Er is dezer dagen een opvallend verschil in benadering tussen het CDA (virtueel dertien zetels) en de SP (virtueel vierendertig zetels). Van de eerste, zwaar geslonken partij zie je in allerlei verschillende media hoofden opduiken die iets te vertellen hebben, morgen iets te vertellen willen hebben of warmlopen om op termijn iets te vertellen te hebben. Verwacht niets anders dan clichés en open deuren van al deze machtige, semi-machtige en aanstormende CDA’ers, maar daar schijnt het even niet om te gaan: de scoringsbeluste journalist verlustigt zich dermate in de stoelendans om de poppetjes, dat hij of zij gerust een vierenzeventigste CDA’er voor lief neemt die het over ‘warmte’ heeft, ‘een fris elan’ of ‘terug naar de compassie’. Naarmate de macht dichterbij komt, wordt het leger microfoons meestal uitgebreider en de tekst nietszeggender. Wie afgelopen weken de discipline had om alles in het CDA-circus te notuleren komt na ‘close reading’ zeer waarschijnlijk tot de conclusie dat het CDA én voor de zwakkeren is, én voor een groeiende economie, én voor een schone natuur, én voor de boeren, én voor Europa, én voor het behoud van een nationale identiteit. In moeilijke tijden kun je maar beter op alle paarden tegelijk wedden, zo lijkt de strategie van het CDA. Ze noemden het vervolgens in een wanhopige bui van frivoliteit ‘het radicale midden’ en amper een journalist die er – nog dronken van weer een loslippige CDA’er – zinnige en doortastende vraagtekens bij plaatste.
Dieptepunt Bleker
Hoe anders wordt de – virtueel inmiddels veel grotere – SP benaderd. Aan alle kanten klinkt het: “Tut-tut-tut, wat moet dat?” De partij wordt, bij wijze van reflex, in het oude vakje van het marxisme-leninisme geplaatst, krijgt het stempel opgedrukt van gevaarlijke outsiders die zowat de hele economie willen nationaliseren en alsof dat nog niet genoeg is, springt voormalig Quote-hoofdredacteur en snelgeld-ambassadeur Jort Kelder voor de camera’s om ons, kijkers, te waarschuwen voor die knotsgekke SP’ers. Een regering met de socialisten? “Dat moet je niet willen”, waarschuwt Kelder, die na DWDD waarschijnlijk vroeg naar bed moet om fris aan een nieuwe draaidag in de P.C. Hooftstraat te beginnen. Voorlopige tussenstand? CDA’ers worden tot in den treuren voor de camera’s gesleept (of melden zich ‘spontaan’ aan) om vele strekkende meters zendtijd te vullen, zie bijvoorbeeld de eindeloze reeks bezoeken van Jack de Vries aan DWDD. Met SP’ers wordt, turf maar mee, stukken minder gesproken. Hier kiest de journalistiek veel vaker – veilig – voor het oordeel van buitenaf. Het lijkt erop dat hier, tien jaar na Fortuyn, nog steeds sprake is van een vorm van elitejournalistiek: niet zien en niet willen zien wat er in de zogenaamde ‘onderlagen’ van de samenleving speelt en schijnbaar niet begrijpen dat kiezers de eenvoud, de bescheidenheid en de concrete hulp van de SP preferen boven het afzichtelijke baantjesjagen en talkshows afstruinen bij het CDA, met Henk Bleker als onappetijtelijk hoogte- c.q. dieptepunt. Ofwel: ‘compassie’ als activistisch richtsnoer (SP) versus lege huls om je doodzieke baantjesmachine mee te herpositioneren (CDA).
Afwezig op Tahrirplein
Mijn observatie: er is een groeiende klasse van ‘onzichtbaren’ aan het ontstaan, die in de digitale maatschappij structureel geen ‘gesprekspartner’ meer is, zelfs niet voor een oorspronkelijk sociaal-democratische omroep als de VARA. Deze mensen vallen online en offline – met een lastig woord – buiten elk paradigma, spelen geen rol meer in het publieke debat en komen hoogstens als kortstondig hoopje kijkvoer voorbij Radar of De Ombudsman, wanneer Matthijs van Nieuwkerk na zijn babbel over de nieuwste poppetjes en peilingen allang aan de Jordanese toog hangt of, thuis, met zijn voeten op de verwarming zit. Vergelijk het met de miljoenen ‘onzichtbaren’ in Egypte, die niet op het Tahrirplein demonstreren, door niemand worden geïnterviewd en geen enkele vorm van heldendom willen of kunnen opeisen; zij bezorgden de Moslimbroederschap een monsterzege bij de eerste Egyptische verkiezingen. Ik voorspel: hoe meer de bekende praathoofden onderling blijven bekvechten, hoe vaker er ‘goedkope’ kijkcijfers worden gescoord met de uitgekauwde cirkel der BN’ers en deskundologen en hoe langer wordt nagelaten om het ‘verhaal’ van de onzichtbaren op wat voor manier dan ook naar voren te halen, hoe vetter de SP-overwinning zal uitvallen.
Wanneer komen de politici, de netmanagers, de communicatiestrategen en niet in de laatste plaats de journalisten zèlf er eindelijk achter dat de mediawerkelijkheid niet dé werkelijkheid is?
Hans van Willigenburg is journalist, schrijver en schrijfcoach. In zijn reportagebundel Dit is NL laat hij treffend zien hoe hogeropgeleiden, via de media, een steeds indringender en invloedrijker schijnwerkelijkheid aan het opbouwen zijn.
Foto CC: FNV Bondgenoten