Ook wie jonger is dan zestien en niet gelukkig is met het geslacht dat zijn identiteitsbewijs vermeldt, kan dat voortaan wijzigen. Wel moet een jongere daarvoor naar de rechter.
Jonge transgenders willen niet tot hun zestiende verjaardag wachten tot ze het geslacht op hun geboorteakte, en daarmee op hun paspoort of ID-kaart, kunnen veranderen, schrijft minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) aan de Tweede Kamer. Dat ze nog te boek staan als man of vrouw, maar zich anders voelen, knelt vooral op de middelbare school en op momenten dat ze zich moeten identificeren.
Deskundigen waarschuwen wel dat kinderen er vaak nog niet helemaal en definitief uit zijn met welk geslacht ze door het leven willen. En een verandering heeft ingrijpende gevolgen. Daarom krijgt de rechter het laatste woord over een verzoek om de geslachtsaanduiding te wijzigen. Het kind en de ouders moeten de rechter ervan overtuigen dat dat een goed idee is.
Voor wie ouder is dan zestien wordt het ook gemakkelijker om zijn of haar geregistreerde geslacht te wijzigen. Nu is daarvoor nog een verklaring van een arts of psycholoog nodig, om te voorkomen dat iemand in een opwelling of vlaag van verstandsverbijstering een verzoek indient. Dekker schrapt die eis. Vier weken bedenktijd vindt hij bij nader inzien genoeg.
Een doodenkele keer bedenkt een transgender zich na wijziging van zijn geboorteakte alsnog. Dat vindt Dekker onwenselijk, maar ook weer geen ernstig probleem. Hij wil daarom de mogelijkheid laten een wijziging één keer terug te draaien. Wie ook daarop weer wil terugkomen, moet naar de rechter.
Sinds het veranderen van de geslachtsaanduiding in 2014 werd vereenvoudigd, wordt daar steeds vaker gebruik van gemaakt. In 2015 gebeurde dat 460 keer, drie jaar later 640 keer.
ANP