New York heeft niet één, maar twee Trump-Towers, gescheiden van elkaar door de chique zuidzijde van Central Park. Op 1 mei organiseerden enkele kleine vakbonden een demonstratie van de ene Trump-Tower naar de andere. Verpleegsters protesteerden omdat ze zelf geen ziektekostenverzekering kunnen betalen. Mensen die werken in de horeca wilden niet meer leven van de fooien, maar vroegen een gewoon loon. Ze hadden een nieuwe vakbond opgericht, 80 procent van hun leden is alleenstaande moeder. Ik liep mee in een stoet van mensen die hard werken – en niet zelden meerdere banen hebben – maar bij lange na niet genoeg geld verdienden om fatsoenlijk van te kunnen leven. In de stoet veel vrouwen en mensen met een donkere huidskleur, maar hier ging het niet om sekse of identiteit. Wel om een normale baan en een fatsoenlijk inkomen. Voor deze kleine stoet was een grote politiemacht op de been gebracht. ABC deed ‘live’ verslag. Ik zag vooral gewone mensen, maar de ABC-verslaggever sprak afkeurend van ‘socialisten en radicalen’.
De Fransen pakten het groots aan toen zij New York het Vrijheidsbeeld schonken. Dat was in 1886, ter ere van de Amerikaanse onafhankelijkheid in 1776. Dit reusachtige standbeeld werd het icoon van New York. Dat geldt veel minder voor het cadeau dat wij de stad ooit hebben gegeven. Dat was in 1926, driehonderd jaar na de stichting van New York. Wij gaven de stad een houten mast, een scheepsmast, die wat verloren bij de ingang staat van Battery Park, waar wij ooit Fort Amsterdam bouwden en in 1626 het eiland Manhattan kochten en daarmee de kolonie Nieuw Amsterdam stichtten.
Veel namen van stadsdelen herinneren nog aan dat verleden, zoals Harlem (van ‘Haarlem’), Brooklyn (van ‘Breukelen’) en Staten Island (vernoemd naar de Staten-Generaal, onze Eerste en Tweede Kamer). Deze bescheiden scheepsmast is een erg Hollands cadeau. Vooral als je hem klein ziet afsteken tegen de reusachtige wolkenkrabbers in de overvolle skyline van New York. Toch is het ook wel aandoenlijk, dat symbool uit dat kleine land met een andere, toch meer menselijke maat.
Je merkt het al direct bij aankomst, bij de paspoortcontrole op het vliegveld, waar we tweeënhalf uur in de rij moesten staan. Van de tientallen aanwezige hokjes waren maar enkele open. De mensen die hier de zaken in goede banen moeten leiden zijn oud, in ons land zouden zij al lang met pensioen zijn. New York is een indrukwekkende stad, die vertrouwd aanvoelt, ook omdat je al die overbekende gebouwen, pleinen en bruggen zo goed kent. De Empire State Building, Times Square, de Brooklyn Bridge. Als je zoals ik New York voor het eerst bezoekt lijkt het of je vaker bent geweest, maar juist dat maakt de verschillen ook zo vervreemdend. New York is een rijke stad, veel rijker dan Amsterdam. Maar je hoeft niet ver te lopen en je waant je in een arm land. In de ‘Big Apple’ zie je veel vermoeide gezichten. Het is natuurlijk appels met peren vergelijken, maar dat mag wel, omdat we het hebben over een stad die ooit is begonnen als New Amsterdam.
New York is een buitengewone stad, maar ik denk dat in Amsterdam het leven voor mensen veel gemakkelijker is.