American Dharma is de titel van de nieuwe documentaire van Errol Morris, een regisseur die al eerder controversiële mensen als oorlogsminister Robert McNamara voor de camera hun verhaal liet doen. Ruim anderhalf uur interview afgewisseld met de favoriete filmfragmenten van Steve Bannon, de machtige man achter Trump en Breitbart. Zijn volgende uitdaging is het verenigen van de Europese populistische partijen met het oog op de verkiezingen in 2019.
Het bijzondere van deze documentaire is dat bijna niemand zijn vingers durft te branden aan het beladen onderwerp dat Steve Bannon heet en de docu dus bijna nergens wordt vertoond. Het Amsterdamse IDFA echter is, wereldwijd, het vijfde festival dat wél het lef heeft om deze belangrijke documentaire te vertonen en om de potentiële ophef te weerstaan. Als boycot en sabotage dreigt, weet je in elk geval zeker dat je met een nieuw en belangrijk fenomeen te maken hebt.
Het concept ‘Dharma’ is afkomstig uit Twelve O’Clock High, de favoriete oorlogsfilm van Bannon: je leven leiden vanuit plicht en lotsbestemming en niet zozeer vanuit ratio en keuzevrijheid. In een verlaten vliegtuighangar zitten Errol en Bannon tegenover elkaar. Bannon ongeschoren in een legergroene jas, wekt de indruk dat hij zich ternauwernood los heeft kunnen maken van het front om een oorlogsverslaggever te woord te staan. Hij krijgt de kans om anderhalf uur te oreren, tegen slechts zeven minuten weerwoord van Morris. Hierdoor leren we Bannon beter kennen. We begrijpen waar hij vandaan komt en vooral waar hij naar toe wil.
Opgegroeid in een democratisch arbeidersgezin, ontwikkelt zijn loopbaan zich van zakenman via filmproducer in Hollywood naar adviseur van Trump en baas van Breitbart. Bannon lijkt deels gedreven te worden door de napijn van de Vietnamoorlog.
Een belangrijk persoonlijk keerpunt was het moment dat hij ‘made in Vietnam’ zag staan in het label van de nieuwe volleybalkleding van zijn dochter. Dit is bijna het enige moment in de documentaire dat je Bannon ook werkelijk aangeslagen en bijna ontredderd ziet. Het is voor Bannon een historisch kruispunt als hij zich vertwijfeld afvraagt waartoe die vreselijke oorlog heeft gediend als op dit moment de banen van gewone Amerikaan worden afgepakt en uitbesteed aan het zo gehate Vietnam.
Eén van Bannons belangrijkste grieven is de globalisering die ‘de elite’ de ‘gewone man’ door de strot heeft geduwd. Diezelfde elite heeft van de gewone man willens en wetens een verslaafde consument gemaakt, ‘the deplorable‘, die ‘leeft als een rat en wordt behandeld als een hamster’.
De strijd tegen het establishment moet volgens Bannon nog beginnen, want het electoraal verslaan van de Clintons was slechts het startpunt. Er moet ‘een echte verstoring komen’, maar:
“Dat kan geen kussengevecht zijn. Je hebt moordenaars nodig. Pas als je moordenaars hebt, zal je verandering zien.”
Verandering die ‘de rijkdom eerlijker zou moeten verdelen en de gewone man meer zeggenschap geeft om een dreigende revolutie te voorkomen’ want ‘a nation exists to serve their citizens‘ (‘de natie bestaat om burgers te dienen’) en niet andersom. Al kun je je afvragen of dit ideaal nog haalbaar is en niet erg utopisch in onze geglobaliseerde maatschappij, waar de corporaties de echte touwtjes in handen hebben.
Dat Bannon zelf een opmerkelijk sterke behoeft heeft aan invloed en macht lijkt evident, maar dit illustreert hij extra met een quote uit John Milton’s Paradise Lost:
“Je kunt beter regeren in de hel dan dienen in de hemel.”
Zijn relatie met Trump en de zo plots beëindigde carrière in het Witte Huis blijft in deze docu wat onderbelicht. Morris probeert er wel naar te vissen, bijvoorbeeld tijdens een filmscène uit Henry V waarin Falstaff wordt afgewezen door de net gekroonde koning die juist door zijn inspanningen op de troon terecht is gekomen. ‘Wordt Falstaff hier niet verraden?’, vraagt Morris. Bannon glimlacht mysterieus en ziet in Falstaff uitsluitend iemand die succesvol zijn plicht heeft voltooid.
In een recent interview met de Volkskrant vertelde Morris dat hij ‘de essentie van Bannon’ heeft gevonden: het streven naar totale destructie, nadrukkelijk gesymboliseerd door het theatraal vernietigen van de set op het einde.
Het is opvallend en veelzeggend dat de regisseur door te luisteren niet alleen angstiger voor Bannon is geworden, maar ook voor zijn eigen publiek: “Ik was bang dat het eruit zag alsof we het te gezellig hadden. Dat ik het leuk vond om met hem te praten”, zegt hij verontschuldigend.
Steve Bannon wordt doorgaans geframed als racistisch en een gevaarlijk icoon van alt-right, maar in deze docu doet hij duidelijk afstand van alles wat met extremisme heeft te maken, zoals bijvoorbeeld het neonazisme. Over de raciale rellen in Chalottesville zegt hij onder andere dat “extremisten aan beide zijden van het politieke spectrum de problemen alleen maar groter maken in Amerika”.
Merkwaardig genoeg is afstand nemen iets wat tegenwoordig wél serieus wordt genomen als links het doet, maar als rechts afstand neemt wordt dat gemakshalve genegeerd.
Wat American Dharma zo ongelofelijk spannend maakt is de symbolische functie. Als samenleving worden we steeds tribaler, we verschansen ons steeds meer in structuren die doen denken aan stammen. We denken steeds meer in ‘goed en slecht’, luisteren steeds minder naar elkaar. Het debat verbleekt. dogma wint terrein.
In American Dharma zien we hoe Bannon, ook maar gewoon een mens van vlees en bloed, uitlegt wat hem werkelijk drijft en waar hij voor strijdt. Daar kun je het wel of niet mee eens zijn, maar je moet en zal er naar luisteren, wil je de wereld van nu kunnen doorgronden. Maar het aanhoren van een onwelgevallig standpunt lijkt voor velen helaas een haast onmogelijke opgave geworden. Een nieuwe denker als Jordan Peterson wordt het podium ontnomen en de mond gesnoerd, zonder dat de tegenstander zijn boodschap heeft aangehoord of het debat inhoudelijk durft aan te gaan. Ook Peterson wordt door links geframed als icoon van alt-right, en net als bij Bannon hoef je er dan verder niet meer naar te luisteren. Wat dat betreft is de passieve angst van de regisseur voor Bannon en zijn destructieve verlangens bijna infantiel en kenmerkend voor het wegkijkende establishment van nu.
Iemand als Bannon aan het woord laten is juist van onschatbare waarde om meer zicht te krijgen op de dynamiek die tot de huidige gepolariseerde samenleving heeft geleid. Je kunt thuis je rotzooi in een kast duwen en snel de deur dicht doen zodat het lijkt alsof er geen rotzooi is, maar andere meningen en perspectieven laten zich niet zo makkelijk wegstoppen. Ga daarom juist deze film kijken, vorm dan je eigen mening en ga er over in debat met elkaar.
Je kunt boze ontevreden burgers niet steeds zonder eten naar bed sturen omdat ze ongehoorzaam zijn. Op een dag staan ze voor de deur met fakkels en hooivorken, aangevoerd door mensen die wel naar ze luisterden, maar hun verhaal niet mochten vertellen: mensen als Steve Bannon.
American Dharma is te zien tijdens IDFA op onderstaande momenten en locaties:
Zondag 18 november, 17:30 uur, Carré (gevolgd door een Doc Talk met filmmaker Errol Morris).
Maandag 19 november, 10.00 uur, Tuschinski 1.
Donderdag 22 november, 21.30 uur, EYE Cinema 1.
Vrijdag 23 november, 12.30 uur, Brakke Grond, Grote Zaal.
Zaterdag 24 november 10.00 uur, Munt 11.