In de meerderheid van de gevallen is er echter sprake van fouten door onbewust gedrag en dus niet van fraude. Vorig jaar hebben de verzekeraars voor 372 miljoen euro teruggevorderd door controle achteraf.
“Hoe accurater de declaraties van zorgaanbieders, hoe meer geld daadwerkelijk kan worden besteed aan zorg”, zegt algemeen directeur Petra van Holst van ZN. Patiënten kunnen daar volgens haar ook zelf een bijdrage aan leveren. “Neem contact op met je zorgverzekeraar als je twijfels hebt over een nota.”
Bijna driekwart van het in 2017 vastgestelde fraudebedrag is gepleegd door zorgaanbieders (77 procent). Bij verzekerden en PGB-budgethouders (12 procent) en derden, zoals niet-professionele PGB-zorgverleners, bemiddelingsbureaus en leveranciers van hulpmiddelen (5 procent) liggen de percentages aanzienlijk lager.
Van het totaal in 2017 vastgestelde fraudebedrag werd 34 procent, ruim negen miljoen euro, vastgesteld bij ‘Verblijf in een instelling’. Twaalf procent, ruim drie miljoen, betrof Thuiszorg (AWBZ ZiN).
Anp