Het nieuwe akkoord dat coalitiepartijen hebben gesloten rondom het kinderpardon pakt slecht uit voor de meest kwetsbare vluchtelingen. Dat stelt VluchtelingenWerk Nederland dinsdag in reactie op een brief van staatssecretaris Mark Harbers (Justitie en Veiligheid). Daaruit blijkt volgens de organisatie dat Nederland afziet van het opnemen van honderden kwetsbare vluchtelingen, terwijl dit eerder wel is beloofd.
Het gaat om het zogenoemde hervestigingsprogramma van de Verenigde Naties. Vluchtelingen die wegens medische noodsituaties, politieke overtuiging of seksuele gerichtheid niet veilig zijn in vluchtelingenkampen, komen binnen dit programma in aanmerking voor vestiging in een van 35 deelnemende landen.
Nederland verplichtte zichzelf tot het opnemen van in totaal 1750 van dit soort vluchtelingen in de jaren 2016 (500), 2017 (500) en 2018 (750), maar in de praktijk werden dat er veel minder. Nu blijkt, aldus VluchtelingenWerk, dat Nederland niet van plan is de nog niet gevulde plekken uit die jaren alsnog te gebruiken voor kwetsbare vluchtelingen. Dat komt voor de organisatie als een verrassing.
“Beloofd is beloofd. Dit gaat letterlijk om mensenlevens”, aldus adjunct-directeur Jasper Kuipers. “Zoiets moffel je niet weg in de kleine lettertjes. Dit is bovendien slecht voor het vertrouwen van andere landen die deelnemen aan het VN-hervestigingsprogramma.”
In het kinderpardonakkoord is afgesproken dat Nederland het quotum voor de opname van dit soort vluchtelingen in 2019 weer heeft verlaagd naar 500. Het niet nakomen van afspraken uit voorgaande jaren is nieuw, aldus VluchtelingenWerk. “In de toelichting van het kinderpardonakkoord aan de Tweede Kamer is hier met geen woord over gesproken”, aldus de organisatie.
(ANP)