Uit de Kast is weer begonnen. Arie Boomsma volgt jongeren die aan hun ouders en vrienden vertellen dat ze homoseksueel zijn. Er is een voorgesprek, daarna zien we de coming-out en nog wat eerste reacties. Het programma is integer gemaakt, maar wat is het ongelofelijk oppervlakkig en naïef. Vorige week was ik bij een vriendin in Berlijn. Zij heeft sinds kort een nieuwe vriend. Hij kwam langs, we dronken wijn en bespraken wat ons bezighield. Altijd denk ik weer: “Oh ja, toch maar even in een bijzin melden dat ik op mannen val.” Dat voorkomt verkeerde vragen en daarmee allerlei ongemakkelijkheid. Dit is zo’n coming-out die niet door Arie Boomsma wordt opgenomen: er is te weinig emotie in het spel, het is te alledaags en de band tussen verteller en luisteraar is te vaag.
Doorlopend thema
Een coming-out is niet een moment; het is een doorlopend proces. Steeds weer kom je nieuwe mensen tegen en bij velen van hen moet er vroeg of laat iets worden meegedeeld of bevestigd. Maar Arie Boomsma kijkt alleen naar de meest gevoelige momenten, waar de verteller het meest breekbaar is en de consequenties het grootst zijn.
Mijn coming-out bij Thijs had daarom zo in het programma gepast. Ik was 21, student en ‘uit de kast’. Dat betekende vaak: ‘niets erover vertellen’, net als voor de coming-out dus. Thijs wist van niks, maar mijn verliefdheid was er niet minder om. Na twee jaar kozen we verschillende specialisaties en zouden we elkaar nog maar nauwelijks zien. Een alledaags moment werd een moment wat Thijs niet snel zou vergeten. Ik had het niet gepland, maar wilde het opeens gewoon kwijt: “Thijs, ik ben al twee jaar ontzettend verliefd op je.”
Kwetsbaar
Natuurlijk gaat het wel wat verder om te horen dat een jongen verliefd op je is dan dat een mede-voetballer of klasgenoot homo is, maar de overeenkomsten zijn talrijk: de kwetsbare verteller doet iets wat relaties potentieel stuk maakt, terwijl hij ook kan zwijgen. De tegenpartij heeft alle vrijheid om een genadeloos oordeel te vellen. De verteller mag afwachten of hij geaccepteerd wordt. Homoseksualiteit komt op zo’n moment opeens heel dichtbij, voor hetero’s die er nooit over hadden nagedacht.
Thijs’ reactie was exemplarisch voor het programma: aardig en begrijpend. In je gezicht zegt men zelden iets onaardigs over je seksuele voorkeur. Thijs zei dat hij dacht dat het heel frustrerend voor mij moest zijn. Ik voelde me erkend in mijn gevoel. Verder was het zinloos, want Thijs’ vriendin stond verderop te wachten, maar het voelde toch goed. Ik was trots op mijn eerlijkheid en blij met Thijs’ begrijpende woorden.
Volgende episode
Maar het gaat natuurlijk niet om de eerste woorden, maar om wat er daarna komt. Ik heb Thijs nooit meer gezien. Thijs en ik zijn nu via LinkedIn verbonden, maar op mijn vraag hoe het met hem ging kreeg ik geen antwoord. Thijs is geen homohater, hij is tolerant en liberaal, en ik denk dat hij me mag en respecteert om wie ik ben. Wat vindt Thijs er nou eigenlijk van? Ik heb geen idee.
Deze week kwam Daan (19) uit de kast bij zijn voetbalvrienden. Die hadden niet bepaald homovriendelijke standpunten. Maar ze weten allemaal – net als Thijs – hoe ze moeten reageren. Het was ‘heel goed dat Daan nu open kon zijn’ en ‘zichzelf’ en ‘niet meer hoefde te liegen’. Maar een goede vriend dacht aanvankelijk dat de coming-out een grapje was en zei: “Dan hoef ik je niet meer te zien.” Later stroomden zijn tranen rijkelijk. Wat denkt die jongen?
Niet meer uitschelden
Toen was er een borrel, zoals die er altijd was na de training. Eind goed, al goed. De suggestie was dat de voetbalvrienden toch tolerant zijn en nu beter nadenken wat ze zeggen. ‘Homo’ is geen scheldwoord meer. Maar wat moeten we ervan denken dat ‘mattie’ in het begin homo’s ‘vies’ vond en een ander zei dat het ‘niet zijn soort mensen’ waren? Dat is opeens veranderd nu medespeler Daan op jongens blijkt te vallen? Als je dat gelooft, heb je wel een heel naïef beeld hoe gemakkelijk mensen van mening veranderen.
Met een klein beetje kennis van sociale wetenschap weet je dat wat mensen zeggen altijd mede bepaald wordt door de situatie waarin ze zich bevinden en het publiek waar ze tegen spreken. Als Daan er niet is, zijn uitspraken anders. Bij al die lovende woorden staat niet alleen de camera er bovenop, maar het is ook een situatie waarin je niets aan Daan ziet. Straks heeft Daan een vriend, loopt hij hand in hand door Tilburg en misschien zoent hij zijn vriend dan wel een keer. Dan kijkt ‘mattie’ met een vies gezicht nog steeds snel de andere kant op.
Leren te leven met homo’s
Reacties op homoseksualiteit zijn heus niet altijd alleen maar negatief, zoals jongeren als Daan verwachten. Maar homoseksualiteit wordt ook niet zo klakkeloos geaccepteerd als Uit de Kast suggereert. Vaak zijn reacties neutraal, afwachtend, dubbelzinnig en twijfelend of negeert men het onderwerp. Deze superpersoonlijke ontboezemingen roepen twijfel, teleurstelling en verwarring op. Met name heteromannen kunnen er echt niet allemaal mee omgaan. Dat bleek ook wel als je beter luisterde naar Daans vrienden. Homo’s moeten wel van hen afblijven. Bovendien kun je er beter eerlijk over zijn dan ‘dat je iedereen voor de gek houdt’. Dat laatste is geen positieve uitspraak als je eerder zei dat ‘homo’s jouw soort mensen niet zijn’.
Homoseksualiteit wordt – ondanks de wensen van de Gaykrant, het COC en Arie Boomsma – nooit helemaal gewoon. Dat was het zelfs voor Daan niet, en daar is hij niet de enige in. Mensen moeten alleen leren met homoseksualiteit om te gaan door zich in te leven in anderen en open over mogelijke taboes te praten. Wat dat betreft zendt Uit de Kast het meest oninteressante deel van coming-outs uit. Want het gaat er natuurlijk om hoe de voetbalboys er de komende maanden mee leren leven.
Chris Aalberts is onderzoeker en docent politieke communicatie. De naam Thijs is gefingeerd.