Achtergrond

Bonnie & Clyde poetry is hoax

21-04-2019 14:34

Picture taken in the early 30s of outlaws Bonnie Parker (R) and Clyde Barrow. AFP PHOTO/FILES

Dit artikel kunt u gratis lezen dankzij de abonnees van TPO+.  Want dankzij hen kon TPO recent een samenwerkingsverband aangaan met Bart FM Droog in het kader van zijn onderzoek naar valse Hitler-schilderijen (Waarvan dit verhaal over Bonnie en Clyde een aardige bijvangst is).  Maak ook dit soort kwaliteitsjournalistiek mogelijk en neem een abonnement op TPO+ en geniet van nog veel meer voordelen.

Veel mensen hebben een merkwaardige fascinatie voor Hitler en andere nazirommel, die hen – tegen beter weten in – tot makkelijke prooi maakt voor zwendelaars. En dat maakt het veilinghuizen in met name Duitsland en de Verenigde Staten mogelijk om miljoenen om te zetten met de verkoop van allerhande vervalste troep die door Hitler of andere nazicriminelen gemaakt of gebruikt zouden zijn – schilderijen, gedichten, een kapotte telefoon (bijna een kwart miljoen euro bracht dat ding op!), onderbroeken – you name it.

Een zelfde soort fascinatie bestaat voor sommige misdadigers. Een goed voorbeeld is het Amerikaanse gangsterduo Bonnie & Clyde, dat momenteel figureert in de aanbevelenswaardige Netflix-film The Highwayman van regisseur John Lee Hancock. De carrière van deze twee moordzuchtige geliefden eindigde op 23 mei 1934 in een kogelregen van de politie.

De fascinatie voor dit stel was toen al zo groot, dat souvenirjagers van hun lijken verjaagd moesten worden: flarden van de misdadigers zouden op veilingen veel geld kunnen opbrengen. Vóór het stel onder de aarde verdween wisten deze menselijke aasgieren evenwel haarplukken van Bonnie en een oor van Clyde buit te maken.

Bonnie en Clyde heetten voluit Bonnie Parker en Clyde Barrow. Ze waren amper begraven of Clydes zus Nellie en Bonnies moeder Emma publiceerden een weinig betrouwbare biografie over het duo: Fugitives: The Story of Clyde Barrow and Bonnie Parker. Daarin stond een versje afgedrukt dat de ever-so (not!) gevoelige Bonnie geschreven zou hebben. Het boek vloog over de toonbanken en is nog steeds in druk verkrijgbaar.

Het is dan ook niet vreemd dat later óók gedichten van Bonnies mannelijke wederhelft ‘ontdekt’ zijn: een heel notitieboekje vol zelfs. Dit boekje wordt met een groot aantal foto’s op 4 mei 2019 bij het Amerikaanse Heritage Auctions geveild. De gedichten moeten minimaal 7500 dollar opbrengen. De foto’s  (echte foto’s, maar weinig bijzonder) denkt men te verkopen voor 10.000 dollar.

Het is nogal duidelijk dat het boekje met gedichten alleen maar een vervalsing kan zijn. Maar dat weerhoudt de Angelsaksische pers er niet van er kritiekloos over te schrijven. Men kan zich slechts verwonderen over de naïviteit die uit dit Guardian-stuk of dit NPR-bericht (Amerikaanse publieke radio) spreekt.

Want uit de beschrijving die het veilinghuis geeft van het notitieboekje blijkt al dat de echtheid allerminst vaststaat: “Gedichten ogenschijnlijk geschreven door de legendarische criminelen.”

Het veilinghuis vervolgt: “Om vast te stellen of deze gedichten inderdaad door Bonnie en Clyde zijn neergeschreven, zouden we ze op verschillende manieren kunnen onderzoeken. Helaas zijn er weinig authentieke handschriften van de twee bewaard gebleven, en wat bewaard is bestaat uit hoguit fragmenten. Er zijn overeenkomsten met die fragmenten, maar voor ons te weinig om het manuscript van de gedichten te authenticeren.”

Nu is het eenvoudig zo dat als de authenticiteit van een door een beroemdheid handgeschreven tekst niet kan worden kan worden vastgesteld, zo’n manuscript automatisch als niet echt geldt. Dat zegt het veilinghuis dus ook, maar wel zeer omfloerst.

Hadden ze het daar bij gelaten, dan was het iedereen duidelijk geweest dat deze gedichten zo fake zijn als de Vermeers van Han van Meegeren. Maar het veilinghuis continueert:

“Zijn er dan geen andere experts die dit materiaal wel kunnen authenticeren? Wij denken van wel. Deze experts waren de moeder van Bonnie en de zus van Clyde.”

Zucht. Beiden zijn al jaren dood en beiden waren verantwoordelijk voor het verspreiden van tal van mythes over deze twee misdadigers. Met zulke besmette getuigen is geen verder bewijs vóór de valsheid van dit materiaal nodig.

Het veilinghuis wijst dan ook in de kleine lettertjes in de verkoopvoorwaarden elke verantwoordelijkheid voor vaststellen van de authenticiteit van de te veilen werk – ongeacht wat het is – compleet af. Of, om met Thierry Baudet te spreken: “Caveat emptor!”