Het Openbaar Ministerie twijfelt eraan of Thijs Hermans echt in een psychose verkeerde toen hij in mei drie mensen neerstak in Den Haag en Heerlen. De aanklagers willen zeker weten dat hij niet simuleert of liegt, zeiden ze dinsdag op de regiezitting voor de rechtbank in Maastricht. Het OM sluit ook niet uit dat Hermans zelf heeft bijgedragen aan zijn psychische ontregeling door dagelijks veel wiet te gebruiken. Het OM legt zich niet neer bij de conclusie van het Pieter Baan Centrum dat Hermans volledig ontoerekeningsvatbaar is voor de drie moorden. Dat leidde tot het advies van tbs met dwangverpleging.
De aanklagers willen echter nog meer getuigen, onder wie familie van Hermans, en deskundigen, ook van het Pieter Baan Centrum, gaan horen over de geestesgesteldheid van Hermans Zo willen ze van de psychiatrische observatiekliniek weten hoe is getoetst of Hermans simuleert of mogelijk psychiatrische verschijnselen aandikt. Ook stelt het OM dat Hermans zelf heeft gezegd dat de periode van psychotische ontregeling al in mei 2018 begon, maar dat dit niet blijkt uit verklaringen van zijn behandelaren destijds. Tot nu toe lag de focus op mei van dit jaar, toen hij de moorden pleegde, aldus het OM.
Volgens de aanklagers is gebleken dat Hermans goed kan doen alsof er niets aan de hand was, “maar dat hij ook goed kan liegen”. Ze verwezen naar de eerste maanden na de aanhouding, waarin volgens het OM is gebleken dat Hermans tegenover iedereen heeft gelogen. Ook zijn opmerkelijke zoekvragen van Hermans gevonden op zijn computer, zoals hoe hij een psychose kan voorwenden.
Het OM kreeg toestemming van de rechtbank om op de zitting enkele korte vragen aan Hermans. te stellen over zijn medicijn- en wietgebruik. Maar Hermans zei telkens dat hij op advies van zijn advocaat deze dag geen vragen beantwoordt.
ANP