Dit is een gratis en voor iedereen leesbaar artikel, maar als u een abonnement op TPO+ neemt kunt u nóg meer briljante artikelen van Hans van Willigenburg lezen, en nog heel veel meer moois. Dus neem nu een abonnement op TPO+!
Afgaand op het slotdebat bij de NOS, gisteravond, doet het er haast niet meer toe wat je idealen zijn en of je überhaupt ideeën hebt: het gaat erom, als ik het tenminste goed heb begrepen, dat je als partij en als kiezer bereid bent om, ‘mee te doen’. Waar je dan precies geacht wordt aan ‘mee te doen’ is me niet helemaal duidelijk (en wellicht dat onze politici nog net bereid zijn daar een nuanceverschil over toe te staan), maar vast staat dat de basisvoorwaarden van het ‘mee doen’ zijn dat je zoiets doet als ‘je tegenstander met respect bejegenen’, het land ordentelijk ‘willen doorgeven aan volgende generaties’ en ‘niet de haat zoeken, maar de verbinding’. Aan open deuren en dooddoeners heeft het de Nederlandse politiek nooit ontbroken, maar gisteren, een dag na de aanslag in Utrecht, kregen we er als kijker nog een schepje extra van geserveerd. De broodjes werden zoeter dan ooit gebakken.
Waren we getuige van kopstukken die een laatste, ultieme poging deden om ons, kiezers, over streep te trekken? Of keken naar een met gaapverwekkende teksten dichtgetimmerde dinsdagavond van een voort hobbelende gezelligheidsvereniging? Wanneer je het slotdebat in een eenvoudige tekening zo adequaat mogelijk zou moeten weergeven, zou je alle partijen, uitgezonderd PVV en Forum voor Democratie, in een gezellig koffiehuis laten bivakkeren. ‘Stem op het koffiehuis!’ was eigenlijk de collectieve boodschap van de gevestigde partijen. ‘En niet op die ongezellige jongens en meisjes, die het koffiehuis mijden en zo kinderachtig zijn om hun eigen gelijk niet na een paar kopjes koffie uit het raam te gooien.’
Opeens werd zonneklaar waarom er in Nederland, in de pers bijna even hard als in de politiek, met diepe afkeer wordt gekeken naar de Brexit. Wij kunnen ons bijna niet voorstellen dat je ergens gepassioneerd ‘voor’ of ‘tegen’ bent. Laat staan dat je de soevereiniteit van je land dusdanig serieus neemt, dat je, zoals de Britten, geen deel meer wilt uitmaken van een koffiehuis ergens in een anoniem buitenland, in dit geval België, Brussel. In Nederland geldt het al snel als ‘wijsheid’ en ‘staatsmanschap’ wanneer je tot in het oneindige koffie blijft drinken. Dan ben je gematigd, voorspelbaar, niet-polariserend bezig. Zo’n eindeloze koffieleut is goed voor het bedrijfsleven. En de centjes.
Niet voor niets betwistte de Franse schrijver Michel Houellebecq onlangs of Nederland wel echt een land was; hij noemde ons, met zijn loepzuivere gevoel voor de reële verhoudingen ‘een ras van polyglotte en opportunistische handelaren’ en, gevraagd naar onze standpunten in deze en gene ontsnapte hem de volgende zin: ‘Geen land, hoogstens een bedrijf.’ Het slotdebat in ogenschouw nemend kun je Houellebecq niet anders dan gelijk geven. Eigenlijk werden we door onze politici niet aangesproken als kiezers met een eigen mening en visie (laat staan een eigen ‘gevoel’ bij wat ons vanuit Den Haag wordt voorgeschoteld), maar als aandeelhouders die, wanneer ze enig fatsoen in hun donder hebben, tot geen andere conclusie kunnen komen dan mee te stemmen met de bedrijfsleiding, op straffe van chaos en onmiddellijke waardedaling. Alles-voor-de-economie! En het wonderbaarlijke is: links heeft zich in ons polderland bijna nóg enthousiaster dan rechts op dit adagium gestort. Het klimaat? Een sexy moneymaker, waar je gewetensvolle ziel ook nog eens lekker door gebalsemd wordt (‘ik deug’)! Win-win. Dóen!
Het lachwekkende dieptepunt is dat we tegenwoordig jaartallen als ‘2030’ en ‘2050’ nodig hebben om een enigszins serieus te nemen meningsverschil op touw te zetten. De zelffelicitatie is het belangrijkste, retorische gebod geworden. Weiger je, dan ben je ‘zuur’. Je hoort er premier Rutte al grijnzend van oor tot oor bij roepen dat dit ronduit kindse debatklimaat weer zo’n kenmerk is van het ‘mieterse’, of nee, ‘gave land’ dat we zijn.
Mensen mensen, toch, je zou er bijna Baudet van gaan stemmen. Bijna…