De NRC van 3 september citeert een Heineken-woordvoerder: “Ongewenst gedrag ten opzichte van vrouwelijke barbezoekers in het algemeen en beer promoters in het bijzonder is een hardnekkig probleem. We zullen er alles aan blijven doen om een veilige werkomgeving voor de beer promoters te creëren.”
Tijdens mijn promotieonderzoek heb ik de problemen rondom de bierverkoopsters, de verantwoordelijkheden van de bierindustrie en de omgang met activisme onderzocht. De resultaten werden in 2013 gepubliceerd. Het onderzoek volgde nadat ik als werknemer bij Heineken tussen 2000 en 2008 betrokken was bij het opzetten van het bierpromotiebeleid, het uitvoeren van een programma voor de veiligheid en gezondheid van de verkoopsters en het wereldwijd boven tafel krijgen van het fenomeen ‘biermeisjes’. Het bleek niet genoeg: de aandacht voor het onderwerp en de verbeterinitiatieven groeiden en zakten naar gelang de externe druk toe- of afnam.
Maar anno 2018 reageert de woordvoerder van Heineken dus met de eeuwige slagzin: ‘We zullen er alles aan blijven doen’. Het alles vertaalt zich bij Heineken allereerst in het laten uitvoeren van een onderzoek door een externe partij om vervolgens de regels en het beleid waar nodig aan te scherpen en eventuele misstanden weg te nemen door te stoppen met de bierverkoop via vrouwen.
Maar natuurlijk is er maar één activist nodig, in mijn tijd was dat Prof. Ian Lubek, tegenwoordig is het onderzoeksjournalist Olivier van Beemen, om aan te tonen dat er ergens ter wereld Heineken-bierverkoopsters nog steeds blootgesteld worden aan seksuele intimidatie door klanten, bareigenaren of personeel van het bedrijf. Indertijd was het in Cambodia, het NRC-artikel rept nu over misstanden in Kenia en Nigeria.
Het reactieve beleid moet omgezet worden in een proactieve aanpak waarbij niet de belangen van het bedrijf voorop staan maar de lokale maatschappelijke ontwikkeling. Een verschuiving dus van het bedrijfscentrale stakeholderdenken naar de maatschappelijk-centrale gedeelde aanpak.
Dan wordt het bedrijf niet in een situatie van aanval-verdediging gedwongen maar kan het, in een multi-stakeholderplatform met alle betrokkenen (biermeisjes, activisten, constructieve NGOs, bedrijven, lokale overheden, etc.) zoeken naar een oplossingsgerichte aanpak. Dat verlegt de aandacht van de symptomen (seksueel geïntimideerde biermeisjes) naar de werkelijk onderliggende problematieken (waarschijnlijk gerelateerd aan armoede en man/vrouw-ongelijkheid). In een multi-stakeholderplatform wordt niet alleen gezamenlijk geïdentificeerd welke problematiek aangepakt dient te worden, maar ook welke maatschappelijke oplossingen er mogelijk zijn en welke stakeholder welke rol op zich kan nemen. Heineken wordt daarmee onderdeel van de lokale maatschappelijke ontwikkeling, continue en structureel. Vervolgens kan Heineken weer bezien welk verdienmodel er past binnen de gestelde maatschappelijke doelstellingen. Ik ben ervan overtuigd dat Heineken slim genoeg is om dat te organiseren.
‘Alles’ wordt door de woordvoerder weliswaar symbolisch bedoeld, maar in arme landen betekent dat minimaal een afdeling sociale zaken met zodanig veel ontwikkelingsexperts dat het in verhouding staat met de lokale afdelingen marketing, communicatie en techniek. Dat zijn de kosten van het zakendoen in landen waar weliswaar veel geld te verdienen is, maar waar armoede, ongelijkheid, zwakke overheden of conflicten andere eisen aan een bedrijf stellen dan zakendoen in westerse democratieën.