Opinie

Nederlands Actieplan Open Overheid is een gemiste kans

06-08-2018 22:31

Open Government Partnership (OGP) is een organisatie van landen met het doel transparantie van de overheid te vergroten, de positie van burgers te versterken en nieuwe technologieën daarvoor in te zetten. Meer dan 70 landen hebben zich al aangesloten als lid van OGP. Als zij dat doen, dan moeten zij een tweejaarlijks actieplan opstellen waarin zij concrete en ambitieuze ‘actiepunten’ aangeven, die binnen de twee jaar worden afgerond. Bij het hele proces rond het actieplan moeten maatschappelijke organisaties en burgers actief betrokken worden.

OGP kent een degelijk rapportagesysteem, waarmee de betrouwbaarheid wordt gewaarborgd. Dat is geen internationale ranking, zoals andere organisaties die hanteren. Elk land presteert op zijn eigen niveau. Het gaat om fundamentele verandering van binnenuit, en die laat zich niet tot een simpele checklist reduceren. Het Independent Reporting Mechanism (IRM) laat jaarlijks onafhankelijk, evidence-based, onderzoek uitvoeren door de Independent Reseacher naar de stand van het actieplan. Burgers, maatschappelijke organisaties en wetenschappers dragen daaraan bij.

Sinds 2011 is Nederland aangesloten bij OGP. Minister Ollongren van BZK is verantwoordelijk hiervoor. Het eerste actieplan (2013-2014) bevatte zeer veel ongerichte, maar wel ambitieuze actiepunten. Uit de twee IRM rapporten hierover bleek dat deze erg vaag en onmeetbaar waren, dat voor een aantal actiepunten niets aantoonbaars was gebeurd en dat het overige niet veel zoden aan de dijk heeft gezet.

Het tweede Nederlandse actieplan, dat de periode van januari 2016 tot en met juni 2018 besloeg, had voornamelijk betrekking op open data. Voorbeelden zijn de Nationale Open data Agenda, de Stuiveling Open Data Award en ‘open spending detaildata’ bij gemeenten. De 9 actiepunten zijn volgens het IRM rapport dat in augustus 2018 verscheen intern gericht, niet meetbaar en beperkt van omvang. Het ambitieniveau laat daarom te wensen over.

Een merkwaardig probleem was ook dat een aantal actiepunten was overgelaten aan partijen die deze niet echt waar konden maken. Zo was er een actiepunt waarin de uitvoerende organisaties, de VNG, Open State Foundation en het ministerie, beloven dat alle gemeenten in juni 2018 de ‘standaard voor open raadsinformatie’ zouden hebben ingevoerd. Veel gemeenten wisten echter van niets. De uitvoerende organisaties hebben ook helemaal geen bevoegdheid om de naleving ervan af te dwingen. Op die manier was het behalen van dit actiepunt bij voorbaat al onmogelijk, hoewel er ondanks dat veel was bereikt met het project.

Met de input die de samenleving had gegeven voor het tweede actieplan, onder meer in het Manifest van een coalitie van organisaties “Onze Overheid, onze informatie” (pdf) was bijna niets gebeurd. Uit een enquête en interviews door IRM bleek ook dat de samenleving andere prioriteiten heeft dan de overheid. Over het algemeen zijn burgers meer geïnteresseerd in een open houding, integriteit, burgerparticipatie, relevante heldere informatie en openbaarheid van bestuur dan in nog meer open data.

Intussen hebben de uitvoerders van het actieplan niet stilgezeten: zij hebben allerlei activiteiten gedaan, waar belangstellenden op afkwamen, die echter niet in het actieplan voorkwamen. Er gebeurt dus best veel en de deelnemers zijn ook erg enthousiast. Alleen konden al deze activiteiten niet in het IRM-rapport worden opgenomen. Dat het derde plan wel kans van slagen krijgt, is dus vooral een kwestie van helder formuleren, alleen beloven wat je waar kunt maken en je er dan ook aan houden.

Een ander probleem is dat OGP op de rijksbegroting staat voor ​​€ 70.000, – per jaar. Dat lijkt heel wat, maar het bedrag is zo op. Het grootste deel van de uitvoering van het actieplan wordt gedaan door het LEOO, een onderdeel van het ministerie waar enthousiaste open overheidsspecialisten hun inzichten over open overheid delen met andere overheidsorganisaties. Dan blijft er niet veel over om de boer op te gaan om andere partijen enthousiast te maken en te vertellen over OGP. Bijna niemand buiten het betrokken circuit heeft namelijk hiervan gehoord en de mensen (ook ambtenaren) merken er weinig tot niets van. Dat is des te opvallender, nu er op het gebied van participatie en openheid steeds meer van de overheid wordt gevraagd. Meer middelen, meer coördinatie en meer steun vanuit de politiek en de ambtelijke top zijn dus dringend nodig om de Nederlandse ambities om een transparante, burgergerichte democratische rechtstaat te zijn waar te blijven maken.