Waar ging dit debat toch ook alweer over? Als je de aankondiging niet goed hebt onthouden, raak je bij het mediadebat in Pakhuis de Zwijger snel in verwarring waar het eigenlijk over zou moeten gaan. Op de wanden wordt Charlie Hebdo geprojecteerd, maar het gaat nauwelijks over de aanslagen en al helemaal niet over de vrijheid van meningsuiting. Terwijl dat toch gepland was.
Misschien komt het door de grote baas van organisator De Baak, die aan het begin van het debat meldt dat er steeds meer diversiteit in de samenleving is en dat we daarmee om moeten leren gaan. We gaan ‘samen proberen een samenleving te zijn’, horen we hem zeggen. Deze inleiding is de eerste stap richting een heel ander debat dan gepland.
Farid Azarkan doet ook een duit in het zakje op weg naar een ander onderwerp. De halve zaal bestaat uit ‘nieuwe Nederlanders’. Hij kijkt dus niet naar welk paspoort iemand heeft, maar naar huidskleur. Azarkan heeft vaak het idee dat hij niet voor vol wordt aangezien in Nederland. En omdat dit een ‘mediadebat’ is, ligt de schuldige voor de hand.
Inge Brakman vertelt dat de media anders op Charlie Hebdo reageren dan op de moord op Theo van Gogh. ‘De elite die de meningsvorming bepaalt, is zeer eenzijdig samengesteld’, weet zij te melden. Die uitspraak is beslissend: het debat gaat daarna alleen nog over de omgang van redacties met allochtonen.
Zowel Farid Azarkan als Hans Laroes relativeren het idee dat de aanslag op Charlie Hebdo ‘een aanslag op de democratie’ was. Azarkan noemt dat ‘lariekoek’. Laroes vindt het niet duidelijk of ‘de daders bij religie begonnen of dat ze een waanvoorstelling van hun religie maakten.’ Er volgen semi-wetenschappelijke uitspraken over een gebrek aan kennis over de achtergronden van de terroristen.
Jeroen Smit meldt dat in onderzoek naar religie in Nederland consistent wordt gepraat over ‘God’ en niet over ‘Allah’. Smit verklaart dit door erop te wijzen dat maar twee tot vier procent van de journalisten allochtoon is. De journalistiek is op dit terrein onbekwaam, meldt hij. Wat hij daar precies mee bedoelt, is duister.
Maar het publiek begrijpt heel goed wat hij bedoelt. Ze gaan los op de redacties. De Telegraaf moet het ontgelden, want daar worden daders heel vaak met hun etnische achtergrond aangeduid. Hans Laroes maakt gebruik van de mogelijkheid nog eens te melden dat het allemaal heel ingewikkeld is. Er volgt een pleidooi voor meer ‘slow journalism’.
De verklaring voor het gedrag van De Telegraaf komt al snel naar boven: ze willen krantjes verkopen! De Volkskrant blijkt bij de aanslagen als Charlie Hebdo erg op De Telegraaf te lijken en is dus al even fout. Zorgvuldige journalistiek is niet hun eerste zorg, verkoop is dat wel. Laroes merkt op dat het niet goed gaat met kranten, ondanks al deze sensatie.
Er volgt uit de zaal een suggestie voor tuchtrecht in de journalistiek. Deze opmerking verraadt het collectieve frame van de aanwezigen: zij hebben nog nooit van nieuwe media gehoord. Zij zien alleen een wereld vol kranten en televisie en constateren dat ‘nieuwe Nederlanders’ daar een ondergeschikte rol vervullen. Dat er meer media bestaan, ontgaat hen.
Eindeloze pleidooien volgen om aan te tonen dat ook de redacties van televisieprogramma’s fout zitten. Niemand komt op het idee dat je online zelf kunt publiceren. Ook het fenomeen Humberto Tan lijkt hier niet te zijn doorgedrongen. Een docent van de journalistenschool wordt aangesproken alsof hij bepalend is voor de toon van de journalistiek, terwijl de meeste journalisten zo’n opleiding nooit volgden.
Op dezelfde manier klagen allochtone journalisten dat ze geen baan kunnen vinden en komt er al snel een voorstel voor een quotum van allochtone medewerkers. RTL Nieuws zou ‘een halve allochtoon in dienst hebben’ (niet waar). Niemand komt op het idee dat alle journalisten moeite hebben werk te krijgen. Niemand spreekt zichzelf aan en zegt meer te gaan betalen voor journalistiek om zo ‘slow journalism’ mogelijk te maken. De schuld ligt consistent bij de ander.
De aanwezigen praten over journalisten zoals de meest fanatieke PVV’ers praten over moslims: als een eenvormige groep die onderling dezelfde mening heeft. Toch lijken de organisatoren beter te weten: als alle journalisten hetzelfde zijn, waarom worden we dan verrast met Jeroen Smit en Hans Laroes en niet met Annabel Nanninga, Jan Roos of Jan Dijkgraaf?
Oh, die laatste mocht geen spreker zijn. Opvallend.