Ruim driekwart van de Nederlanders vindt dat er volgend jaar geen vuurwerk mag worden afgestoken in wijken waarin politie en hulpverleners worden bedreigd. Dat staat in onderzoek van I&O Research in opdracht van het vakblad Binnenlands Bestuur.
Het gros van de Nederlanders (95 procent) is volgens het onderzoek voorstander van zwaardere straffen bij geweld tegen politie of hulpverleners.
Vanaf 1 januari gaat een wet in die het hinderen van onder anderen agenten en ambulancepersoneel zwaar bestraft. De maximumstraf wordt verdriedubbeld tot drie maanden cel. Ruim een kwart van de Nederlanders (28 procent) vindt dat de agressie tegen hulpverleners voorrang moet krijgen in de handhaving, nog voor zaken als de handel in illegaal vuurwerk en de handhaving van de tijden waarop vuurwerk mag worden afgestoken.
Voor iets meer dan de helft van de bewoners zou het vuurwerkverbod in vuurwerkvrije zones strenger mogen worden gehandhaafd. Eenzelfde percentage denkt dat er overlast ontstaat op andere plekken wanneer er vuurwerkvrije zones worden aangewezen. Dat is een duidelijke toename ten opzichte van 2018 (43 procent).
Uit het onderzoek blijkt dat de helft van de Nederlanders voorstander is van een algemeen vuurwerkverbod voor particulieren, 45 procent is tegen. Na een afname in 2016 is het aandeel voorstanders nu terug op het niveau van 2015 (49 procent).
Een groeiende meerderheid van de Nederlanders (66 procent) blijkt vóór het verbieden van knalvuurwerk (2018: 63 procent). Over het afsteken van vuurpijlen zijn Nederlanders verdeeld. Het aandeel voorstanders van een dergelijk verbod is wel gegroeid van 41 naar 48 procent.
Anp