Hans van Willigenburg schreef deze zomer de recensies over Zomergasten. Dat smaakt naar meer, vindt ons van TPO. Daarom vanaf nu geregeld TV-recensies van zijn hand. Maar daar hebben we wel uw hulp bij nodig want hij doet het niet gratis. Daarom een vriendelijk verzoek: DONEER AAN HANS VAN WILLIGENBURG!
Freek de Jonge is een cabaretier op leeftijd. Ooit was hij een wervelstorm, die de Nederlandse theaters met gevatte grappen en verhalen dagelijks aan zijn voeten kreeg, maar nu, eenmaal in de zeventig, stromen de theaters logischerwijs – geen schande toch? – niet meer voor hem vol. Met het enorme succes dat achter hem ligt, en het ongetwijfeld leuke zakcentje dat hij er aan over heeft gehouden, gun je Freek een comfortabele levensavond. En zou je zo graag willen dat hij af en toe, hooguit één keer in de twee jaar wat mij betreft, in een talkshow zijn ouderwets-vileine, kritische licht zou laten schijnen over de het reilen en zeilen van Nederland. Met de scherpte en precisie van toen hij de zalen plat speelde, als het even kan…
Maar Freek de Jonge is na zoveel jaar nog steeds een wervelstorm. Daar kan hij misschien weinig aan doen. Maar wat hij vroeger perfect gedoseerd en met een goddelijke timing in de rondte liet vliegen, stuurt hij nu op een weinig aantrekkelijke, niet zelden ongecoördineerde manier de wereld in (op het zeurderige af). Er moet nog altijd veel bij hem ‘naar buiten’; te vrezen valt dat het hoeveelheden zijn die nauwelijks aan inkrimping onderhevig zijn. Wie hem onder de spotlights ziet zitten, kijkt dan ook naar een stuurs en onbevredigd gezicht, dat na die jaren van triomf nog immer ongedurig wacht op een kans en nog zichtbaar in de veronderstelling verkeert dat het de wapens bezit om elke situatie opnieuw naar zijn hand te zetten. En op elk moment de lachers opnieuw mee te krijgen. Dat zou je zelfoverschatting of verblinding kunnen noemen, maar bij Freek is het nog een graadje erger: het is een opdracht!
Zodra De Jonge weer eens ergens onder de studiolampen aanschuift, weet je inmiddels zeker dat hij gaat proberen over de hoofden van zijn tafelgenoten een solovoorstelling af te vuren, een zoveelste preek op ons los te laten, niet gehinderd door het besef dat hij inmiddels is ‘afgedaald’ tot de nederige status van gewone talkshowgast, die ingeklemd zit tussen gesprekken met andere mensen aan tafel. (Let maar op: hoe hoger de status of populariteit van een tafelgenoot, hoe venijniger de aanval van Freek doorgaans is.) Gisteren bij Pauw liep het weer eens ouderwets uit de klauwen. Geen wonder: zijn vrouw Hella secondeerde de grote Freek. Voor haar houding jegens haar echtgenoot is ‘adoratie’ een te mager woord. Zij is ‘in Freek’, en wel permanent, zo lijkt het. Dus werd de scoringsdrang en betweterigheid van Freek nóg meer dan gewoonlijk aangejaagd. Hoewel tafelgenoot en landbouwminister Carola Schouten inderdaad een wat tweeslachtig verhaal hield over de noodzaak van ‘circulaire landbouw’ (er moest ‘een nieuwe balans’ komen, maar ho, voor ‘minder dieren’ wilde Schouten toch niet tekenen), klonk de tegenwerping van Freek, namelijk dat de samenleving uiteindelijk helemaal anders moest, niet als de scherpe aanval of de komische nastoot van een voormalige cabaretier, maar als het begin van een langdradig college transitiekunde dat hij desnoods bereid was tot in het rusthuis uit te serveren.
En toen moest het ergste nog komen: het interview met Hella en Freek zelf. Ze hadden iets samen gemaakt, ook dat nog: een tentoonstelling of een performance of, hoe dan ook, iets van eminent belang. Volgens Hella stond buiten kijf dat wat ze samen met Freek had gemaakt ‘heel bijzonder’ was. En ze sprong zowat uit haar vel toen Pauw het lef had de attributen van hun tentoonstelling of performance ‘spullen’ te noemen. Hier werd het echtpaar zichtbaar in hun eer aangetast (‘spullen? kunstwerken!’ corrigeerde Hella). De overige gasten kregen alras een glazige blik in hun ogen; hier gaf een echtpaar zich live over aan een soort simultane zelfbevrediging, waarvan de sappen weliswaar onstoffelijk waren, maar niettemin iedereen in een denkbeeldige straal van onanerend opgewekt vocht dreigde onder te dompelen. Acteur Jacob Derwig probeerde deze vloeibare invasie af te weren door zijn blik uit alle macht op de tafelrand te fixeren, in een ogenschijnlijke poging de nabije aanwezigheid van de op de rand van ejaculatie balancerende Hella en Freek de Jonge – mogelijk toch een held uit zijn jeugd – te ontkennen. Samen met Georgina Verbaan, Erica Terpstra en de eerder genoemde Carola Schouten vormde hij gedurende de spreektijd van Hella en Freek een in diep stilzwijgen gehuld gelegenheidsverbond met de naam ‘Jeroen, alsjeblieft, maak hier een einde aan! En snel!’
Het goede nieuws luidt, tot slot, dat de kans dat alle spullen, pardon kunstwerken, die Freek en Hella bij elkaar hebben gescharreld en waartussen zijzelf – zo begreep ik – live gaan rondlopen, ook jouw postcodegebied onveilig gaat maken, nihil is. Het echtpaar heeft zijn tenten opgeslagen in het Groninger Museum. Als je de komende weken, kortom, geen kaartjes koopt voor dit evenement en niet naar het hoge noorden afreist, ben je ontsnapt aan een ramp die de gasproblematiek van deze provincie zowat in de schaduw stelt.
‘Geen Freek, geen Hella.’ Je zou het sinds gisteravond een definitie van geluk kunnen noemen.