Leedvermaak alom. Naar verluid ging Twan Huys ongeveer een miljoen per jaar verdienen als de nieuwe presentator van RTL Late Night. RTL was bereid flink in de buidel te tasten voor de voormalige presentator van Nieuwsuur, om er vervolgens na nog geen twee maanden achter te komen dat vrijwel niemand naar Huys’ praatprogramma wil kijken. Deze week kwam de beroemde DJ David Guetta bij Huys langs, maar het interesseerde werkelijk niemand iets: minder dan 300.000 kijkers stemden af. Concurrent Pauw had er ongeveer drie keer zoveel.
Deze lage kijkcijfers maken meer dan ooit duidelijk hoe media tegenwoordig functioneren: alles moet snel, oppervlakkig en goed aanklikbaar. En dus is er met Huys bij RTL4 nauwelijks inhoudelijke journalistiek overgebleven. Tegelijk staan er op een ongelofelijke hoeveelheid websites berichten waaruit blijkt dat Huys zo snel mogelijk moet ophoepelen, dat hij grote fouten maakt (want iedereen kan dat beter, een dagelijkse talkshow maken) en dat hij zal worden vervangen. Elke dag even kijkonderzoek.nl checken en je hebt zo weer een stukje bij elkaar. Clicks gegarandeerd.
Al dat leedvermaak is niet alleen makkelijk, het is ook dom. We hoeven geen glazen bol te hebben om te weten dat de slechte kijkcijfers nog wel even zullen aanhouden. Want hoe werkt dat toch ook alweer bij televisie? Juist ja: kijkpatronen veranderen maar langzaam en niet van de ene op de andere dag. Je kunt er dus echt met 100% zekerheid vanuit gaan dat Twan Huys ook de komende maand slecht scoort. Net zoals De Wereld Draait Door in haar begindagen en de eerste keren dat Eva Jinek een eigen talkshow had. Mediacourant heeft al vijf stukken voor komende week klaarliggen.
Zo’n trend keren is niet makkelijk: kijkers moeten deze talkshow (her)ontdekken en dat gaat makkelijker met de juiste gasten. Maar zolang de hoofdpersonen uit het nieuws ervan uitgaan dat Pauw het best bekeken wordt, zitten ze daar aan tafel en niet bij Twan Huys. Hij moet het dus doen met veel b-keus, net zoals Humberto Tan dat in zijn nadagen moest. De enige manier om een nieuwe talkshow te laten slagen is het programma tijd te geven, waarbij er geen enkele garantie is dat de kijkers het programma ooit weten te vinden. Ondertussen gaat de negatieve clickbait gewoon door.
Het verhult allemaal een veel cynischer probleem: de mogelijkheden van Twan Huys om een eigen koers te varen zijn in theorie groot, maar in de praktijk minimaal. Een paar jaar geleden probeerde Paul van Liempt dat bij RTLZ. Hij sprak de ene na de andere gast die niet in alle andere programma’s zat, sneed nieuwe thema’s aan, kwam met verdiepende inhoud en bereikte daarmee zo’n minimaal publiek dat websites niet eens schreven dat er niemand naar keek. Ook journalisten wisten nauwelijks van het bestaan af. Daar kon zelfs Van Liempt niet tegenop interviewen.
Huys is veroordeeld tot de rat race van de grote programma’s die allemaal op zoek zijn naar dezelfde kijkers en dezelfde gasten en die zitten momenteel allemaal bij Pauw. De kans dat Huys hopeloos mislukt is daarom erg groot en dat is altijd al zo geweest. Als we dan ook nog bedenken dat televisie een dalende markt is, is vooral de vraag of er plaats is voor drie dagelijkse praatprogramma’s. Er zijn niet voldoende interessante gasten voor – kijk DWDD er rustig eens op na – en er zijn al helemaal niet voldoende kijkers. Hoge kijkcijfers zullen steeds vaker de uitzondering in plaats van de regel zijn.
Als RTL wél meteen hoge kijkcijfers had verwacht, kan men het voltallige management beter zo snel mogelijk naar huis sturen. Dan zouden ze echt helemaal niets van televisie begrijpen.