De campagne voor de Provinciale Statenverkiezingen loopt op zijn einde en we kunnen rustig constateren dat het nauwelijks over provinciale thema’s is gegaan. Dat is vooral problematisch bij nieuwe partijen: waar staan ze straks in de provincie voor? Bij FvD was daar vrijwel geen aandacht voor, terwijl de partij wel torenhoog in de peilingen staat. Zelfs bij de eigen bijeenkomsten in het land kwamen we dit niet te weten: de nadruk lag op allerlei landelijke thema’s zoals klimaat, migratie en koopkracht. De provinciale standpunten lagen ook daar – letterlijk in de provincie – niet in de etalage.
Waar staat FvD straks in de Provinciale Staten echt voor? We kunnen dat wel op de website van FvD vinden, maar niemand lijkt er enige interesse in te hebben. Daarom een analyse van de provinciale standpunten die FvD op de eigen website presenteert.
Bij de provinciale standpunten zien we de rare organisatie die FvD is: wie heeft deze standpunten nu precies bedacht? De hiërarchische partijstructuur – waarbij leden zich nooit mochten uitspreken over de provinciale programma’s – maakt dat het logisch is te veronderstellen dat het partijbestuur één programma maakte voor alle provincies samen. Toch is dit niet het geval: vooral de verwoording van standpunten verschilt en er zijn soms specifieke provinciale voorstellen. Dit suggereert dat de kandidaten in de provincie soms wel degelijk naar hun eigen programma hebben gekeken, al is het meestal niet lang.
Op sommige punten heeft FvD duidelijk één lijn door alle provincies getrokken. Twee onderdelen zijn overal hetzelfde: bestuur en energie. In alle provincies wil FvD terug naar de kerntaken van de provincie, een gekozen Commissaris van de Koning en alleen gemeentelijke fusies als de bewoners van de betreffende gemeenten daar voorstander van zijn. Die gekozen Commissaris is trouwens niet via de Provinciale Staten te regelen. Ook wil FvD in alle provincies stoppen met de energietransitie: geen windmolenparken en ook geen zonneweides meer.
Per provincie is de verwoording van veel standpunten weliswaar verschillend, maar de inhoud is grotendeels hetzelfde. Op veel terreinen klinkt FvD vooral als een middle-of-the-road partij die dingen wil die andere partijen óók niet kunnen realiseren. Zo wil FvD de leefbaarheid in krimpregio’s behouden en buitengebieden en kleine dorpskernen revitaliseren. Tegelijk wil FvD het provinciale landschap behouden, toerisme in een aantal provincies stimuleren en in de Randstad juist spreiden. Bovendien wil FvD woningbouw stimuleren, bureaucratische blokkades aanpakken en ambtelijke procedures stroomlijnen.
Op allerlei punten klinkt FvD vooral als de VVD: een partij voor mensen die willen ondernemen, waaronder specifiek in de agrarische sector. Het MKB moet mee kunnen doen aan provinciale aanbestedingen en de provincie moet facturen van MKB en ZZP’ers sneller betalen. Provinciale regelgeving op het gebied van landbouw moet gestopt worden en de agrarische sector moet juist worden gesteund. Ook wil FvD een zuinige overheid: lagere provinciale belastingen en snoeien in subsidies. Reserves zouden ten goede moeten komen aan burgers, klinkt het wat vaagjes.
FvD is ook VVD’erig op het gebied van infrastructuur. We zien een groot aantal voorstellen: de A2 en A76 moeten driebaanswegen worden, de A27 moet worden aangepakt, de N35 moet een vierbaans Rijksweg worden, de N33 moet worden verbreed en de Westerscheldetunnel moet tolvrij worden.
FvD klinkt minder VVD’erig als we naar de maatregelen over openbaar vervoer kijken. Daarin wil FvD óók investeren: de treinverbinding Roermond-Nijmegen moet worden gemoderniseerd, Emmen-Zwolle verdubbeld en er moeten lijnen komen tussen Zelzate en Terneuzen en tussen Enschede en Groningen. In Limburg wil FvD goed openbaar vervoer over de landsgrenzen, in Zuid-Holland wil de partij meer light rail, en er zou light rail tussen Flevoland en Utrecht moeten komen. De Noord/Zuidlijn moet worden doorgetrokken naar Schiphol en in de Randstad wil FvD snelfietspaden.
Er was onlangs een bijeenkomst van VVD-prominenten in het kader van de verkiezingscampagne. Klaas Dijkhoff suggereerde daar dat de VVD zich meer op de middeninkomens moet gaan richten omdat er op rechts inmiddels te veel concurrentie is van PVV en FvD. Dat is in ieder geval op provinciaal niveau niet onterecht: op de traditionele VVD-punten als een zuinige overheid, infrastructuur en ondernemen lijkt FvD zo goed als hetzelfde programma te hebben. FvD voegt er vooral wat openbaar vervoer en snelfietspaden aan toe.
Maar of FvD echt op de VVD lijkt moet nog maar blijken. FvD doet met haar provinciale programma’s vooral een poging niemand van zich te vervreemden. Wat je achtergrond ook is, er staan altijd wel wat investeringen in die je aan zullen spreken. Uiteindelijk zal ook FvD prioriteiten moeten stellen omdat er geen geld is om al dat moois tegelijk te realiseren. Krijgt asfalt dan voorrang op het spoor of andersom?
Zo zien we waarom je bij FvD ondanks alle stellige uitspraken toch niet weet waar je aan toe bent: er zijn heel veel plannen die allemaal heel veel geld kosten en die er nooit allemaal tegelijk gaan komen. Wat van FvD voorrang krijgt staat nergens, is dus onbekend voor kiezers en eigenlijk zelfs voor de eigen kandidaten. Ruzie in de fractie zit straks in klein hoekje en teleurgestelde kiezers ook. Of allebei natuurlijk.
Chris Aalberts volgt de komende maanden de entree van FvD in de provinciale politiek onder de titel ‘Met FvD de provincie in’. Binnenkort volgt een crowdfundingactie om deze serie mogelijk te maken. Tips voor deze serie zijn welkom via [email protected].