Bij de tramaanslag in Utrecht op 18 maart is minstens één leven gespaard doordat het wapen van verdachte Gökmen Tanis haperde. De schutter hield zijn semi-automatische vuurwapen op korte afstand op een passagier gericht en wilde vuren, toen het wapen dienst weigerde. Daarna verliet hij de tram, herlaadde zijn wapen en opende opnieuw het vuur, meldt het AD.
Meerdere opsporingsbronnen die betrokken zijn bij onderzoek Oktober (zoals het onderzoek naar de tramaanslag heet) bevestigen aan de krant dat het wapen van Tanis haperde. De passagier op wie Tanis zijn wapen gericht hield toen het haperde, was een man die op weg was naar zijn eerste werkdag bij de enorme fietsenstalling van NS op Utrecht Centraal.
Hij was in dienst bij Rataplan, een organisatie die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt weer aan het werk probeert te helpen. Tot een werkdag in de fietsenstalling is het nooit gekomen. De man is door de gebeurtenissen in de tram zwaar getraumatiseerd.