Met de Europese Parlementsverkiezingen in aantocht, groeit de aandacht voor de toekomst van de Europese Unie. Zeker nu de fracties van VVD en D66 in het Europarlement samengaan met Emmanuel Macron’s partij En Marche, en de minister van Financiën spreekt over een kleinere Europese Unie.
De premier en zijn ministers spreken vaak over hun wens vooral de EU-landbouwsubsidies te beperken. Welnu, dat is een verkeerde prioriteit. We hebben wel al zeventig jaar voldoende voedsel in Europa, maar dat is echt niet vanzelfsprekend! Mede dankzij de Europese steun kunnen we onze bevolking garanderen dat er altijd voldoende voeding is.
Voeding is net zo strategisch belangrijk als energie of infrastructuur: we mogen daarvoor nooit afhankelijk worden van andere machten. En dat dreigt wel te gebeuren als we onze landbouw niet langer beschermen.
Vanwege het strategische belang is landbouw geen normale economische sector. We moeten boeren beschermen tegen de vrije markt: onze bedrijven zouden anders allang kopje onder gaan door onze veel hogere eisen aan dierenwelzijn en milieu. Het is een politieke keuze: omdat we strengere eisen opleggen aan de boeren en tuinders, kunnen zij niet vrij concurreren op de wereldmarkt. Het is of-of, niet en-en.
Vanuit die strategie koopt China nu veel landbouwgrond in Europa en andere continenten: bij een tekort kunnen ze altijd eerst de eigen Chinese bevolking te voeden. Dat mogen Nederland en andere EU-landen niet laten gebeuren. De VS-president Trump verhoogt nog de steun aan zijn landbouwsector. Duidelijk is dat Europa niet kan rekenen op bondgenoten als het aankomt op landbouw.
Uiteraard mag het Europese landbouwbeleid wel moderner. De Europarlementscommissie voor Landbouw heeft een maand geleden al een modernisering van het landbouwbeleid ingezet. De richting is naar meer prestatiebeloning met groene en blauwe diensten door boeren en steun aan innovatie ingezet.
Samen met EU-commissaris Phil Hogan (landbouw) heb ik daar een belangrijke bijdrage aan mogen leveren als CDA-Europarlementslid bij de grootste fractie, de EVP. Net als veel lidstaten staat onze EVP-Fractie voor het belang van agrarische gezinsbedrijven en het behoud van voldoende voedselproductie in onze eigen omgeving.
Het Haagse liberale betoog tegen landbouwsubsidies staat ver af van de realiteit en is kansloos in Brussel. Lidstaten en zeker het Europees Parlement zullen dit nooit laten gebeuren.
Andere landen lachen juist in hun vuistje als Nederland wel de eigen boeren, tuinders en vissers minder wil beschermen. De eerste slachtoffers van het liberale beleid zijn al gevallen. Onze liberale premier heeft zich niet verzet tegen het absurde verbod op de pulstechniek in de visserij vanaf juli 2021. Dit is een innovatieve Nederlandse techniek die bodem en brandstof bespaart. De concurrenten uit Frankrijk hebben via de EU de Nederlandse voorsprong ongedaan kunnen maken. Gevolg: hogere kosten voor de Nederlandse vissers die weer met oude onzuinige technieken de zee op moeten. Wie heeft daar voordeel van?
Nederland moet niet minder, maar meer opkomen voor de boeren, tuinders en vissers: in het belang van de voedselzekerheid en de Nederlandse economische positie. We kunnen niet ‘gekke Henkie’ blijven in de EU-gelederen.
De juiste prioriteit is om op te komen voor onze veehouders, vissers en andere voedselproducenten: het is beter voor iedereen als ons land niet langer blind achter de zogenaamd liberale Franse president Emmanuel Macron en diens Europese bondgenootschap met D66 en VVD aanhobbelt!