De peiling van vandaag laat zien dat we electoraal gezien in een nieuwe fase zijn gekomen, die best eens bepalend kan zijn tot aan de volgende Tweede Kamerverkiezingen.
We zien een kopgroep van 5 partijen (FVD, 24, -3), VVD(25), PvdA en GroenLinks (16, +1) en het CDA.
Deze 5 partijen hebben twee derde van het electoraat achter zich. (PvdA mocht blijkbaar van het electorale strafbankje af. Inmiddels geeft bijna een kwart van de Nederlanders die partij nu een kans).
De 8 kleinere partijen volgen nu op duidelijke afstand. D66 staat op 10 zetels (-1). Bij EP2014 haalde die partij nog 15,5 procent en was toen de grootste. Nu is de score onder de 7 procent. Daarmee is het duidelijk dat D66 in dezelfde penibele electorale positie zit als de PvdA tussen 2013-2017. Deze 8 kleinere partijen hebben een derde van de kiezers achter zich.
SP en PVV behoren tot deze groep en ik acht het vrijwel onmogelijk dat die twee partijen -in ieder geval tot en met de volgende Tweede Kamerverkiezingen- weer aansluiting kunnen vinden bij de kopgroep.
In ons rapport van gisteren zijn we dieper ingegaan op de werking van de opkomst en het Frans Timmermans effect op de uitslag van EP2019.
Binnen de kopgroep zijn er een aantal belangwekkende vraagpunten voor tot aan de volgende verkiezingen:
De interactie tussen deze 5 partijen zal niet alleen beïnvloed worden door de personele keuzes van de lijstrekkers, maar ook door hoe het verder loopt met het huidige kabinet. Valt het kabinet voor 2021 of niet? Van belang is ook te beseffen dat VVD+CDA+PvdA+GroenLinks geen meerderheid zullen hebben in de Eerste Kamer, die morgen samengesteld wordt!
In het rapport van vandaag (pdf) wordt verder nog wat dieper ingegaan op het stemmen bij de verkiezingen van afgelopen donderdag.
De helft van de kiezers wil een verdere samenwerking organiseren binnen Europa. Kiezers van D66, GroenLinks en PvdA vinden dat in overgrote meerderheid. Kiezers van VVD, CDA en PvdD zijn meer verdeeld.