Het hof is wel bevoegd, het Openbaar Ministerie is ontvankelijk, er zijn gegronde redenen om Geert Wilders te veroordelen en er is geen reden op de strafzaak tegen de PVV’er aan te houden. Dat betoogde de advocaat-generaal vrijdag tijdens haar repliek in het hoger beroep van het ‘minder Marokkanen’-proces. Wilders was daarbij niet aanwezig.
Wilders en zijn advocaten vinden dat de politicus niet veroordeeld mag en kan worden, omdat het proces niet geldig zou zijn. Volgens hen staat vast dat het OM in 2014 niet zelfstandig heeft besloten Wilders te vervolgen, maar dat toenmalig minister Ivo Opstelten van Justitie daarin een grote rol heeft gespeeld. Het OM heeft dat steeds – en vrijdag opnieuw – met klem ontkend.
Op 19 maart 2014 stelde Wilders zijn publiek tijdens een bijeenkomst drie vragen: of ze meer of minder Europese Unie, Partij van de Arbeid en ten slotte Marokkanen wilden. Het publiek scandeerde steeds harder “Minder! Minder!” als antwoord op deze vragen. Hiermee zette de politicus volgens het OM aan tot haat.
De rechtbank heeft Wilders in 2016 veroordeeld, maar geen straf opgelegd. Zowel het OM als Wilders was tegen de uitspraak in beroep gegaan. In hoger beroep is 5000 euro boete tegen hem geëist.
Woensdag gaat de zaak verder met dupliek – de reactie van Wilders’ advocaat – en krijgt de politicus de kans om als laatste nog iets over de zaak te zeggen. Waarschijnlijk zal de advocaat nog terugkomen op het Wob-verzoek van RTL4, waar nog uitspraak op moet komen. Die opgevraagde stukken zouden mogelijk meer licht kunnen werpen over al dan niet bemoeienis van Opstelten. Het is niet duidelijk wanneer de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland komt in deze zaak.
De uitspraak in deze inmiddels langslepende zaak staat gepland voor 11 november.
ANP