Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib had aanwezig willen zijn bij de Dodenherdenking op de Dam afgelopen vier mei. Vanwege de coronamaatregelen waren alleen minister-president Mark Rutte, de koning, koningin en hun chef van het Militaire Huis, burgemeester Femke Halsema en voorzitter van het Comité 4 en 5 mei Gerdi Verbeet aanwezig. Toen Arib er achter kwam dat ze niet was uitgenodigd heeft ze samen met de voorzitter van de Eerste Kamer bezwaar aangetekend. Dat zei ze maandag tijdens een debat over de begroting van de Tweede Kamer.
D66 Kamerlid Joost Sneller wees Arib er op dat alle aanwezigen ongekozen waren en dus niemand rechtstreeks door het volk verkozen. Arib en haar collega van de Eerste Kamer Jan Anthonie Bruijn vonden dat ook bezwaarlijk en hebben voorafgaand aan Dodenherdenking overwogen formeel protest aan te tekenen. Maar dat had een relletje kunnen worden en dat vond Arib ongepast.
Daarom heeft ze zich ‘achter de schermen’ beklaagd bij de organisatie zijnde het ministerie van Algemene Zaken (Lees: Mark Rutte) en het Comité 4 en 5 mei (Lees: oud-Kamervoorzitter Gerdi Verbeet) maar die zagen de mogelijkheid van twee extra aanwezigen dus niet zitten.
“En daar moesten we het mee doen”, aldus een getergde Arib.
Update 14.19 – Sneller vindt de betrokkenheid van het ministerie van Algemene Zaken bij de weigering maar vreemd en zal daar te zijner tijd op terugkomen bij Mark Rutte, kondigt de D66’er aan.
Lees ook – 4-mei speech van koning Willem-Alexander leidt tot vreugdeorgie bij NPO
Z.M. Koning Willem-Alexander – Medemensen voelden zich in de steek gelaten, ook door mijn overgrootmoeder
