Ooit hadden we een Rijksgebouwendienst, waar mensen werkten met een liefde voor monumenten. Enkele jaren geleden werd dit het Rijksvastgoedbedrijf, waar vooral mensen lijken te zitten die houden van vastgoed. Misschien verklaart dit hoe bij de verbouwing van het Binnenhof twee zulke werelden met elkaar in conflict zijn geraakt. Een strijd tussen mensen die elke dag werken in de Tweede Kamer en houden van de gebouwen aan het Binnenhof en architecten die het onderhoud van de Tweede Kamer vooral zien als een prestigeproject en die in ons parlement graag hun eigen architectonische ‘handtekening’ willen achterlaten. Ik herinner me nog goed hoe tijdens een Kamerdebat op 10 december 2015 heel precies en tot in detail werd vastgesteld welk achterstallig onderhoud moest worden gepleegd. Ook werd toen beloofd dat de verbouwing en de tijdelijke verhuizing van de Tweede Kamer niet meer dan 475 miljoen euro zou kosten.
Wat daarna gebeurde is typisch. De hele aanbesteding van het politiek zo gevoelige bouwproject werd geheim verklaard en gegund aan de architecten van OMA, het bureau van Rem Koolhaas. Dit is een uiterst modernistisch bureau met een geheel eigen stijl, die op geen enkele manier past bij de gebouwen op het Binnenhof. Dit architectenbureau is ook helemaal niet gespecialiseerd in grootschalig onderhoud van monumentale gebouwen. De huidige Rijksbouwmeester die deze architect heeft gekozen was jarenlang zélf partner bij architectenbureau OMA. De architect die het huidige Tweede Kamergebouw heeft ontworpen is Pi de Bruijn. Het zou logisch zijn geweest dat zijn bureau ook het onderhoud van zijn eigen gebouw zou doen, maar hij was aanvankelijk niet gevraagd. Kamerleden die kennis namen van de plannen van OMA schrokken zich rot, omdat die heel anders waren dan de plannen die de Kamer in 2015 had goedgekeurd.
Het is pijnlijk dat de Tweede Kamer op de rem moest gaan staan en de regering tot veranderingen moest dwingen. Toch heeft deze gang van zaken me ook niet verrast. In 2015 kwam ik op het Binnenhof een politieke oudgediende tegen die goede contacten had in de vastgoedwereld. Hij hield mij staande voor een praatje, dat al snel kwam op de verbouwing. Toen gaf hij mij deze waarschuwing over de werkwijze van het overheidsbedrijf dat verantwoordelijk is voor alle overheidsgebouwen. “Het Rijksvastgoedbedrijf gaat jullie nooit de waarheid vertellen”, vertelde hij mij toen. Ik moest hier later nog vaak aan denken als ik weer eens plannen en cijfers onder ogen kreeg. Het probleem is echter niet alleen het Rijksvastgoedbedrijf, maar de hele vastgoedwereld, waar de waarheid slechts een optie is. Waar sjoemelen met cijfers en marchanderen met plannen de gewone gang van zaken lijkt. Maar de Tweede Kamer is geen gewone gebruiker. Het kan best zo zijn dat het Rijksvastgoedbedrijf ons nooit de waarheid zal willen vertellen, maar Tweede Kamerleden zullen tóch altijd de waarheid willen weten. Daarom denk ik dat de verbouwing van het Binnenhof een drama wordt.
Dit is inmiddels de 350e column die Ronald van Raak schreef voor TPO. Lees ook: Waarom SP-Kamerlid Ronald van Raak schrijft (onder meer voor TPO)