De SP en PVV bewijzen al jaren niet te willen besturen, 50Plus wordt gesloopt door baantjesjagers en Forum voor Democratie, dat al een afsplitsing kent, wordt geleid door een narcist, die meer met zichzelf bezig is, dan met het aandragen van concrete oplossingen voor problemen waar miljoenen Nederlanders dagelijks mee te kampen hebben. Helaas is dat de status van partijen van wie je hoopte dat ze gevestigde kliek met pek en veren uit het Kamergebouw zouden verjagen. Waar zijn de partijen die juist nu in deze barre coronatijden uit hun cocon komen? Die zelf de wijken ingaan om coronahulp te bieden? Die zichzelf écht ten dienste stellen van het Nederlandse volk?
Politiek gekissebis en lomp geschreeuw naar elkaar was er vanuit de bankjes van de Tweede Kamer genoeg te zien. Maar op welke plekken in Nederland zijn deze Kamerleden geweest? Met wie hebben zij gesproken voordat zij hun standpunten bepaalden? Wat hebben ze zelf gedaan om de gevolgen van de coronacrisis voor de mensen in het land enigszins te verzachten?
98 procent van de Nederlanders is niet lid van een politieke partij, het zou voor alle partijen de ultieme uitdaging moeten zijn om die mensen bij de politiek te betrekken. Om de steeds groter wordende kloof tussen politiek en burger te dichten.
Het nader tot elkaar brengen van de politiek en de inwoners van dit mooie land zou moeten gebeuren door een partij die het gehad heeft met het klassiek hokjesdenken. Een partij die stopt met het plaatsen van politici in conservatieve, socialistische, liberale of religieuze kaders. Mensen in het land willen politici die naar ze luisteren, die alles in het werk stellen om te komen met concrete oplossingen voor de door hen aangedragen problemen. En problemen kent dit land genoeg. Voordat de coronacrisis het land op slot zette, klonken er noodkreten vanuit de boeren, de leraren, de zorg en de bouw. We hebben, zeker met de nu voortdurende coronacrisis, gewoon normaal boerenverstand nodig om verder te komen in plaats van het vasthouden aan achterhaalde partijideologieën.
Dit land snakt naar een nieuwe vorm van politiek. Ombudspolitiek die haar bestaansrecht put uit de onmacht van de burgers, het verloren vertrouwen in politici en de groeiende afkeer van de gevestigde politieke partijen. Als het een nieuwe partij lukt om de politiek, probleemoplossend, van onderaf en samen met politiek gemotiveerde burgers vorm te geven, zal het stemmers vinden uit het hele spectrum: links, midden en rechts georiënteerd.
Overal in het land zijn initiatieven van bewegingen die zich niet langer gehoord voelen door de klassieke partijen. Neem Code Oranje dat staat voor het doorvoeren van politieke vernieuwingen die mensen meer zeggenschap geven, onder andere de gekozen burgemeester en referenda. Neem de BoerBurgerBeweging dat opkomt voor de in knel geraakte boeren, tuinders en vissers. Neem NLBeter waarbij zorgverleners concluderen dat er onvoldoende naar ze geluisterd is. Zij zien in hun spreekkamers dagelijks de gevolgen van een falend systeem voor de mensen die de zorg echt nodig hebben. Neem al die lokale partijen die zich vervreemd voelen van de landelijke politiek en bij elke gemeenteraadsverkiezingen meer kiezers afsnoepen van wereldvreemd geworden landelijke partijen. In 2014 stemde 28 procent van de kiezers lokaal, in 2018 was dat opgelopen naar 33 procent. Als het deze nieuwe bewegingen lukt om over hun schaduw heen te stappen en met elkaar en zoveel mogelijk lokale partijen de samenwerking aan te gaan. Als het ze daarbij lukt om de politieke hete hangijzers mede door de samenleving van onderop te laten agenderen, dan kunnen de gevestigde partijen hun borst nat maken bij de Tweede Kamerverkiezingen van maart volgend jaar.