Achtergrond

Chris Aalberts – In stilte centraliseert Forum voor Democratie de partij stapje voor stapje

04-09-2019 11:55

Fractievoorzitter Thierry Baudet tijdens het partijcongres van Forum voor Democratie in 2017. ANP MARTIJN BEEKMAN

Dat Forum voor Democratie (FvD) niet zomaar een politieke partij is, zou inmiddels bekend moeten zijn. Een gewone partij zoals PvdA, D66 of VVD is een vereniging bestaande uit leden. Zij bepalen wie de partij bestuurt, stellen gezamenlijk de interne regels op en controleren vervolgens de uitvoering door het bestuur. Als partijbestuurders er een bende van maken worden ze naar huis gestuurd. Zo niet bij FvD: leden bepalen niet wie de partij bestuurt, zij hoeven de partijbestuurders dus niet te controleren en die bestuurders zijn hun leden daarmee ook geen enkele verantwoording verschuldigd.

Hoe deze perverse constructie uitwerkt, zien we bij het huishoudelijk reglement. Hierin staan de belangrijkste interne regels. Het gekke is: de leden hebben niets over deze regels te zeggen, want de statuten bepalen dat het bestuur simpelweg als enige over dit reglement gaat. Dat is raar, want de leden moeten zich wel aan deze regels houden. Het wordt nog gekker als het partijbestuur de regels op eigen gezag verandert, daar niet extern over communiceert en toch vindt dat de leden zich eraan moeten conformeren. Hoe de leden kunnen weten dat de regels gewijzigd zijn, is een raadsel.

Deze zomer deed het partijbestuur precies dit: men veranderde de interne regels zonder er ruchtbaarheid aan te geven. Opeens stond er een vernieuwd huishoudelijk reglement online. In iedere gewone vereniging zou men dit abnormaal vinden, maar bij FvD mag het gewoon. Het wordt nog interessanter als we kijken welke regels het partijbestuur op eigen initiatief en zonder consultatie van leden verandert. Men geeft zichzelf op vier punten meer macht.

1. Geen afdelingen. In het reglement van 2018 stonden gemeentelijke en provinciale afdelingen (art. 8). Deze zijn in het nieuwe reglement niet meer terug te vinden. Het betrof informele overlegplatforms om de partij te informeren over relevante ontwikkelingen en mogelijke kandidaten. Deze lijken alleen kortstondig in deze vorm te hebben gefunctioneerd. Met de nieuwe regels heeft het bestuur deze structuur helemaal afgeschaft. Daarmee is een regionale en gemeentelijke partijstructuur waarin leden mee kunnen praten verder weg dan ooit. Het partijbestuur beslist.

2. Niet zelf kandideren. Bij FvD worden alle kandidaten geselecteerd door het partijbestuur. Wel konden bij het oude reglement ‘de fractie’ en ‘regionale afdelingen’ kandidaten voordragen en konden ook individuele leden hun belangstelling aangeven (art. 9.2). In het nieuwe reglement zijn deze mogelijkheden geschrapt: regionale afdelingen bestaan sowieso niet meer en individuele leden kunnen niet meer het initiatief nemen om zichzelf te kandideren. Daarmee ligt zelfs in het meest prille begin van de selectiefase voor politieke functies alle macht bij het partijbestuur.

3. Commissie integriteit. In het nieuwe reglement heeft het partijbestuur een commissie integriteit in het leven geroepen (art. 7). Deze commissie zal het bestuur adviseren over integriteitsvragen, bewaakt het integriteitsbesef in de partij en doet onderzoek naar vermeende integriteitsschendingen. Klinkt goed natuurlijk, maar de commissie heeft geen initiatiefrecht, kan op basis van een reglement werken dat is opgesteld door het partijbestuur en wordt op voordracht van datzelfde bestuur benoemd. Het partijbestuur trekt hier dus aan de touwtjes en zal niet snel zelf onderwerp van onderzoek worden. Dat is dan wel weer logisch want de integriteitscode van FvD claimt dat dubbelfuncties ongewenst zijn. Juist partijbestuurders Baudet, Rooken en Van der Linden hebben die.

4. Bestuurders benoemen. Tot slot heeft het partijbestuur een artikel opgenomen over zichzelf (art. 8). Als het aantal bestuursleden groter is dan drie, kunnen er een dagelijks bestuur en een algemeen bestuur worden gevormd. De rolverdeling tussen deze twee besturen wordt niet duidelijk beschreven, waarmee het voor leden onduidelijker is dan ooit wie waarop aanspreekbaar is. Ook geeft het partijbestuur zichzelf de optie nieuwe bestuurders ad interim te benoemen die ook meteen stemrecht krijgen: leden kunnen dus voortaan met bestuurders worden geconfronteerd die nooit aan hen zijn voorgesteld.

De conclusie is simpel. Het FvD-bestuur was al geen verantwoording aan leden verschuldigd, maar trekt langzaam nog meer macht naar zich toe: de regionale structuur is geschrapt, leden kunnen zich niet meer zelf kandideren, de commissie integriteit is een verlengstuk van het partijbestuur en datzelfde bestuur heeft nog meer vrijheid gekregen baantjes uit te delen. De grote vraag is: zullen leden bij FvD ooit nog wél iets te zeggen krijgen? Dat moment lijkt verder weg dan ooit.

Dit stuk bevat een vergelijking van het huishoudelijk reglement van FvD van 1 februari 2018 (hier te vinden) en dat van 6 mei 2019 (op de FvD-website).