De PVV vindt het onaanvaardbaar dat sommige aangiftes van PVV-leider Geert Wilders in een lade verdwijnen. Het Openbaar Ministerie (OM) liet Wilders eind vorige maand weten dat een deel van zijn aangiftes van digitale doodsbedreigingen niet verder worden behandeld omdat de bedreigers zich buiten Europa bevinden en omdat er geen concrete aanwijzingen zijn dat ze zich naar Nederland zullen begeven. Dat is tegen het zere been van PVV Kamerlid Gidi Markuszower die donderdag opheldering wil van minister van Justitie en Veiligheid Ferd Grapperhaus (CDA).
Voor een vraag over minder minder kom je voor de rechter.
Maar doodsbedreigingen mogen dus van het @Het_OM zolang ze maar van buiten Europa komen en er “geen concrete aanwijzingen zijn dat de verzenders zich naar Nederland zullen begeven”.
Levensgevaarlijk en compleet gestoord. pic.twitter.com/PzkVLTPaVx
— Geert Wilders (@geertwilderspvv) 8 april 2019
Volgens Markuszower geeft het OM nu het signaal af dat ‘dat doodsbedreigingen, die mogelijk uit het buitenland komen, worden getolereerd’. De PVV’er wil dat Grapperhaus het OM ‘met de grootste spoed’ instrueert alsnog deze verdachten op te sporen en te vervolgen.
Markuszower wijst in dat licht op de Pakistaanse moslimterrorist Juniad I. die Wilders in 2018 vanuit Frankrijk op Facebook bedreigde en een dag later werd opgepakt op het Centraal Station van Den Haag op verdenking van het voorbereiden van een aanslag.
“Beseft u dat als deze doodsbedreigers eenmaal de grens over zijn, het dan al te laat kan zijn, en dat u hier dan mede verantwoordelijkheid voor draagt?”, sluit Markuszower zijn Kamervragen af.