Het is een normale ochtend in Frankrijk. Op snelweg A1 is het rustig. Pas bij de slagbomen van de peage lijkt het of er iets aan de hand is. Een lichtgetinte jongeman wordt door een zwaarbewapende agent vriendelijk verzocht om uit te stappen. Zijn auto wordt geïnspecteerd en de knul werkt vol begrip mee.
In de stad rond Gare du Nord doen mensen hun boodschappen. Opvallend vertoon van de in de stad aanwezige soldaten is er niet. Extra bewaking ook niet. Alles wijst op een gewone dag. Een omroepster meldt dat vandaag de metro’s gratis rijden.
In de metro vraagt een oudere Engelse man aan een jonge vrouw of hij haar button met opschrift Je Suis Charlie mag hebben. Het mag. Als de metro stopt bij Place de la République is alles anders. Agenten zijn nadrukkelijk aanwezig, maar lachen ontspannen. Op het plein drommen de mensen samen. Liberté, zingt men. Kaarsjes, pennen, foto’s van omgekomen redactieleden en bloemen vullen het midden van het plein. Mensen hebben condoleance-registers neergelegd die gretig volgeschreven worden. Om drie uur begint de grote mars naar Place de La Nation, terwijl een onafgebroken stroom mensen het plein vult.