Na de coronapandemie gaan we terug over naar de orde van de dag. Sommigen menen dat de samenleving nooit meer dezelfde zal zijn als voorheen, of ze hopen op revolutionaire veranderingen. De kans daartoe is klein. Dat komt omdat we, althans in het Westen en voor een gedeelte ook in het verre Oosten, een beschavingspeil hebben bereikt waarin we onheilspellende ontwikkelingen best onder controle kunnen krijgen. De HIV-epidemie is beheersbaar geworden. Ook kanker wordt steeds beter bestreden. Alhoewel tot nog toe geen absolute remedie voor HIV en kanker werd gevonden hoeven we ons hierover geen al te grote zorgen te maken. Ook het coronavirus zal adequaat aangepakt worden. Hetzelfde geldt voor economische rampspoed. Doeltreffende ingrepen van de centrale banken zullen ons behoeden voor recessie. Doemdenkers zullen er altijd zijn, maar die worden in onze beschaving keer op keer in het ongelijk gesteld.
Op politiek gebied hebben we in zekere zin toch het einde van de geschiedenis bereikt. De liberale democratie is een waarborg voor een redelijk rechtvaardige verdeling van de welvaart. Bedreigingen zoals de klimaatcrisis en de massa-immigratie worden voortvarend aangepakt. Aan de Grieks-Turkse grens gebeurde onlangs wat voordien onvoorstelbaar was. Er is wat verbaal wapengekletter in de parlementen, maar uiteindelijk denken we allemaal ongeveer hetzelfde. Om verschillen te ontdekken tussen de politiek partijen is een vergrootglas onvoldoende.
De tijd van The New Deal of The New Frontier is voorbij. Staatsmannen als Roosevelt en Kennedy, of in Europa De Gaulle en Churchill, maken in deze tijd geen kans meer. Een politicus mag al blij zijn als hij er tijdens zijn ambtsperiode één wet doorkrijgt. Van een politicus wordt in deze tijd verwacht dat hij de boel bij elkaar houdt en als een goed manager optreedt bij calamiteiten. Trump en Orban zijn geen uitzonderingen op deze regel. Zij worden populist genoemd, maar als puntje bij paaltje komt houden zij zich verre van racisme of discriminatie. Als bij ons Wilders of Baudet minister-president zouden worden, zullen ook zij geen revolutionaire veranderingen teweegbrengen.
In feite draaien we politiek, sociaal, wetenschappelijk en technologisch in een kringetje rond. Neem bijvoorbeeld de informatietechnologie. Het valt niet te ontkennen dat ICT oneindig veel mogelijkheden heeft geopend. De hele mensheid staat voortdurend met elkaar in contact. Maar heeft ICT een revolutie of een totaal andere manier van leven voortgebracht? De inhoud van de informatie die over en weer wordt gecommuniceerd stelt niet zoveel voor. Velen leven meer en meer in een virtuele wereld waarbij ze geen gezin meer vormen, geen kinderen verwekken en opvoeden en zich niet engageren in de samenleving. Kinderen en jong volwassenen houden zich, als moderne slaven in cyberworld, vele uren bezig met nutteloze games ten koste van hun eigen vorming tot verantwoordelijke volwassen persoonlijkheden. Voor de rest draait de wereld gewoon door.
In mijn vakgebied, de psychologie en de pedagogie, is in vijftig jaar in feite niets wezenlijk veranderd. De psychologie zit in het doodlopend straatje van het hersenonderzoek en de pedagogie is geëvolueerd van geëngageerde opvoedingswetenschap naar een kleurloze behavioral science. De tijd dat Freud de samenleving op haar kop zette met zijn inzicht dat we vooral door onbewuste krachten worden beheerst, – zelfs naastenliefde van nonnen volgt uit verdrongen seksuele driften -, is al lang verleden tijd.
De periode van stagnatie waarin we zitten kan heel lang duren. Sommigen noemen dit verval of decadentie. In Rome duurde de periode van verval 400 jaar, van Keizer Nero tot de inval van de Barbaren in Rome. In die periode is er echter iets heel bijzonders gebeurd: het christendom verspreidde zich razendsnel. Dankzij het christendom werden de verworvenheden van de Griekse en Romeinse beschaving tot op de dag van vandaag overgedragen. Het keizerrijk viel en de kerk triomfeerde. De decadentie of de stagnatie van het Romeinse keizerrijk is daarom geen ramp geweest voor de westerse beschaving.
De Amerikaanse politieke analist en columnist van The New York Times Ross Douthat trekt in dit verband een interessante conclusie. Het zou best kunnen zijn dat de katholieke kerk. bij monde van de Afrikaanse kardinaal Sarah, voor de grootste verrassing van deze eeuw kan zorgen. Vergelijkbaar met de de rol die Paus Johannes Paulus II heeft gespeeld in de ondergang van de Sovjetunie.
Sarah is papabili en staat bekend om zijn conservatieve, maar vaak vernieuwende ideeën. Hij roept Europa op terug de nadruk te leggen op haar christelijke wortels. Alles wat het gezin bedreigt moet worden bestreden. Genderideologie en ISIS zijn een vorm van radicalisering die respectievelijk scheidingen, abortus, homohuwelijken, kindhuwelijken, polygamie en onderdrukking van vrouwen bevordert. Sarah staat ook kritisch tegenover de massa-emigratie vanuit Afrika naar Europe, want “het is beter om de mensen te helpen in hun eigen cultuur dan om naar een Europa te gaan dat in diepe decadentie verkeert”. In Europa leven veel immigranten in grote armoede zonder menselijke waardigheid. Sarah wordt gezien als een bruggenbouwer tussen de ontwikkelingslanden en het Westen.
Volgens Douthat kan Sarah een succesvolle confrontatie tussen Europa en Afrika op gang brengen. In zijn boek The decadent society zegt hij dat het christendom een hernieuwing van binnenuit op gang kan brengen. Christendom staat voor alles wat niet-decadent is en laat geen stagnatie toe. De persoonlijke inzet van het individu of het opnemen van zijn eigen verantwoordelijkheid is de kern van de evangelische boodschap. Misschien wordt de Afrikaanse kardinaal de gangmaker die een broederband smeedt tussen Europa en de christelijke Afrikaanse landen. Dan ontstaat een nieuw imperium dat een voorbeeld is voor de gehele wereld.
De coronapandemie is volgens Ross Douthat een test case of een stress test. Die pandemie maakt duidelijk hoeveel mensen, dokters en verpleegkundigen hun leven voor anderen op het spel zetten. Solidaire acties komen als paddestoelen uit de grond, ook in het bedrijfsleven. Dit getuigt ervan dat alle mensen geroepen zijn om hun eigenbelang opzij te zetten om zorgzaam te zijn voor de ander. Christelijker kan het niet.
Staan we dan toch voor een revolutie? Een revolutie in de geest van de mensen? Komen we in een nieuwe wereld terecht waarin wie zonder inkomen valt de zekerheid heeft van een basisinkomen? Waar de economie niet bedoeld is voor hoge dividenden voor aandeelhouders, maar om de armoede en de miserie uit de wereld te helpen? Waar het onontgonnen potentieel van Afrika, dankzij de solidaire broederband tussen Afrikanen en blanke Europeanen, tot bloei kan komen? Kardinaal Sarah predikt deze onbaatzuchtige naastenliefde en kan de inspirator zijn van een nieuwe wereldorde.