De pensioencrisis duurt nu al meer dan 10 jaar en is voor het grootste deel veroorzaakt door politici die niet afhankelijk zijn van een goed pensioen omdat zij tot ver na hun AOW-leeftijd lucratieve banen hebben. Voor een pensioenakkoord is medewerking van de vakbeweging nodig, terwijl gepensioneerden en jongeren niet naar hun mening wordt gevraagd.
De belangrijkste oorzaken van de pensioencrisis zijn:
De pensioencrisis in Nederland is niet los te zien van de vertrouwenscrisis in de politiek, veroorzaakt door een structureel democratisch tekort en door onopgeloste maatschappelijke problemen. Drie kabinetten Rutte hebben het beeld van bijna jaar jaar crisismanagement bepaald. Kern daarvan is de VVD, die helaas steeds zelfgenoegzamer is geworden vanuit een soort ‘alles moet-kunnen-mentaliteit’ (particulier vuurwerk, drugs, 130 km rijden op de snelweg, fossiele open haarden/barbecues, pretvluchten etc.).
Van de personen van 65 tot 75 jaar vindt 42% dat het de verkeerde kant op gaat met Nederland (CBS). De samenleving is volgens driekwart van de Nederlanders gepolariseerd (SCP). De kabinetten Rutte hebben daar flink aan bijgedragen (immigratie en integratie, klimaat, pensioen). Die polarisatie heeft een hoog prijskaartje. In een aantal beroepssectoren is het ziekteverzuim zeer hoog, zoals in de zorg, politie en onderwijs. Dat is dan weer aanleiding voor vakbonden om te pleiten voor hogere beloning, bevriezing van de AOW-leeftijd op 66 jaar en een lijst voor zware beroepen.
Mede door de gespannenheid in de samenleving zijn grote thema’s, zoals de pensioencrisis, te laat aan de oppervlakte gekomen. Burgers denken pas laat over hun pensioen na. Zij beseffen daarbij onvoldoende dat een relatief lage AOW-of pensioenleeftijd met een snel groeiend aantal AOW-ers en een hoog aanvullend pensioen tegenpolen zijn.
Voor een toekomst met perspectief is een visie nodig, niet alleen bij het pensioenvraagstuk, maar bij alle belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen. Sommige politici vinden een visie een hinderpaal die het uitzicht op het dagelijks leven belemmert. Maar ondertussen krijgt Nederland al circa tien jaar te weinig antwoord op de vraag hoe we het beste kunnen omgaan met de globalisering van de wereldeconomie. Multinationals dwingen nationale regeringen tot onverantwoord lage winstbelastingen, ten nadele van het MKB en de burgers. De vermogensongelijkheid neemt daardoor alsmaar toe.
Maatschappelijke regels, fatsoensnormen en wederzijds respect staan in Nederland onder druk. Er komen er steeds meer signalen van infiltratie (-pogingen) van de onderwereld in de handhavende macht (met name politie en douane), en van bedreigingen van burgers, doktersassistenten, conducteurs, leraren, burgemeesters en andere bestuurders. Hulpverleners worden bedreigd tijdens hun werk. In tal van beroepssectoren is de werkdruk door al deze ontwikkelingen sterk toegenomen. De oplossing is niet het vluchten in een stagnerende AOW- of pensioenleeftijd, maar het aanpakken van de werkelijke problemen.
De afschaffing van het raadgevend referendum, zonder een reëel alternatief te bieden, is een cruciale fout geweest van het kabinet Rutte III. Het was het laatste instrument voor directe invloed op belangrijke besluiten in de landelijke politiek. De minister-president is nu tot een soort zonnekoning gepromoveerd die zijn eigen persoonlijke agenda, zoals de afschaffing van de dividendbelasting, kan proberen door te drukken. Ook dat ondermijnt het vertrouwen.
De koopkracht van de pensioenen wordt afgebroken door het beleid van de kabinetten Rutte via de nationale rekenrente voor pensioenfondsen, via fiscale- en premiemaatregelen, en daarnaast door aanmoedigingen aan het bedrijfsleven om de lonen te verhogen. Sinds de start van het eerste kabinet Rutte zijn de prijzen met 15% gestegen. Volgens het Nibud zijn alle gepensioneerden tussen 2010 en 2019 (dus tijdens de kabinetten Rutte) met meer dan 5.000 euro aanvullend pensioen per jaar er in koopkracht op achteruit gegaan. Werkenden gingen er blijkens cijfers van het Nibud veel minder op achteruit: 2,6% (dankzij een loonstijging van gemiddeld 11,3%).
Gepensioneerden (en uitkeringstrekkers) blijken bij nieuwe fiscale- en zorgpremieplannen steeds weer het kind van de rekening te zijn, zoals nu ook weer blijkt uit de doorrekening van het ontwerp-Klimaatakkoord door het CPB (maart 2019). Dit blijkt ook weer uit het artikel van prof. mr. Jos Teunissen in ThePostOnline. Gevolg van de fiscale en premiepolitiek van de kabinetten Rutte is ook dat het fiscale en premiestelsel nodeloos ingewikkeld is geworden, met negatieve gevolgen voor de uitvoerbaarheid.
Bij de afbouw van de fiscale algemene heffingskorting en gelijktijdige verhoging van de arbeidskorting en verhoging van het onderste belastingtarief met 4% zijn de gepensioneerden achtergesteld. De gepensioneerden bleven de inkomensafhankelijke inkomensbijdrage (5,7% van het inkomen) voor de Zorgverzekeringswet zonder compensatie zelf betalen, terwijl die voor werknemers sinds 2013 door de werkgevers wordt gedragen.
Het is bijzonder laf om de belastingverlaging voor werkenden en bedrijfsleven mede te financieren uit een BTW-verhoging op gezonde voeding (van 6% naar 9%), waartegen gepensioneerden zich niet kunnen verdedigen.
Verkiezingen bieden geen soelaas, omdat zowel partijen links als rechts om het kabinet de pensioenproblematiek niet hoog op de agenda hebben staan, en omdat zowel VVD, CDA als PvdA hebben meegedaan aan het wegsluizen van APB-reserves.
Het nieuwe stelsel dient democratischer, transparanter en weerbaarder tegen misstanden te zijn. Het pensioenmanifest van publieke omroep MAX is een stap in de goede richting, maar er is meer nodig:
We kunnen de pensioenplannen van minister Koolmees toetsen op bovenstaande 28 punten. Hopelijk maakt Rutte net als bij de onderwerpen dividendbelasting, Europa, en klimaatakkoord alsnog een draai ten goede.
Volgens de minister-president hebben de gepensioneerden het beter dan vorige generaties gepensioneerden. Dat is vanzelfsprekend. Vorige generaties hadden geen of nauwelijks aanvullend pensioen, maar dat is geen reden om het pensioensysteem nu af te breken. Solidariteit met jongeren is prima, maar het is misplaatste schaamte van veel gepensioneerden om niet tevens voor hun eigen legitieme belangen op te komen. Wat dat betreft kunnen veel gepensioneerden nog veel leren van hun assertieve kinderen en kleinkinderen.