Een vernietigend rapport over UNRWA beschuldigt de top van de VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen van ‘seksueel wangedrag, nepotisme, het creëren van een angstcultuur, discriminatie en andere vormen van machtsmisbruik voor persoonlijk gewin’. De stuitende conclusies van het onderzoek hebben ertoe geleid dat Zwitserland, België en Nederland hun jaarlijkse donaties van tientallen miljoenen euro’s aan het VN-agentschap hebben opgeschort, totdat een adequate uitleg wordt gegeven.
Deze stap is weliswaar prijzenswaardig, maar is in feite niks meer dan een afleiding van de corruptie, die het kernprobleem van UNRWA vormt. Zelfs in het onwaarschijnlijke geval dat de gehele top van de VN-organisatie wordt vervangen door bureaucraten met een schone lei, zelfs als de nieuwe secretaris-generaal een nette familieman is die Europees belastinggeld niet misbruikt om zijn minnares de hele wereld over te laten vliegen, zou dat het ware probleem niet oplossen. De gehele organisatie blijft zeer corrupt in haar wezen en praktijken, iets wat niet hervormd kan worden.
UNRWA is niet als corrupte organisatie gesticht. Het agentschap werd opgericht in de nasleep van de eerste Arabisch-Israëlische oorlog, in een oprechte poging de Arabische vluchtelingen te assisteren in het opbouwen van een nieuw leven in hun nieuwe woonplekken: de door Jordanië geannexeerde Westelijke Jordaanoever, de door Egypte bezette Gazastrook of in Jordanië, Libanon en Syrië.
Echter, na enkele jaren werd duidelijk dat zowel de Palestijnse vluchtelingen als hun Arabische gastlanden zich verzetten tegen dit proces van lokale integratie en zoveel mogelijk obstakels opwierpen. De Palestijnse positie – gesteund door Arabische landen – was dat Israëls onafhankelijkheid, verkregen in oorlog, een onacceptabele uitkomst was die volledig teruggedraaid diende te worden. Onderdeel van deze positie was de eis van volledige en onvoorwaardelijke terugkeer van alle Arabische vluchtelingen. Een eis waar geen enkel ander land in de nasleep van welke oorlog dan ook ooit aan heeft hoeven voldoen.
Toen Arabische landen en de Palestijnen voorbereidingen troffen voor een nieuwe oorlog, om de resultaten van de eerste oorlog ongedaan te maken, gebruikten ze UNRWA als een van de elementen voor die strijd. Ze creëerden een speciale uitzondering waardoor UNRWA volledig onafhankelijk van de algemene VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR ging opereren. Hiermee werd UNRWA getransformeerd tot een Palestijnse organisatie, die de Palestijnse zaak dient. De VN-organisatie bewerkstelligde dit door een aantal zeer corrupte praktijken in te stellen, stuk voor stuk in strijd met internationale standaarden. Deze praktijken zorgden voor een enorme stijging van het aantal Palestijnen die bij UNRWA geregistreerd staan als vluchteling. Het gaf tevens legitimiteit aan hun claim op “recht tot terugkeer” naar de staat Israël. Ze stelden – ten onrechte – dat dit een wettelijk recht is dat boven Israëlische soevereiniteit staat.
UNRWA’s corrupte praktijken betekenden dat Palestijnen als vluchteling werden geregistreerd, ondanks dat ze dat volgens internationale standaarden niet waren. Zij die staatsburgers van bijvoorbeeld Jordanië of andere landen werden staan te boek als vluchteling, ondanks dat volgens internationale standaarden het verkrijgen van staatsburgerschap gezien wordt als het einde van iemands vluchtelingenstatus. Zo zijn er vandaag de dag waarschijnlijk Palestijnen die als burgers leven in Zwitserland, België en Nederland, maar bij UNRWA nog steeds als vluchteling geregistreerd staan. UNRWA registreert ook automatisch de nakomelingen van vluchtelingen als vluchteling, zonder rekening te houden met de specifieke omstandigheden of behoeftes. Ook dit is volledig in strijd met internationale standaarden.
UNRWA weigert dan ook een oplossing voor het Palestijnse vraagstuk te vinden, anders dan ‘terugkeer’ naar de soevereine staat Israël. Het leiderschap van de VN-organisatie maakt de valse claim dat het breed gedefinieerde mandaat van UNRWA het vinden van een oplossing onmogelijke zou maken. Dit is zowel incorrect als volledig in strijd met internationale standaarden. Lokale integratie en huisvesting in nieuwe landen is wel degelijk legitiem en juist een perfecte manier om iemands vluchtelingensituatie te beëindigen.
Als gevolg van UNRWA’s corrupte praktijken zijn er tegenwoordig 5,5 miljoen Palestijnen die geregistreerd staan als ‘vluchteling’, terwijl er sprake was van zo’n 700.000 echte vluchtelingen aan het einde van de oorlog van 1948. Dit is een situatie zonder precedent die geen parallel kent, wat niet mogelijk zou zijn geweest als de Palestijnse vluchtelingen zoals alle andere vluchtelingen in de wereld volgens internationale standaarden zouden worden behandeld.
UNRWA’s corrupte praktijken ondermijnen en zijn in strijd met het officiële beleid van de Europese landen die de VN-organisatie financieel ondersteunen. Terwijl de EU pleit voor een vreedzame tweestatenoplossing, dient UNRWA het Palestijnse perspectief dat Israëls bestaan als soevereine staat van het Joodse volk een historische afdwaling is die op een dag door ‘terugkeer’ ongedaan gemaakt zal worden.
Deze corruptie, die de kern van UNRWA’s bestaan vormt, kan op geen enkele manier genezen worden, behalve door het opdoeken van de organisatie en zijn corrupte praktijken. De diensten die het agentschap verleent, zoals onderwijs en zorg, kunnen overgedragen worden aan de Palestijnse Autoriteit en lokale Arabische overheden.
Het huidige corruptieschandaal moet de Europese belastingbetalers niet afleiden van het feit dat UNRWA in zijn bestaansrecht en praktijken corrupt is. De zaak voor vrede en mensenrechten zou erbij gebaat zijn als UNRWA niet zou bestaan, en Palestijnen aangemoedigd zouden worden om hun eigen toekomst op te bouwen, in plaats van hun levens decennialang te verspillen aan de ijdele hoop de uitkomst van een lang geleden verloren oorlog teniet te doen.