Vier vrienden vreten zich tijdens een weekend dood. Dat is de kortst mogelijke samenvatting van de Franse speelfilm La Grande Bouffe (De grote vreetpartij) uit 1973 van de Italiaanse regisseur Marco Ferreri (1928-1997).
Ugo (Tognazzi), Marcello (Mastroianni), Michel (Piccoli) en Philippe (Noiret) besluiten zich in een weekend letterlijk dood te eten in een prachtig oud landhuis midden in Parijs. De vier vrienden van middelbare leeftijd zijn maatschappelijk succesvol. Ugo heeft een goed lopend restaurant, Marcello is verkeersvlieger, Michel televisieproducent en Philippe rechter. Het is de verdienste van Ferreri en zijn steracteurs dat die keuze voor de dood op de kijker als volkomen vanzelfsprekend overkomt.
De film kent een aantal legendarische hoogtepunten, zoals het met stront verstopte toilet dat ontploft. Of Michel die tijdens het laten van een schier eindeloze scheet sterft.
Een aanklacht tegen de consumptiemaatschappij, zo wordt La Grande Bouffe vaak genoemd. Iedereen mag in een kunstwerk zien wat hij wil, een goed kunstwerk is voor meerdere uitleg vatbaar, maar ik denk dat je La Grande Bouffe tekort doet door het als een maatschappijkritische film te zien. Het gaat volgens mij over de onverbeterlijkheid van de mens zelf.
Ferreri werd door rechts verafschuwd omdat het in zijn films een aanklacht tegen de kapitalistische manier van leven zag. Maar ook links lustte hem niet. In tegenstelling tot veel van zijn collega’s in de jaren ’60 en ’70 geloofde hij niet dat een linkse revolutie de oplossing ging brengen. Was het maar zo simpel. De mens zelf is het probleem. Hierbij moet aangetekend worden dat Ferreri veel van dieren hield en eerst dierenarts had willen worden.
Ferreri’s apolitieke houding wil niet zeggen dat zijn films vrijblijvend zijn. Deze tijd met zijn verbale en visuele diarree over eten kan een film als La Grande Bouffe goed gebruiken. Ik bedoel, ik hou ook van lekker eten. Een kookboek kan daarbij helpen. Twee nog meer. Om van drie maar te zwijgen. Maar Jezus Christus, dat oeverloze gelul over eten begint zo langzamerhand manische, ja, pathologische vormen aan te nemen. Het lijkt verdulleme wel of men het over eten heeft om het maar niet over andere dingen te hoeven hebben, zeg!
Zou een film als La Grande Bouffe vandaag de dag nog gemaakt kunnen worden? Laat ikzelf het antwoord maar geven: neen. Het ontbreekt ons aan producenten met ballen, regisseurs met visie en acteurs met een smoel. La Grande Bouffe komt uit een tijd dat niet alleen de auto’s, maar ook de mensen nog een gezicht hadden. Een tijd ook dat er veel films werden gemaakt die profetisch zijn gebleken. Ik noem een Network over de debilisering van de televisie, een Soylent Green over klimaatverandering, overbevolking en voedseltekort, een THX 1138 over de controlemaatschappij, een The Conversation over afluisteren…
Zulke films, ik zie ze niet meer gemaakt worden. Maar erger nog, ik zie het huidige publiek er ook niet meer naar kijken. De mensen zijn templates geworden. Well, fuck ’em! Wie op het volk bouwt, bouwt op zand, wist de Godfather al. Daarom roep ik de omroepen op La Grande Bouffe uit te zenden, 24 uur per dag, 7 dagen per week. Laat de kijkcijfers maar instorten. Wat maakt het uit? U gaat toch dood.
https://youtu.be/qHhjhtdmTR0