Regeringspartijen CDA, D66 en ChristenUnie willen dat de staatssecretaris van Justitie het recht behoudt om een stokje te steken voor de uitzetting van een uitgeprocedeerde asielzoeker. Ze willen dat de Tweede Kamer zich uitdrukkelijk keert tegen het plan van coalitiepartner VVD om die zogeheten discretionaire bevoegdheid te schrappen.
Schrijnende gevallen zijn niet in regels te vangen, vinden CDA, D66 en ChristenUnie. Daarom moet een staatssecretaris altijd kunnen ingrijpen als regels onredelijk en oneerlijk uitpakken. Wel zijn de drie het met de VVD eens dat zulke gevallen eerder aan het licht moeten komen. Dan kan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) of de rechter de zaak al rechtzetten en komt dat niet op de staatssecretaris neer. Zo hoeft hij zich ook minder te verdedigen tegen het verwijt van willekeur.
De drie coalitiegenoten denken dat de behandeling van schrijnende gevallen beter kan. Ze willen dat het kabinet onafhankelijk onderzoek laat doen. Dat moet uitwijzen of de mogelijkheid voor de staatssecretaris om een uitzondering te maken wel goed werkt. En ook of de IND en de rechter kunnen voorkomen dat het zover komt.
Staatssecretaris Mark Harbers (VVD) besloot in september op de valreep, onder grote druk, dat de Armeense kinderen Lili en Howick toch in Nederland mochten blijven. Harbers werd ernstig bedreigd en moest onderduiken.
“Blijkbaar leidt de manier waarop deze staatssecretaris gebruikt maakt van de discretionaire bevoegdheid tot vragen en commotie”, zegt Kamerlid Madeleine van Toorenburg (CDA). “Daar moeten we wel iets mee. Maar de bevoegdheid zelf ‘kan niet gemist worden en moeten we koesteren’, herhaalde ze nog maar eens.
ANP
