De veiligheid in verschillende tunnels in het centrum van Amsterdam laat te wensen over. Dat betogen twee Amsterdamse brandweerdeskundigen in De Onderbouwing, een vakblad van het Centrum Ondergronds Bouwen. Volgens hen is de kans op slachtoffers in geval van brand aanzienlijk. Boosdoener is het ‘meervoudig ruimtegebruik’.
Ze noemen als voorbeeld de metrostations Vijzelgracht en Rokin van de Noord-Zuidlijn, waar ondergrondse parkeergarages zijn aangelegd boven de stations. Bij brand in die garages wordt automatisch geblust met CO2. Die stof is zwaarder dan lucht, waardoor het overschot aan CO2 via de doorgangen in het station terecht zal komen.
Een ander voorbeeld gaat over de gestapelde lagen infrastructuur bij Amsterdam CS: de Noord-Zuidlijn, de Michiel de Ruijtertunnel, een winkelcentrum en daarbovenop het busstation, dat een grote gebogen glazen kap heeft.
Bij brand in de tunnel ontsnapt de rook via de tunnelmond, blijft dan hangen onder de overkapping van het busstation, koelt af en zakt via de roltrappen af naar winkelcentrum en metrostation. De kans op veel slachtoffers binnen enkele minuten is “fors”, zegt deskundige Ron Beij. Alle objecten afzonderlijk zijn veilig, maar “helaas betekent dit niet dat de combinatie van deze vier objecten ook veilig is”, zegt hij.
Volgens de twee deskundigen is de onveiligheid een gevolg van verouderde veiligheidsvoorschriften, die golden in de tijd dat de projecten werden ontworpen. Ze kunnen niet aangeven hoe de veiligheid het beste kan worden gegarandeerd.
Anp