Alle geschiedenis is eigentijdse geschiedenis, betoogde de Italiaanse geschiedfilosoof Benedetto Croce. Hiermee gaf hij aan dat alle geschiedenis wordt geschreven vanuit een hedendaagse vooringenomenheid. Dat is een mooie formulering voor de vaststelling dat de scheidslijn tussen geschiedwetenschap en geschiedpropaganda nogal doorlatend is. Een schoolvoorbeeld van onvervalste geschiedpropaganda gaf onlangs Han Polman (D66), commissaris van de Koningin in Zeeland.
Volgens Han Polman behoort Rusland niet tot de bevrijders van Nederland. De portee van dit nieuwe narratief moet je eerst goed op je laten inwerken. Door Rusland niet uit te nodigen voor de herdenking en viering van 75 jaar vrijheid in Terneuzen – en de Duitsers wel – worden wij getuige van een bijzonder soort hersengymnastiek. Het is een blik op het verleden door de monocle van de regent.
Toch is deze blik minder verrassend dan hij op het eerste gezicht lijkt. Integendeel. Hij is zelfs tamelijk voorspelbaar wanneer men degenen kent die beroepsmatig met de moderne en contemporaine geschiedenis jongleren. In dit geval gaat het er natuurlijk om Rusland met terugwerkende kracht te discrediteren.
Het is zinloos om Han Polman ervan te overtuigen dat het de Russische legers waren die de Duitse horden in Oost- en Centraal-Europa militair de rug hebben gebroken, dat het overgrote deel van de grote veldslagen met immense Russische verliezen aan mensenlevens in het Oosten is gestreden (Leningrad, Stalingrad, Koersk, Smolensk, Charkov, Voronezh, Sebastopol, Odessa, etc. etc.).
Het is hoogstwaarschijnlijk nutteloos om hem met cijfers of statistieken om de oren te slaan. Bijvoorbeeld dat de Russen door de Duitse overval het verlies van ruim 26 miljoen mensen moeten betreuren, dat, volgens sommige bronnen, er voor iedere gesneuvelde Amerikaan 80 Russische soldaten zijn gedood, dat er duizenden steden en dorpen zijn verwoest, dat 95 procent van de militaire slachtoffers (van de drie grote geallieerden) aan Russische zijde vielen en dat het leed tot op de dag van vandaag nog niet is geheeld. Neen, deze argumenten raken een man als Han Polman niet.
Waarom zouden ze ook? Hij spreekt uit wat Haagse bestuurders wensen te horen om hun politieke agenda’s te kunnen verwezenlijken. Overigens, dit geldt niet alleen voor Polman. Ook het Nationaal Comité 4 en 5 mei dat toeziet op de grote landelijke activiteiten in het bevrijdingsjaar marcheert mee met de Zeitgeist. Volgens de herdenkers zijn terecht alleen de leiders van landen uitgenodigd die onze directe bevrijders waren. Rusland dus niet. Je moet maar durven. Vergeten zijn al die onderduikers die nauwgezet de vorderingen van het Rode Leger bijhielden en op kaarten uittekenden. Vergeten is alle dankbaarheid voor iedere meter die het Russische leger op de Hitler-troepen wist te veroveren.
Zeker, Stalin en zijn bolsjewieken waren politieke criminelen die verantwoordelijk waren voor de moord op miljoenen. Maar doet dit feit dat andere feit teniet, namelijk dat Rusland de grootste militaire inspanningen heeft geleverd om nazi-Duitsland te verslaan?
Wat zegt Han Polman tegen de vrouw die als kind uit Auschwitz werd bevrijd door een huilende Russische soldaat? Of wat zegt hij tegen de Israëlische premier Netanyahu die 2018, samen met Poetin, door de straten van Moskou liep met foto’s van vermoorde dierbaren voor hun buik? Tijdens deze jaarlijkse Mars van het Eeuwige Regiment worden de miljoenen herdacht die door nazi-Duitsland zijn vermoord. Waarschijnlijk heeft Han Polman voor dergelijke gelegenheden wel een buffetbabbel klaar, iets waar je op kunt toasten terwijl je een feestgrimas produceert. Maar dat zijn dan woorden die ver, heel ver van de werkelijkheid zijn verwijderd en die uit het universum van een klerk komen.
Het is, wat vaak gebeurt, meer dan onzindelijk om onder verwijzing naar Stalins misdaden of Poetins politiek de Russische oorlogsinspanningen zo te relativeren dat er weinig, liever nog helemaal niets van overblijft. Om Duitsland dan wel van de partij te laten zijn vereist een dialectische souplesse, een vorm van nederigheid die allang in horigheid is omgeslagen. Helaas ontpoppen zich ook veel beroepshistorici als onvervalste buiksprekers van de macht.
Het zijn de Han Polmans en hun handlangers die een hele generatie vergiftigen met hun politiek correcte kijk op de laatste wereldbrand. Geschiedpropaganda is niet nieuw. De Duits-Joodse filosoof Theodor Lessing zette onmiddellijk na de Eerste Wereldoorlog al uiteen dat geschiedenis vooral logificatio post festum is, rechtvaardiging achteraf die maar al te vaak een politiek doel dient.
Politici beseffen heel goed dat het van eminent belang is om hun politieke agenda’s met behulp van het verleden te legitimeren. Dat hierbij ‘niet opportune’ slachtoffers en helden door de wind der vergetelheid moeten worden weggevaagd spreekt voor hen vanzelf. Maar misschien moeten we zo nu en dan toch bij de vraag stilstaan, al is het maar heel even, wat ons lot was geweest wanneer nazi-Duitsland, zonder de succesvolle oorlogsinspanningen van de Sovjetunie, de oorlog had gewonnen. Dat was een nachtmerrie geweest – al had dit ongetwijfeld weinig gevolgen gehad voor het carrièreverloop van de Polmannen van deze wereld.