Jong, maar toch al heel ervaren. Zo kenschetsen D66’ers Rob Jetten, die dinsdag unaniem door zijn fractie is gekozen tot voorzitter. Jetten (Veghel, 15 maart 1987) mag dan een van de jongste fractievoorzitters ooit zijn, hij loopt al geruime tijd mee in de politiek. Hij was beleidsmedewerker in de Eerste Kamer, voorzitter van de Jonge Democraten en D66-fractievoorzitter in de gemeenteraad van Nijmegen.
Vorig jaar maart kwam hij in de Tweede Kamer, waar hij al meteen de belangrijke portefeuilles klimaat en bestuurlijke vernieuwing wist binnen te slepen. Hij was daardoor onder meer nauw betrokken bij de binnen D66 zeer omstreden afschaffing van het raadgevend referendum.
Of Jetten met zijn uitverkiezing nu ook de baas is bij D66 valt nog te bezien. De democraten bepalen pas in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen (volgens planning in maart 2021) wie daarbij lijsttrekker wordt. Degene die dan wint, mag zich ook partijleider noemen. De ministers Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken), Wouter Koolmees (Sociale Zaken) en Sigrid Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) zouden zich ook als kandidaat kunnen opwerpen voor de hoogste partijfunctie. Zij hebben tot dusver nog niet gezegd dat ze dan níet beschikbaar zijn.
Vooralsnog krijgt Jetten alle steun, zowel van zijn partij als van de coalitiepartners. Premier (en VVD-leider) Mark Rutte heeft er “alle vertrouwen” in dat het goed komt, al gaf hij toe de nieuwe D66-fractievoorzitter nog niet goed te kennen. CDA-leider Sybrand Buma weet nu al dat hij met Jetten “net zo plezierig gaat samenwerken” als met zijn voorganger Pechtold. Ook ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers “ziet uit naar de samenwerking”.
Jetten zelf toonde zich na zijn uitverkiezing enthousiast maar voorzichtig. “Beoordeel mij op mijn daden.”
Anp