Dit is een gratis en voor iedereen leesbaar artikel, maar als u een abonnement op TPO+ neemt kunt u nóg meer briljante artikelen van Hans van Willigenburg lezen, en nog heel veel meer moois. Dus neem nu een abonnement op TPO+!
Sigrid Kaag is een geval apart. Wat voor haar pleit is dat ze veraf staat van de gezellige standpuntenfabriek, waar je in Hilversum, als Nederlandse politicus annex lopende band werker met weer een nieuw standpuntje, nou eenmaal in moet passen om airtime te scoren. Als je, zoals Kaag, namens de VN om de tafel hebt gezeten met het Syrische regime om ze uiteindelijk te laten instemmen met het opgeven van hun chemische wapens heeft dat als positieve bijwerking dat je jezelf niet meer druk maakt over een ‘101’-tje op Teletekst; iets waarvan politiek interviewer en VARA-nestor Paul Witteman, och arme, na zijn zeventigste laatst nog bij DWDD moest toegeven dat hij er altijd naar op zoek was om van een geslaagde uitzending – met ‘heet nieuws’, dus – te kunnen spreken. Met haar staat van dienst als internationaal diplomaat is Sigrid Kaag de eerste die de futiliteit van een 101-tje op Teletekst zal onderkennen.
Volgens Wikipedia is ze ‘polyglot’ en spreekt ze zes talen vloeiend, inclusief Arabisch. Geen wonder dat mevrouw Kaag een grote broek aan trok toen ze vorig jaar uitgenodigd werd de Abel Herzberg-lezing te verzorgen, waarin ze uitdroeg dat Nederland tijdens haar afwezigheid (onder meer vervulde ze een hoge functie bij Shell) gevaarlijk was afgedreven richting onverdraagzaamheid. Om deze observatie extra accent te geven, haalde ze er binnen vijf minuten het nationaal socialisme bij. Een kunstje dat ze wellicht van Frans Timmermans heeft afgekeken, of vice versa. Enfin. Ik wil maar zeggen, zeker gezien haar CV: misschien is mevrouw Kaag in haar eentje wel het dubbele aantal pagina’s waard dan de rest van het kabinet. Ze heeft in de afgelopen decennia bepaald niet stilgezeten. En als ze een positie inneemt, is dat godzijdank niet om een 101-tje te scoren. Bovendien: wanneer het woord ‘Twitter’ valt, kijkt ze meestal vies – óók best geinig.
Waarom is Sigrid Kaag dan toch ook een geval apart in negatieve zin? Ik had daarover zo mijn gedachten en haar optreden bij Buitenhof gisteren, bracht me niet van mijn stuk, integendeel. Hoewel mevrouw Kaag namens ‘de kampioen van de democratie’, D66, het kabinet is binnen gewandeld, ken ik geen politicus die zo openlijk vijandig de democratie bejegent. Juist omdat ik Sigrid Kaag bijzonder serieus neem (en, toegegeven, dat gebeurt niet zo vaak, dat ik iets serieus neem), zorg ik ervoor dat ik haar optredens altijd in programmeer, zodat ik ze terug kan kijken. En wat blijkt? Mevrouw Kaag is getrouwd met het begrip ‘complex’. Zodra ze kritische vragen krijgt, gaat ze uitleggen dat iets ‘complex’ is. En de volgende stap in de redeneertrant-Kaag is dan dat ‘er geen makkelijke oplossingen zijn’. Voor een studiegroep of filosofieweekend kan zo’n basishouding best vruchtbaar zijn. Of voor een eeuwigdurende vergadersessie dan wel gebedsdienst bij de Verenigde Naties. Maar als politicus is het, lijkt me, niet één van je kerntaken steeds een beroep op ‘complexiteit’ te doen ten einde iedereen weg te jagen om vervolgens als zelfbenoemde complexiteitskoningin, ongestoord, aan het complexe probleem te kunnen peuteren. Maar omgekeerd: de complexiteit te vertalen naar ook voor leken te begrijpen keuzes, die mensen op zijn minst verleiden naar de stembus te gaan.
Buitenhof-presentator Hugo Logtenberg (interviewer met potentie) had aardig door waar de achilleshiel van Kaag lag. Of Nederland nou wel of niet onverdraagzaam was geworden, wat had Kaag, zo vroeg hij, de autochtone Nederlanders te bieden die hun wijk de afgelopen decennia hadden zien ‘verkleuren’ en zich ‘niet meer thuis voelden’? Tja. Het antwoord ‘niks’ was voor mevrouw Kaag overduidelijk niet complex genoeg. Dus begon ze over het ‘in kaart brengen van de situatie’ en kwam ze na wat obligate zijpaden als scholing en taalvaardigheid (D66-stokpaardjes) uit bij de formulering dat je de ontevreden stemmen, die ongecensureerd natuurlijk te grof voor woorden waren, haha!, ‘vorm moest geven’. Een koddig antwoord, wel. Voor mijn geestesoog zag ik mevrouw Kaag in een handwerklokaal al druk bezig de onwelvoeglijke tekstballonnetjes uit de kwetsbare wijken weg te gummen en te vervangen door academisch meer verantwoorde tekstjes. Op de vraag of ze zich bezondigde aan censuur zei ze met haar charmante onderhandelarenglimlach: ‘Welnee, ik geef vórm.’
In het hoofd van Sigrid Kaag, zo stel ik me voor, is de politiek een onderonsje van mensen die doordrongen zijn van de complexiteit der dingen, hun neus ophalen voor makkelijke oplossingen en als er verkiezingen aankomen hard roepen dat ‘populisten’ als Baudet en Wilders voor ‘makkelijke oplossingen’ gaan, waarvan de kiezer vervolgens overtuigd moet worden dat ze inderdaad niet werken. Misschien is mevrouw Kaag dermate slim dat dit inderdaad de toekomst van de politiek is: een kaste van slimmeriken die zich permanent over onze ‘complexe problemen’ buigt en dat dusdanig kundig en vertrouwenwekkend doet, dat we het kiezen van politici op den duur net zo absurd zullen gaan vinden als het kiezen van longartsen, cardiologen of chirurgen.
Wie goed naar D66-minister Sigrid Kaag luistert hoort geen democraat, maar een zelfverzekerde arts die nooit meer door een kiezer lastiggevallen wil worden.