Het OM heeft alles op alles gezet om het direct afluisteren van een journalist in het onderzoek naar de moord op Redouan B. “onder de pet” te houden. Het vernietigen van het afgeluisterde gesprek heeft tot “grote woede” geleid bij de rechter-commissaris, omdat daarmee mogelijk voor de verdachte ontlastende informatie voorgoed verloren is gegaan.
Dat zei advocaat Nico Meijering donderdag tijdens een inleidende zitting tegen de verdachte van de moord, de veertigjarige Shurandy S.
Redouan is de broer van kroongetuige Nabil B. Hij werd op 29 maart in Amsterdam-Noord geliquideerd, een week nadat bekend was geworden dat Nabil met justitie in zee is gegaan. De moord op Redouan is een wraakoefening, is de algemeen geldende opvatting.
De heikele kwestie van het afluisteren van de journalist kwam woensdag naar buiten en hangt als een donderwolk boven de strafzaak. Hij of zij sprak kort na de moord met een bron en werd met richtmicrofoons afgeluisterd. De identiteit van de journalist is niet bekend, die van zijn of haar bron evenmin. De inhoud van het gesprek is onbekend gebleven, omdat er volgens het OM is opgenomen en niet direct meegeluisterd.
Het OM zegt geen andere keuze te hebben gehad dan het gesprek te vernietigen, omdat het afluisteren in strijd was met de eigen, geldende richtlijn. Vernietigen was een verplichting, aldus de officier van justitie, om verdere schending van het verschoningsrecht te voorkomen. Zij noemde de opmerking van de rechter-commissaris over mogelijk ontlastende informatie “onbegrijpelijk”. Een verdere discussie over het incident is volgens het OM voor de strafzaak “volstrekt irrelevant”.
Anp
Lees ook: Openbaar Ministerie wéér in de fout met afluisteren journalist