Dit is deel drie van een drieluik. Lees hier deel 1, lees hier deel 2.
In deze saaie tijden kan men verlangen naar oorlog. Er heerst een vermoeidheid wat vrede betreft. Als de oorlog eenmaal is uitgebroken, weten de slachtoffers en de verliezers beter. Als een granaatscherf de helft van jouw gelaat wegslaat, als je jarenlang dwangarbeid moet doen in een Siberisch kamp of als jouw kinderen levend verbrand worden tijdens een bombardement, slaat dit verlangen radicaal om. Dan blijft schaamte, wroeging en schuldgevoel over.
Het is dus zaak om bij de volgende Europese verkiezingen zijn stem uit de brengen op niet al te oorlogszuchtige volksvertegenwoordigers. Evenmin op lieden die agressie van andere landen kunnen uitlokken. En ook niet op diegenen die te laks zijn om zich voor te bereiden op mogelijk vijandige landen of op terroristische groeperingen die steeds gevaarlijker wapens in handen krijgen.
Op welke kandidaten moeten we dan wel stemmen? Zou het misschien mooi zijn als iedereen stemt op uitgesproken christelijke partijen? Daar zitten heel brave mensen. Probleem is dat ze vaak te naïef zijn, vergevingsgezind en zo goedhartig dat ze de kwade bedoelingen van anderen niet zien of schromelijk onderschatten. In de wereldpolitiek speelt macht een alles overheersende rol. Machiavelli zou in onze tijden een onschuldige kleuter lijken.
Partijen die geleid worden door populisten hebben het nadeel dat ze de samenleving polariseren. Een populist kan echter ook de vinger op de zere plek leggen en het land waarschuwen voor reële gevaren. De andere partijen, links en in het middenveld, richten zich op het grote publiek. Dat komt erop neer dat alleen de korte termijn telt en de koopkracht. Dat gaat goed, zolang de dreiging van buitenaf of van binnenuit niet explodeert. De politici die tot nu toe Nederland hebben geleid, zijn keurige mensen met een hart voor de zaak. In barre tijden zullen we keiharde bikkels nodig hebben, die lak hebben aan politiek correcte onzin en juridisch getouwtrek. Weg polder, liever een fort.
Een advies voor een bepaalde partij heeft, omwille van het bovenstaande, weinig zin. Het voorstel in deel 1 van deze reeks om voor personen te stemmen in plaats van op partijen, lijkt hier het meest aangewezen. De Europese Confederatie kan trouwens het best geleid worden door persoonlijkheden die boven de partijpolitiek staan.
We kunnen het slachtoffer worden van een burgeroorlog, van terroristische aanslagen met een grote impact en in het minst waarschijnlijke geval, van een grootmacht die de oorlog verklaart aan Europa. We moeten daarom onderscheid maken tussen gevaren die Europa van binnenuit bedreigen en gevaren van buitenaf. Van binnenuit worden we bedreigd door de polarisatie in de samenleving, door groepen die een samenleving binnen de samenleving vormen en vijandig staan tegenover de autochtone bevolking en door de ongecontroleerde immigratie van ongewenste vreemdelingen. Van buitenaf wordt Europa bedreigd door de toenemende invloed van China op economisch gebied, de spanningen in het Midden-Oosten die kunnen overwaaien naar ons continent, de financiering vanuit de Golfstaten van terrorisme en extremisme en door de ideologie van de Rechten van de Mens waarover andere culturen grondig van mening verschillen.
Paradoxaal in de discussie over vrede is dat het streven naar vrede, tot oorlog kan leiden. Politici hebben het vaak over ‘de oorlog tegen het terrorisme’. De islam heeft tot doel de eeuwige vrede, die alleen bereikt kan worden als iedereen moslim is. Daarvoor is een heilige oorlog noodzakelijk. Toen na de Tweede Wereldoorlog de eerste pogingen werden ondernomen om Europa te verenigen, was het doel van de oprichters de eeuwige vrede, want ‘dat nooit meer!’. Op de analogie met de jihad van de moslims heb ik eerder gewezen.
In het Europese project staan de mensenrechten voorop. Milner zegt hierover dat zodra men in politieke zin denkt over mensenrechten, dit tot verdeeldheid leidt. De politieke antwoorden over de mensenrechten kunnen namelijk verschillen. De Verklaring van de Universele Rechten van de Mens kan worden uitgelegd als Europees imperialisme. Hoe die rechten in China en in islamitische landen met de voeten worden getreden of anders worden geïnterpreteerd, is er het bewijs van. Het voortdurend bekritiseren van deze landen vanuit Europa, kan daarom een omgekeerd effect hebben en eventueel leiden tot gewelddadige reacties.
Europa kan geen eiland van vrede zijn, omringd door landen waar oorlog is. Europa speelt echter geen rol in de internationale politiek. In het vorige deel wees ik er op dat de VS de Europese Unie als een grap beschouwen. Europa kan veel beslissen, maar niet over oorlog en vrede. Europa kan geen initiatief nemen zoals de VS en Rusland. De Navo heeft tot nog toe een stabiliserende rol gespeeld, maar grote veranderingen zijn gaande. Op het wereldtoneel zijn de tectonische platen van de internationale politiek aan het verschuiven. De rivaliteit tussen de grootmachten neemt toe. Rusland probeert de status quo te verstoren. De bevolking van China is vier keer groter dan die van de VS en eist haar plaats op in de wereldpolitiek. Omwille van China zullen de VS de aandacht meer en meer focussen op Azië, ten koste van Europa. Europa komt er alleen voor te staan en wordt tegelijkertijd machtelozer.
Verder is er geen gemeenschappelijk Europees front ten aanzien van het islamitisch terrorisme en het probleem van de vluchtelingen. Duitsland houdt zich verre van militair ingrijpen en laat het over aan Frankrijk. Militaire interventies in het buitenland worden geprezen, in zoverre we in Europa rustig verder kunnen leven en onze militairen niet sneuvelen. Hypocrisie is hier niet ver te zoeken.
Alles samen genomen ziet het er somber uit. Europa is machteloos. We worden bedreigd van binnenuit. In de wereldpolitiek woedt een continue strijd om de macht. Europa dat ooit zo machtig was en de halve wereld in bezit had genomen, heeft geen stem meer op het wereldtoneel. We zijn trots als ons land in de Veiligheidsraad een zetel heeft, maar we zitten er voor spek en bonen bij. We mogen het echter hierbij niet laten zitten. Ons bestaan en dat van onze kinderen staan op het spel. Ik beperk mij hier tot twee voorstellen om de plaats van Europa in de wereld veilig te stellen.
Het eerste voorstel kan in deze context misschien vreemd lijken. Ik meen namelijk dat het voor de macht een grondvoorwaarde is dat Europa stabiliteit en eendracht kent. Deze voorwaarde wordt ondermijnd van onder af, namelijk door het vervagen van de sekseverschillen en door de aftakeling van het gezin (dat ondanks alle gedoe over gender dè hoeksteen van een stabiele samenleving blijft). Dit kunnen we bestrijden door de rol van mannen en vrouwen duidelijk te onderscheiden en alle prioriteit te geven aan de versteviging van het gezin, waar een moeder en een vader samen hun kinderen opvoeden. Dan weten zij in elk geval waarom ze moeten vechten om de vrede in Europa te bewaren. Deze mensen zullen het grondig eens zijn met een versterking van de defensie. Daarentegen brengt het slappe gedoe van homolesbietransbitjes Europa in groot gevaar en ze zorgen niet voor het voortbestaan van de mensheid. Homo’s en dergelijke moeten met alle respect en gelijkwaardig worden behandeld, maar het zijn wel de gezinnen die de toekomst van de samenleving veilig stellen. Niet voor niets staat op de eerste pagina van de Bijbel: ‘Weest vruchtbaar en wordt talrijk’. Je hoeft niet gelovig te zijn om de betekenis van deze duizendjarige wijsheid te begrijpen.
Het tweede voorstel gaat over de veiligheid van de burgers. Dit begint in de samenleving en is afhankelijk van de verbondenheid die mensen met elkaar voelen. Verbondenheid is gebaseerd op gedeelde normen en waarden, op verwantschap en op een gedeelde geschiedenis. Ik ben ervan overtuigd dat er pas perspectief zal zijn op algehele wereldvrede, als iedereen terugkeert naar de landen waar de voorouders hebben geleefd, om daar hun verantwoordelijkheid op te nemen. Verantwoordelijkheid die begint in het gezin.
Voor de Europese verkiezingen is mijn advies te stemmen voor mensen die de gezinspolitiek als het fundament zien van de samenleving. Voor mensen die benadrukken dat voor elke vrouw en man het de belangrijkste opdracht is een gezin te stichten, trouw te zijn in hun relatie, zodat ze de kinderen de nodige stabiliteit en veiligheid in de opvoeding geven. Die veiligheid is het begin van veiligheid in de wereld. Kandidaten die zelf een stabiel gezin hebben gesticht, zijn daarom de meest aangewezen personen om politieke macht uit te oefenen.
Bij deze voorstellen is een Europese Confederatie van nationale staten de beste bestuursvorm voor ons continent. Een confederatie berust op onderling vertrouwen en dat vertrouwen komt tot stand bij mensen die elkaar hebben leren te vertrouwen. In het gezin.
Lees ook: Europese verkiezingen zijn nergens voor nodig, of misschien toch wel (1)
Lees ook: Europese verkiezingen zijn nergens voor nodig, of misschien toch wel (2)