Het gaat slecht met het atheïsme in de wereld. Vrijwel overal worden ze vervolgd, zo blijkt uit een recent rapport van de internationale humanisten. Meest recente voorbeeld: de Egyptische politie voel onlangs een ‘atheïstisch café’ binnen omdat men daar… de duivel zou vereren. Sisi wil daarmee bewijzen dat je in Egypte niet op de Moslimbroeders hoeft te stemmen – hij is net zo dom als de Broeders. Overigens is het in Egypte niet verboden om ongelovig te zijn, als je de islam maar niet belachelijk maakt. Vandaar die extra beschuldiging dat ze daar in dat café de duivel vereerden.
Atheïsten – je zou op grond van dergelijke berichten bijna sympathie voor ze hebben. Maar in eigen land is dat lastig. Er zijn goede, maar er zij ook veel luie atheïsten. En die luie beheersen momenteel de media. Wie tegenwoordig atheïsme zegt, heeft het al snel over de twee hogepriesters van deze alternatieve religie: de Britse bioloog Richard Dawkins en de Amerikaanse fysicus Lawrence Krauss. Die trekken al jaren de wereld rond om in zaaltjes het atheïstische Woord te verkondigen. De evolutie en de Oerknal, meer heeft een mens niet nodig om gelukkig te worden. En die zaaltjes zitten vol enthousiaste gelovigen. Er is onlangs zelfs een documentaire over de heren gemaakt, ‘The Unbelievers’, zodat hun volgelingen nog veel meer kunnen genieten van de scherpe oneliners en geweldige grappen die beide heren jaar in jaar uit debiteren. Grappen over gelovigen, daarin zijn ze gespecialiseerd. En de bezoekers vinden het prachtig.
Dat de heren niet in God geloven, dat zal me worst wezen. Dat doe ik ook niet. Maar zij doen net alsof ‘de wetenschap’ bewezen heeft dat God niet bestaat. En dat iedereen die ‘wetenschappelijk’ of ‘rationeel’ denkt, tot dezelfde conclusie zal komen. Vervolgens schilderen ze gelovigen af als domkoppen die gewoon weigeren om De Waarheid te accepteren. Terwijl atheïsten weten hoe het zit. En bij die conclusie klinkt vanuit de zaal steevast instemmend gegrom. Want wat is het toch fijn om tot de intellectuele elite te behoren. En om de ander, de gelovige, belachelijk te maken.
Dawkins en Krauss zijn dom en gevaarlijk. Dom, omdat de wetenschap uiteraard niet kan bewijzen of God bestaat of niet. Wetenschap is een oneindig zoeken naar verklaringen voor de verschijnselen om ons heen, zónder daarbij een beroep te doen op bovennatuurlijke krachten. Dat de wetenschap daarbij hier en daar grote successen boekt, bewijst helemaal niet dat het bovennatuurlijke niet bestaat. De wetenschappers is, kortom, agnost vanuit zij taakopvatting. De stap naar atheïsme is geen wetenschappelijke stap maar uitsluitend een kwestie van persoonlijke overtuiging, van karakter, van smaak. Een beroep op ‘de wetenschap’ is onzin. God komt in de wetenschap niet voor, en kan dus ook op geen enkel moment uit welke vergelijking dan ook worden weggestreept.
Het feit dat Dawkins en Krauss hun atheïsme verkondigen met een beroep op wat de wetenschap ons heeft geleerd, suggereert dat ze geen verstand hebben van wetenschap, noch van het vraagstuk waar ze zo graag over kakelen. Maar in feite weten ze natuurlijk wel beter. De reden waarom ze zo graag het podium beklimmen is niet omdat ze via een of andere kromme logica – o wonder! – aangetoond hebben dat God niet bestaat. Hun ware drijfveer is angst voor religie. En dan vooral fundamentalisme. Voor die vreselijke christenen in de VS, die denken dat de aarde 6000 jaar oud is. En natuurlijk voor die moslimfanatici met hun bommen onder hun jurken. Dat soort types zijn er altijd geweest; er is geen reden om te denken dat de mensheid nu dommer is dan, zeg, 100 jaar geleden, maar we zitten in het Westen nu eenmaal met een identiteitscrisis. We weten niet meer zeker of we de beste en slimste zijn op deze aardkloot. En dus vrezen we nu ineens diezelfde groepen waar we voorheen hooghartig zwijgend aan voorbij gingen. In de zekerheid dat ze binnenkort zouden uitsterven. Daar zijn we allang niet meet zeker van. We zijn bang geworden.
Het publiek van Dawkins en Krauss bestaat grotendeels uit beta’s. Voor hen is het leven momenteel extra zuur, want zij gaan niet alleen zoals iedereen gebukt onder bovenstaande identiteitscrisis, maar lijden ook nog aan een oppervlakkig vooruitgangsdenken. Voor hen is het het bestaan van fundamentalisten types extra onverklaarbaar omdat ‘de wetenschap’ een einde zou hebben gemaakt aan bijgeloof en dwaasheid. Blijkbaar weigeren velen om onder invloed van de wetenschap uit te sterven. Ze zouden zo langzamerhand allemaal hypertolerante, ongelovige wereldburgers moeten zijn. In plaats daarvan gaan win het fanatisme terrein. Zo lijkt het. Wat te doen? Hun reactie op deze teleurstelling is de schepping van een ander, een atheïstisch fundamentalisme. Met dezelfde treken als de zo geminachte tegenstander: men is heilig overtuigd van de eigen logica en het eigen gelijk. En men geniet van geroddel over, en het vernederen van ‘de tegenstander’. Zo bezorgen ze de wetenschap een slechte naam. In plaats van een pleidooi voor dialoog en onderzoek, houden Dawkins en Krauss een pleidooi voor starheid en minachting. Met dat soort verdedigers zal het atheïsme in deze contreien nog héél lang niks anders zijn da het lullige schaduwbroertje van religieus fanatisme.
Geen millimeter diepzinniger. Geen haar beter.