“Die tournee ging nergens over, ik ben het allemaal vergeten. Ik was toen niet eens geboren”. Aan het woord is Bob Dylan. Hij heeft het over een reeks concerten die hij gaf aan het einde van 1975. Aangekondigd als documentaire blijkt regisseur Martin Scorsese een deels fictieve reconstructie van de beruchte tournee te hebben gemaakt. En Dylan speelt in de film het spel uiteindelijk gewoon mee. Gezamenlijk komen ze tot een soort herinterpretatie van een tour die slechts zes weken duurde maar een hoogtepunt werd in de immense Dylancanon. De zanger zat sowieso midden in een artistieke piek. Hij had net zijn meesterwerk Blood On The Tracks voltooid. Opvolger Desire zat in de pen.
De film van bijna tweeënhalf uur is amusant, misleidend, prikkelend, een spel met werkelijkheid en waarheid. Een visuele koortsdroom. Tegelijk een parodie op muziekdocumentaires waarin pratende hoofden sterke verhalen vertellen. Dylan schreef ooit over zijn echtgenote Sara “so easy to look at so hard to define”. Hetzelfde zou je over deze film kunnen beweren.
Maar wees gerust, veel van we zien is wel degelijk echt en oprecht. Net als de liveopnamen zijn ook de meeste interviews van toen en nu authentiek. Er was wel degelijk een filmcrew aanwezig die alles vastlegde. Scorsese maakt daar gretig gebruik van. Dylan is in topvorm, uitgelaten. Zijn band mag er dan bij lopen als een zootje ongeregeld, ze spelen fraaie, rafelige versies van oude en nieuwe songs.
Maar laten we de feiten en fictie eens onder de loep nemen. Veelzeggend is de subtitel A Bob Dylan Story. Aha, want is het niet Bob Dylan zelf die vaker een rookgordijn om zich heen heeft opgetrokken? Aan het begin van zijn carrière vertelde hij tegen de media al verhalen die niet bleken te kloppen. Desnoods om zo zijn toenemende idolatie te willen ontmythologiseren? De openingsbeelden vormen een andere aanwijzing. Een verdwijntruc als goochelact uit de korte film Escamotage d’une Dame Chez Robert-Houdin uit 1896.
Het verhaal en de mythe is voor Bob Dylan bekend terrein. Zijn teksten bevatten talloze invloeden, soms letterlijk, soms via metaforen. Het past in de traditie van oude folkmuziek waarin verhalen worden verteld én verzonnen. Verderop in de film doet Dylan een opvallende uitspraak: “Als iemand een masker draagt, vertelt hij de waarheid. Als hij geen masker draagt, is dat onwaarschijnlijk”. In deze ‘documentaire’ draagt niemand een masker.
Dan komen we al snel bij ene Stefan van Dorp. De suggestie wordt gewekt dat hij van Nederlandse afkomst is. En dat hij niet alleen deze tournee van 1975 heeft vastgelegd, maar ook enkele korte films, waaronder eentje over de band Shocking Blue. Maar deze Stefan van Dorp bestaat helemaal niet. Hij wordt zeer overtuigend gespeeld door performancekunstenaar Martin von Haselberg, tevens echtgenoot van zangeres Bette Midler. Die laatste is heel even in beeld in een oude touropname. Von Haselberg zet Van Dorp haarscherp neer als een wat betweterige opschepper. Hilarisch is zijn opmerking dat Dylan zijn Europese manier van roken (sigaret tussen middel- en ringvinger) van hem heeft overgenomen. Van Dorp heeft het verder over “brood en spelen”, noemt als inspiratiebron l’Amérique Insolite, een bestaande documentaire over rariteiten in het Amerika van de jaren vijftig. Terugblikkend zegt Dylan dat Van Dorp zijn neus stak in zaken die hem niks aangingen. We zeiden het al. Dylan speelt het spel mee.
En warempel zien we in de film van Scorsese opeens Shocking Blue opduiken met hun wereldhit Venus. Opgenomen in het Stedelijk Museum. Ons eigen Shocking Blue in een film over Bob Dylan? Wat is hier aan de hand? Misschien het volgende. De song van gitarist Robbie van Leeuwen is eigenlijk zijn interpretatie van Oh! Susanna, dat in 1848 werd geschreven door Stephen Foster, een van de grondleggers van het American Songbook. Vanzelfsprekend is er dan een link naar Dylan. Hij coverde Fosters Hard Times, te vinden op diens ode aan de oude folk, het album Good As I Been To You.
Er is trouwens nog een link met Nederland. Wanneer Dylan tijdens de tournee optreedt voor Indianen krijgt hij een setje kralen overhandigd. Volgens een van hen “misschien dezelfde kralen die Peter Minuit heeft geruild met ons volk voor Manhattan”. Minuit is natuurlijk de Nederlandse gouverneur die in 1626 Manhattan ‘kocht’ van de oorspronkelijke bewoners van Amerika. Op het eiland Manhattan werd het fort Nieuw-Amsterdam gebouwd dat later uitgroeide tot de stad New York. De stad waar het voor Dylan allemaal begon. Scorsese begint zijn film in de aanloop naar 1976, met de viering van het toen 200-jarige bestaan van Amerika.
Voorafgaand aan Shocking Blue komt er kort maar nadrukkelijk een schilderij in beeld: Peinture A Haut Tension van Martial Raysse. Zijn werk is niet zomaar gekozen. De Franse pop-art kunstenaar behoorde tot de Nouveaux Réalistes. Deze kunstenaarsbeweging, opgericht rond 1960, zocht een andere benadering van de werkelijkheid, beijverde zich voor een mythologie van het alledaagse.
Peinture A Haut Tension van Martial Raysse
Een andere opvallende ‘talking head’ is Jim Gianopulos. Hij zegt de tour destijds te hebben geïnitieerd. In tegenstelling tot Van Dorp bestaat deze Gianopulos wel degelijk. Hij is de huidige CEO van Paramount Pictures. Maar in de jaren zeventig had hij geen enkele bemoeienis met Dylans Rolling Thunder Revue. Desondanks vertelt hij breeduit over het betalen van rekeningen en voorschotten om de tour op gang houden. Je trapt er helemaal in.
De makers is er blijkbaar veel aan gelegen om de waarheid om de tuin te leiden. Onder andere door gebruik te maken van fakefoto’s en geluids- en montagetrucs. Bob Dylan die in 1975 na een optreden zogenaamd naar Van Dorp roept. Of neem het shot meteen na Dylans eerste woorden in de film. Het is een fragment uit Mr Tambourine Man uitgerekend wanneer Dylan zingt “laat me verdwijnen in de rookkringen van mijn gedachten”.
Een van dé ‘onthullingen’ is dat een 19-jarige Sharon Stone deel zou hebben uit gemaakt van de Dylanentourage. Echter, de actrice uit Martin Scorsese’s Casino was ten tijde van de tour pas 17. De foto waarop ze van Dylan een handtekening krijgt is nep. Toch vertelt Stone aanstekelijk en met aannemelijke details dat ze lekker mee was op tournee. Zo mocht ze zelfs een shirt voor zangeres Joan Baez strijken. Maar haar hele bijdrage is volkomen verzonnen. Hier wordt behendig gespeeld met de verhalen van rockfans die er zogenaamd bij waren maar in hun beleving alles groter maken dan het was.
Dan is er het idiote verhaal rond de band Kiss. Dylan trad tijdens de tournee op met een witgeverfd gelaat. Hij beweert nu dat zijn violiste Scarlet Rivera verkering had met Kisszanger Gene Simmons en hem daarom een keer had meegenomen naar een optreden van de band in Queens, New York. Geen gek idee, ware het niet dat Kiss daar alleen in 1973 heeft gespeeld. Dylan leerde Rivera pas twee jaar later kennen. Niettemin suggereert Dylan nu dat hij de gezichtsbeschildering van de hardrockband heeft overgenomen. Blijkbaar heeft hij toch iets met Kiss. Een Gene Simmons lookalike loopt achter hem aan in de video van zijn song Duquesne Whistle uit 2012.
Tot slot is er een interview met ‘politicus’ Jack Tanner. Dat is dus acteur Michael Murphy. Tanner beweert dat hij een van de concerten heeft bijgewoond op verzoek van de toekomstige president en daadwerkelijke Dylanfan Jimmy Carter. Tanner is in feite een personage uit een tv-serie, een mockumentary uit 1988 van Robert Altman, destijds gespeeld door inderdaad Michael Murphy.
Ongetwijfeld zitten er nog meer ‘clues’ en gekkigheden in Rolling Thunder Revue: A Bob Dylan Story. Maar belangrijker, de makers tonen ook waarheden gekoppeld aan historische gebeurtenissen. Met ruim aandacht voor Dylans muziek en engagement. In 1975 waren de idealen van de jaren zestig letterlijk in rook opgegaan. Volgens de zanger wilde niemand zich ergens meer voor inzetten. Hij noemt de val van Saigon, het vernederende vertrek van het Amerikaanse leger uit Vietnam. President Nixon komt in beeld, onder meer wegens zijn betrokkenheid bij het afluisterschandaal Watergate.
Intiem is een moment tussen Dylan en folkzangeres Joan Baez. De genegenheid die ze voor elkaar voelen is tastbaar. Toch stapten ze niet met elkaar in het huwelijksbootje. Even kijken ze elkaar diep in de ogen. Dylan, ongemakkelijk lachend: “Dat is het punt met gedachten. Gedachten maken je kapot”. Allen Ginsberg was eveneens onderdeel van de tournee. Als een soort dichtende magiër die de boel bij elkaar moest houden. De film eindigt met een opname van hem uit de tour. Zijn blik recht in de camera, naar ons, naar de kijker: “Maak je eigen identiteit”.
Rolling Thunder Revue: A Bob Dylan Story By Martin Scorsese (Netflix 2019)