Afgelopen zaterdag werd de roman van Berend Sommer, De onweerstaanbare val van Henri Furet, in de Volkskrant besproken. De titel van de recensie luidde Povere sleutelroman over Thierry Baudet. O nee, Henri Furet. Sommer krijgt twee ballen van recensente Bo van Houwelingen:
“De onweerstaanbare val van Henri Furet wekt in eerste instantie de indruk een speelse roman te zijn over het gekrakeel in het academische wereldje, over het spel tussen politiek en media en over de bravoure van een figuur à la Baudet. Maar de fatterige Hageman is een te oppervlakkig personage om de toch al povere plot te dragen, hoe quasi-erudiet hij zich ook uitdrukt. IJdelheid is zijn enige drijfveer. Sommer vergaloppeert zich in schoonschrijverij.”
De bespreking eindigt als volgt:
“Pastiche of niet, het is slaapverwekkend, zeker voor iemand die eerder met Duchamp – een detective – bewees spannend te kunnen schrijven.”
Die Bo van Houwelingen kan überhaupt niet schrijven. Zij bedoelt te zeggen dat de roman van Sommer slaapverwekkend is voor de lezer, maar ze schrijft dat hij slaapverwekkend is “voor iemand die eerder bewees spannend te kunnen schrijven.”
Persoonlijk vind ik de detective Duchamp van Berend Sommer heel wat minder spannend dan De onweerstaanbare val van Henri Furet, die ik in één ruk uitlas. Smaken verschillen. Maar de uitsmijter van de recensente komt in de laatste zin: “De anticlimax aan het eind doet je afvragen wie hier nu eigenlijk valt.”
Die kan Sommer in zijn zak steken. Wie in ieder geval niet valt is Thierry Baudet.
Maar wacht eens even: is die Bo niet een ex van Thierry Baudet? Heeft Baudet zijn eerste roman, Voorwaardelijke Liefde, niet aan haar opgedragen? Verdomd, daar staat het in de eerste druk: ‘Voor Bo’.
Maar waarom zou de boekenredactrice van de Volkskrant de sleutelroman van Sommer nu juist ter bespreking aanbieden aan een ex van Thierry? Of is het andersom gegaan en heeft Bo van Houwelingen zich opgeworpen als de kenner bij uitstek van Thierry Baudet? Iemand dus die bij uitstek competent is om een sleutel roman over hem te beoordelen?
Nu is het een kenmerk van veel verlaten vrouwen dat zij het monopolie op kritiek op hun ex menen te hebben. Zelf haten ze hem, maar als een ander iets lelijks over hem zegt, dan is het huis te klein. Bo schreef eerder een vreemd stuk in TPO naar aanleiding van de feministische kritiek op een artikel van Baudet dat als volgt begint:
“Aan alle feministen die oproepen het stuk van Thierry Baudet niet serieus te nemen een welgemeend ‘you-go-girl!’. Maar je kan het natuurlijk ook wél serieus nemen. Want wat is er eigenlijk gebeurd met oprechte, gelijkwaardige liefde? Baudet slaat de plank mis.”
En dan volgt een tamelijk verward betoog over de verzakelijking van de liefde.
Is het wel een goed idee om voor de recensie van een sleutelroman iemand te vragen die zo dicht bij de man staat die model heeft gestaan voor de hoofdpersoon? Wilma de Rek, hoofd boeken bij de Volkskrant, vindt kennelijk van wel. Wat beweegt een ervaren journalist – die zelf schrijfster is – om een beginnend schrijver een nekschot te laten geven? Wie dat wil weten moet beslist de roman van Sommer lezen. Hij schetst een genadeloos beeld van oudere journalisten, die in de roman overigens bij de Gazet van Leyde werken.
Lees ook: Dorpspolitiek. Waar is het lokale gezag?