Als u kinderen in het voortgezet onderwijs heeft, is de kans groot dat zij vandaag minder of geen lessen hebben. De docenten die hen normaal les zouden geven, zijn vandaag te vinden in de Jaarbeurs Utrecht. Zij uiten hun ongenoegen over de Wet Onderwijstijd (PDF) die op 29 november aangenomen is in de Tweede Kamer, en op 7 februari voor het eerst behandeld zal worden in de Eerste Kamer. Als deze wet aangenomen wordt, wordt de zomervakantie verkort, en wordt de 1040-urennorm voor de eerste twee klassen alsnog een feit.
De 1040-urennorm voor de onderbouw werd al eerder geïntroduceerd, maar in 2009 werd deze naar beneden bijgesteld van 1040 naar 1000 uur. De norm bleek voor veel scholen niet haalbaar. Sterker nog, slecht 7% van de scholen haalde deze norm in 2007. De eis voor 1040 uren is echter geen harde eis; hiervan mag 60 uur besteed worden aan het ondersteunen van leerlingen die extra aandacht nodig hebben, of juist om hen verder te helpen excelleren. Dit geldt overigens ook voor de overige leerjaren. Daarnaast kent het voortgezet onderwijs momenteel 7 weken zomervakantie, en deze wordt in deze wet ingekort naar 6 weken.
Lui?
Gaan al die docenten, de teller stond gisteren op bijna 20 000 , nu echt allemaal de straat op omdat ze het verdommen een paar uur per week en een weekje langer les te geven? Ze hoeven toch maar 25 lesuren (à 50 minuten) te geven elke week, en hebben toch al zoveel vakantie. Dit hardnekkige beeld van docenten wordt door een staking niet verholpen; nu krijgen ze nóg een dag betaald vrij –niet alle 20 000 stakers zullen zich immers bij de Jaarbeurs melden, en hun niet-stakende collega’s op scholen die sluiten kunnen ook nog lekker thuisblijven.
Veel docenten geven echter aan dat ze met liefde die extra dagen les zouden willen geven, maar dat er geen geld is om die extra onderwijsuren goed in te vullen. Extra uren betekent extra kosten, en tweederde van de scholen schreef in 2010 al rode cijfers. Leerlingen protesteerden 21 december al tegen de extra “ophokuren” die zij met deze regeling verwachtten; uren waarin zij geen les krijgen, maar onder toezicht aan hun huiswerk moeten werken. Daarnaast komt er in 2014 nog eens een flinke financiële tegenvaller aan voor veel scholen vanwege het entreerecht, een regeling die alle docenten die meer dan 50 procent van hun uren in de bovenbouw lesgeven automatisch recht geeft in de hoogste loonschaal ingedeeld te worden.
Naar de mond praten
De docenten komen om te pleiten voor het verwerpen van een wet die hun werk nog zwaarder maakt – en het werk van een docent ís zwaar; een fulltime baan in het onderwijs kost minstens 40 uur per week, net als een “echte baan”. Maar zij komen om te pleiten tegen de bezuinigingen op het speciaal onderwijs, omdat kinderen die speciale aandacht nodig hebben deze ook moeten kunnen krijgen. Álle leerlingen verdienen de aandacht die ze nodig hebben. Maar die aandacht krijgen ze niet door de urennorm te verhogen; dit krijgen ze door investeringen in het onderwijs die de docent de ruimte laten de leerlingen deze aandacht te geven.
Janou Petit is docent-in-opleiding.