Beste politici,
Daar is ze weer.
Op 4 januari plaatste ik een stuk dat Lidnr. #66 had geschreven over haar motivatie om elke zaterdag vele tientallen kilometers naar Rotterdam te reizen om in een geel hesje de Erasmusbrug over te lopen.
Natuurlijk waren er weer een paar kneusjes die suggereerden dat ik die tekst had geschreven. Want ze schreef in mijn stijl. En ze was gemotiveerd door dezelfde thema’s als ik (Groot Europeesche Rijk, inperking van de vrijheid van meningsuiting, de Klimaatakkoordkolder, de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen). En er waren linkjes naar Bol.com, net als ik dat altijd deed. En dit. En dat. En zus. En zo.
Afgelopen zaterdag was ze weer op de Erasmusbrug, Lidnr. #66 (van The Post Offline dus – en ja, ik heb haar een ander lidnummer aangeboden toen ik me realiseerde dat ‘66’ in kringen van The Post Offline net zoiets is als rij 13 in een vliegtuig). Hoewel ze uit angst voor werkgeversgedoe anoniem wil blijven, maakte ze aan een aantal mensen bekend dat zij Lidnr. #66 en dus de schrijfster was. Maar dat boeit de kneusjes die de Gele Hesjes-beweging (of mij persoonlijk) geen warm hart toedragen niet. Als ze maar weer hun gif kunnen verspreiden.
Zoals anderen maar al te graag suggereren dat die keurige, brave bezorgde burgers die wekelijks onder aanvoering van organisator Marco de Haas zingend de Erasmusbrug over lopen ook maar íets te maken hebben met ‘gele hesjes’ die slechts willen knokken met de politie of die wel ‘Rutte Rot Op!’ en nog veel meer ‘eisen’ willen uitschreeuwen, maar die niet gaan stemmen op 20 maart “omdat dat toch geen zin heeft” of “omdat er toch gefraudeerd wordt bij het tellen” of “omdat ze dan het systeem legitimeren”.
Enfin, Lidnr. #66 heeft na haar ‘coming out’ op de Erasmusbrug aan een aantal andere deelnemers weer een stuk geschreven. En dat plaats ik weer integraal.
“Ik heb veel hartverwarmende reacties gekregen op mijn brief aangehecht aan het ‘Briefje van Jan’. Vaak heb je het gevoel dat je alleen staat in je overtuiging dat de beslissende druppel allang over de emmer is gegaan. Dat we natte voeten hebben en dat het te ongemakkelijk wordt om het te negeren. Nu weet ik dat ik niet alleen sta.
Mijn brief was geen nepnieuws, mevrouw Ollongren. Twitter herbergt schoften, mensen die door de ratten besnuffeld zijn. Twitter kan ook aanvoelen als een warme douche. Dat was op de dag dat mijn brief door Jan aan ‘Briefje van Jan’ werd gehecht. Ik voelde me vereerd, erkend, blij, heb menig traantje gelaten. Ik ben immers ook maar een mens met een mening. En er zullen ook vast op andere media lieve steunbetuigingen hebben gestaan. Dank jullie wel allemaal!
Ik heb mijn meegenomen bloemen afgelopen zaterdag aan Ebru gegeven. Niet alleen omdat ze ook mooie woorden op Twitter had naar aanleiding van mijn brief. Maar vooral omdat zij de dreiging en onderdrukking van een politiek systeem aan den lijve heeft ondervonden toen ze vastzat in Turkije. Toen ze weggetreiterd werd uit ‘die lieve stad’ door enkele mensen die haar de vrijheid niet gunnen om te zeggen wat ze wil. Die zelf wel de vrijheid pakken om met vlaggen de Erasmusbrug op te gaan om hun vaderlandsliefde (aan Turkije) te scanderen.
Ik gun iedereen zijn vrijheid van meningsuiting. Het is soms ongemakkelijk om aan te horen, maar het moet. Zeker nu. Zolang het maar vreedzaam blijft en iedereen de gelegenheid mag pakken om de brug op te gaan en te laten zien dat ze er ook mogen zijn. Wij schreeuwen niet. We hangen geen spandoeken aan de brug, of versperren het verkeer. We zingen, we praten met elkaar. Ebru ging deze keer voorop.
Iemand jogde op de brug voorbij met een Feyenoordsjaal om. Ik kreeg een flashback. Toen Feyenoord kampioen werd, stonden we op het Stadhuisplein. Als je de beelden van die mensenmassa bekijkt, zouden die politieke partijen die bijna alleen uit blanken bestaan (en tegelijkertijd wel diversiteit promoten) hun vingers er bij aflikken. We vielen elkaar om de hals, ook al kenden we elkaar niet. We keken niet naar kleur, afkomst, gender, op wie deze mensen stemden. We liepen polonaise over het plein. Daarna sprongen we zingend hand in hand het fontein in en haalden met plezier een paar natte voeten.
Ik gun elke Nederlander elke dag een kampioenschap van zijn club. Dan voelen we ons (ja ik ga het toch zeggen, ook al kan ik het niet meer horen als het door mensen wordt uitgesproken die zichzelf heel erg vinden deugen en het anderen verwijten dat het aan hen ligt dat er geen verbinding is) met elkaar verbonden. Dan springen we uit de hokjes, waarin we vaak door anderen zijn ingedeeld, en voelen ons vrij met elkaar en onder elkaar.
De essentie is dat we één volk zijn dat uit elkaar gedreven wordt door Social Justice Warriors, politieke partijen, onze regering en door Europese machthebbers die er baat bij hebben. De overgrote meerderheid van de Nederlanders willen hun bijdrage leveren aan de maatschappij. Door betaald en onbetaald te werken, liefde te geven aan hun naasten, door netjes hun boetes en belastingen te betalen.
De reden waarom het nu de verkeerde kant dreigt uit te gaan is dat 2019 1984 lijkt te zijn geworden. ‘Verkeerde’ meningen worden niet meer getolereerd. Moeten het zwijgen worden opgelegd. Moeten worden bestraft door het ineens als ‘hate speech’ te benoemen. Door de bekrachtiging van het Marrakeshpact kunnen MSM worden verplicht om alleen maar positief te berichten over immigranten. Vanuit de MSM is het verrassend stil over deze dwingend opgelegde ‘richtlijnen’. Ook de belangenverenigingen van journalisten hullen zich in stilzwijgen. Why?
Ik kwam via Google terecht op de website van de NVJ. Ik begon te lezen. Daar staat onder het kopje Persvrijheidsfonds: ‘De stichting heeft tot doel juridische procedures met een principieel karakter, die het de journalistieke beroepsgroep mogelijk maken om in zoveel mogelijk vrijheid haar werk te kunnen doen, te beginnen en te ondersteunen’. Mooi toch? Er onder staat een link. De link is dood… Ik hoop dat het een technische storing betreft.
Iemand noemde ons zure, seniele incontinente mensen die, geholpen door een rollator, de brug op gaan. We worden ook wel ‘tokkies’, ‘PVV’ers’ en ‘witte boze mensen’ genoemd. Het is duidelijk dat die persoon zich nog nooit heeft verdiept in de mensen die er lopen. Nooit aanwezig is geweest. Toegegeven, het is een vast groepje, maar wat is daar mis mee? Afgelopen zaterdag zag ik nieuwe gezichten, meer jongeren sluiten zich aan.
Voor mij is het lopen een verademing. Ik luister naar de verhalen van de mensen. Het zijn mensen, soms met zorgvuldig gekozen woorden, soms ook met spontane mooie verhalen. Ik liep naast iemand die Pim nog heeft gekend en over hem vertelde, over zijn liefde voor Jaguars. Ik liep naast een gepensioneerde fotograaf van Het Vrije Volk. Ik liep naast een mevrouw uit Delft die voor het eerst meeliep. Haar man had haar aangespoord om mee te gaan. ‘Ik kan in de auto blijven wachten, maar ik kan net zo goed meelopen’. Ze wees naar haar man die in een geel hesje voor haar liep en druk in gesprek was met medelopers. ‘Hij kan zijn ei eindelijk aan iemand kwijt’, verzuchtte ze. En even daarna: ‘O, ik zie het al hoor. Volgende week wil hij weer.’ Ik liep naast iemand die lid is van een politieke partij en bewust zijn partijspeldje niet draagt. ‘Ik ben nu even niet van een partij, ik ben één van de mensen van de gele hesjes’.
Als ik naar die mensen luister is het moeilijk om tegelijkertijd het lied ‘15 miljoen mensen’ mee te zingen. Maar onder de brug zingen we allemaal. Na afloop wordt de politie bedankt voor de begeleiding met een applaus. Zo hoort dat. De politie ligt onder vuur. Door eencelligen die menen hun het leven zuur te moeten maken als ze levensreddend bezig zijn. Door politici die het onnodig vinden om hen te belonen met een fatsoenlijk loon. En we bedanken elkaar en zeggen als vanzelfsprekend: ‘Tot volgende week’. Sommigen verexcuseren zich. ‘Ik kan er volgende week niet bij zijn. Ik baal er ook van. Maar ik denk aan jullie. De week erop zie je me weer. Zeker weten’.
Ik roep hierbij de mensen op die elke week met ons meelopen om iemand over te halen om ook mee te wandelen. Wij hebben laten zien dat we nette burgers zijn. Dat we er alles aan doen om ons aan de regels te houden.
Ik weet dat er veel mensen zijn die in gedachten met ons meelopen, die ons vele harten onder de riem steken op Facebook en Twitter. Die vast en zeker redenen denken te hebben om voorlopig nog even thuis te blijven. Ik roep al die mensen op om zich massaal bij ons aan te sluiten. Mee te lopen. Over de brug. Vreedzaam. Zingend. Pratend. Om met elkaar de vrijheid van meningsuiting te vieren. In een geel hesje. Omdat het kan. Omdat het moet.
Dit is mijn tweede en meteen laatste brief. Ik ben niet belangrijker dan iemand anders die daar loopt. Ik heb mijn kop even boven het maaiveld uitgestoken. Omdat ik vond dat iemand in een geel hesje even een gezicht moest krijgen. Om de andere lopers te eren. En de mensen die zich bij ons aan gaan sluiten. Ik duik weer onder in de lopers, in een geel hesje. Tot zaterdag.
Ik groet U.”
Wéér raakte Lidnr. #66 de kern.
Zaterdag is ze er weer.
Ik ook. Ik mag organisator Marco de Haas, die om prettige redenen een weekend door zijn vrouw wordt ontvoerd, een keertje vervangen. Dat kan nog net, want vanaf 13 januari duik ik een tijdje onder. “Hij durft het je niet te vragen, Jan”, zei zijn vrouw. “Hij voelt zich verplicht om de taak die hij op zich heeft genomen elke zaterdag uit te voeren.”
Marco de Haas heeft zijn hart op dezelfde plaats zitten als Lidnr. #66.
En als al die anderen die al ruim een maand elke zaterdag om 11.30 uur vanaf het Willemsplein de Erasmusbrug op draaien.
Om verbonden te zijn met soortgenoten. Doodnormale, keurige bezorgde burgers, waarvan zeker 95 procent niet op jullie, de politici van VVD, D66, CDA, GroenLinks, PvdA en ChristenUnie, gaat stemmen.
Niet meer.
Want ze hebben het bijna allemaal meestal wél gedaan… (vooral op PvdA, VVD en D66 trouwens).
Toen ze jullie nog vertrouwden.
Ze hebben geen spandoeken nodig. Ze willen niet woest schreeuwend (of erger) met hun snufferd op de voorpagina van de Telegraaf. Ze zien de politiemensen, die evengoed slachtoffer zijn van jullie desastreuze beleid, niet als vijanden.
Ze wandelen.
Ze zingen een lied.
Ze praten.
Ze voelen zich niet alleen.
En ze rekenen op 20 maart met jullie af!
Groet,
JanD