D66-kamerleden Maarten Groothuizen, Jan Paternotte en Jessica van Eijs stellen dat immigranten “onschuldig zijn aan de krapte op de woningmarkt.” De oorzaak van de krapte is volgens hen dat er de afgelopen jaren te weinig is bijgebouwd. De wet van vraag en aanbod leert ons echter dat krapte minimaal twee oorzaken heeft. Niet alleen het aantal gebouwde woningen, maar ook het aantal woningzoekenden bepaalt de beschikbaarheid van een goed.
En aan nieuwe woningzoekenden heeft Nederland geen gebrek. De autochtone bevolking krimpt terwijl de totale bevolking toeneemt. Dat komt omdat de Nederlandse bevolking door immigratie groeit. In 2017 maar ook in 2016 was dat het geval. Nieuwe huizen gaan voor een aanzienlijk deel naar immigranten. Het is dan ook geen toeval dat deze door immigratie veroorzaakte groeicijfers met een toenemende schaarste op de woningmarkt gepaard gaan.
Een praktijkvoorbeeld: CDA-wethouder Froukje de Jonge van Almere gaf begin dit jaar aan dat de komst van asielzoekers een flink beslag op de hoeveelheid sociale huurwoningen legt. “700 vergunninghouders – dat leidt gewoon tot verdringing.” Om die verdringing te bezweren zochten politici in Almere naar nieuwe oplossingen. Toen merkte een scherpe Almeerse op dat er al jaren een lange wachtlijst was en dat ze pas oplossingen gingen zoeken nadat er “een groep uit Verweggistan” arriveerde.
Daarnaast stellen Groothuizen, Paternotte en Van Eijs dat immigranten “onschuldig zijn aan de krapte op de woningmarkt.” Maar vaststellen dat de komst van immigranten een deelfactor is in de huidige krappe woningmarkt, is niet hetzelfde als immigranten “daar de schuld van geven.” De enige “schuldigen” zijn de politici die immigratie niet zijn tegengegaan, zoals bijvoorbeeld de politici van D66. Je kunt het immigranten niet kwalijk nemen dat ze de bestaande en op hen van toepassing zijnde regelingen benutten.
Asielzoekers komen voornamelijk in zwarte buurten terecht, alwaar ze allochtone buren en vrienden krijgen, dientengevolge slecht integreren, geen baan vinden en dus veel vaker dan niet in een uitkering belanden.
Toch lijken Groothuizen, Paternotte en Van Eijs te denken dat nieuwe gezinnen die snel naar een woning doorstromen makkelijk integreren en economisch goed presteren. Zoals iedereen behalve D66 echter weet, is de werkloosheid onder (voornamelijk niet-Westerse) allochtonen enorm hoog. “Anderhalf jaar na het verkrijgen van een verblijfsvergunning had gemiddeld 4 procent van de 18- tot 65-jarige asielzoekers werk.” aldus het CBS. De Volkskrant: “Vijf jaar na aankomst had een kwart van de asielzoekers een betaalde baan van meer dan 30 uur. Na vijftien jaar was dat nog maar 35 procent.” Deze CBS-grafiek over de situatie eind 2014 geeft een goed beeld:
D66 ziet deze realiteit niet of neemt haar niet serieus. Zoals de Franse geograaf Christophe Guilluy treffend opmerkte: “Iedereen begrijpt dat nieuwkomers niet in de open samenleving terechtkomen maar in de wijken die al problemen genoeg hebben, problemen die gek genoeg zelden in verband worden gebracht met eerdere immigratiestromen.”
Als D66 écht iets aan deze problemen wil doen, zal ze moeten stoppen om, zoals Fortuyn zo treffend zei, met de kraan open te dweilen. En daar is maar één oplossing voor: de kraan moet dicht. Immigratie moet drastisch verminderen (bijvoorbeeld door opvang in de regio) en de huidige rampzalige situatie moet worden opgelost. Het gros van de nieuwkomers stroomt momenteel vrijwel direct naar een nieuwe onderklasse door. De combinatie van hoge immigratie en hoge werkloosheidscijfers zal de verzorgingsstaat op de lange termijn onbetaalbaar maken.
Terwijl D66 anderen ervan beschuldigt om “mensen tegen elkaar op te zetten” is deze partij overduidelijk zelf bezig om hun lezers tegen de VVD en de PVV op te zetten. Als ze een hekel hebben aan het zaaien van verdeeldheid is dat kennelijk alleen in de gevallen waar ze er zelf niet mee bezig zijn.
Het zou D66 sieren zich correct over de huidige immigratie-situatie te informeren. De toestand is niet rooskleurig en dweilen met de kraan open zet niet alleen geen zoden aan de dijk, het zet het land zelfs onder water. En het water staat velen aan de lippen.
