Achtergrond

Rene Zwaap – Dankzij corrupte ex-koning Juan Carlos I is einde Spaanse monarchie voorstelbaar

07-08-2020 14:27

22 november 1975. Beëdiging van Prins Juan Carlos tot Koning van Spanje. Juan Carlos vertrekt met zijn vrouw en kinderen na afloop van de plechtigheid. Public Domain photo/Nationaal Archief/Wikimedia.

De steekpenningen-affaire rond de Spaanse ex-koning Juan Carlos I doet denken aan het Lockheed-schandaal waardoor prins Bernhard in 1976 het veld moest ruimen als inspecteur-generaal van de Nederlandse strijdkrachten. Mistige geldroutes via Zwitserse banken en tropische belastingparadijzen waarmee via de troon politieke invloed werd ingekocht. En net als toen verkeert daardoor nu de toekomst van de troon in gevaar.

‘Qua witwassen kan koningin Máxima op niveau meepraten met Juan Carlos gezien haar vroegere baan bij de Argentijnse spookbank Mercado Abierto Bank’

Om die gevleugelde woorden van Herman Kuiphof bij de verloren WK-finale van 1974 nog maar eens van stal te halen: zijn we er toch ingetuind? Het staat natuurlijk in geen enkele verhouding: de 100 miljoen dollar aan smeergeld die de Spaanse ex-koning Juan Carlos opstreek om een Spaans bouwconsortium een opdracht te bezorgen voor de aanleg van een hogesnelheidslijn in Saoedi-Arabië en die miezerige paar miljoen waar prins Bernhard indertijd ook nog eens voor moest bedelen bij de vliegtuigfabrikanten Lockheed en Northrop om zijn invloed als inspecteur-generaal te doen gelden bij de aankoop van nieuwe gevechtsvliegtuigen voor het Nederlandse leger.

‘De Zwitserse Mirabaud-bank probeert intussen Zwitserse media die over dit schandaal publiceren het zwijgen op te leggen’

Goed, je moet een inflatiecorrectie toepassen, het geld was toen meer waard dan nu, maar dan nog is het verschil in honorering een belediging van het Nederlandse koningshuis. Natuurlijk geniet het Spaanse koningshuis van de illustere Borbóns hoger aanzien dan die obscure Friese zijtak van de Oranje-Nassaus van ons, dat daarnaast ook nog eens draait op de allerlaagst geklasseerde Duitse aristocratie, en niet voor niets zingen we in het Wilhelmus dat we de koning van Hispanje altijd hebben gefêteerd, maar dan nog is de discrepantie in prijs een klap in het gezicht van de vermaarde Hollandse koopmansgeest.

Net zoals Bernhard zijn Lockheed-geld liet parkeren op Zwitserse bankrekeningen onder het pseudoniem Victor Baarn draait het schandaal rond Juan Carlos om een Zwitserse bank. In zijn geval heet die bank Mirabaud in Genève, die in 2008 100 miljoen dollar ontving vanuit het Saoedische koningshuis, en wel op rekening van de Lucum Foundation uit Panama, waarvan de eerste begunstigde Juan Carlos was, toen nog koning. 65 miljoen dollar van dat geld ging naar een bank op de Bahama’s, op een rekening die op naam stond van een minnares van de koning, Corinna zu Sayn-Wittgenstein, een Duitse zakenvrouw die eigenlijk Corinna Larssen heet en haar adelijke titel verkreeg door strategisch in te trouwen.

‘Tot 2014 was Juan Carlos als koning onschendbaar en kan hem juridisch niets worden verweten’

Nadat ze door Juan Carlos als geliefde was afgedankt klapte een wraakzuchtige Corinna uit de school over de enorme partijen zwart geld die opgeslagen zouden liggen in de bunkers onder het Spaanse koninklijke paleis en dat bracht het schandaal aan het rollen. Daarmee speelde Corinna zu Sayn-Wittgenstein ook zichzelf in de kijker, want 65 miljoen van die 100 miljoen dollar ging naar haar eigen bankrekening op de Bahamas’s bij Gonet & Cie. Dit zou een gulle ongevraagde gift van de koning zijn geweest, maar dat gelooft natuurlijk helemaal niemand. Eerder lijkt het op een manier om het geld uit het blikveld van de toezichthouders te toveren, want van die 65 miljoen werd 39 miljoen dollar doorgepompt naar de FieldPoint Private Bank in New York , 11 miljoen ging naar een Britse bank en 3,5 miljoen dollar belandde op een rekening van de bank Pictet & Cie op de Bahamas’s, die op naam stond van een vennootschap genaamd Dolphin, dat wordt beheerd door advocaat Dante Canónica,  dezelfde die ook de Lucum Foundation van Juan Carlos bestiert.

Corinna Larrson/Wittgenstein was behalve minnares van de Spaanse koning ook een gehaaide zakenvrouw wier firma Apollonia Associates, gevestigd op het belastingparadijs Malta, nog werd genoemd in de zogeheten Paradise Papers, die in 2016 geopenbaard werden over offshoreconstructies ter omzeiling van belastingen. De firma is gespecialiseerd in contacten tussen politiek en bedrijfsleven. De Zwitserse procureur Yves Bertossa heeft nu zijn tanden in dit dossier gezet. Een van de transacties waar deze bijzonder in is geïnteresseerd is een betaling van 5 miljoen dollar die Corinna op haar rekening bij de Zwiterse Mirabaud-bank ontving enkele weken nadat Juan Carlos een bezoek aan Koeweit had gebracht. Volgens Corinna was dat een betaling wegens geleverde diensten, maar een factuur ontbrak.

‘Dat hij erevoorzitter is van het Spaanse Wereldnatuurfonds maakte dat zijn uitgelekte foto naast een doodgeschoten olifant ook niet lekker viel’

De Zwitserse Mirabaud-bank probeert intussen Zwitserse media die over dit schandaal publiceren het zwijgen op te leggen. Als een der argumenten geldt dat die 100 miljoen onmogelijk steekpenningen kunnen zijn geweest aangezien de Saoedi’s hier de kopende partij waren. De totale kosten van de 450 kilometer beslaande hogesnelheidslijn tussen de heilige steden Mekka en Medina en de havenstad Jeddah bedroegen 6,7 miljard euro. Het consortium dat de opdracht binnenhaalde bestond uit twaalf Spaanse bedrijven, waaronder treinbouwer Talgo, spoorweginfrastructuurleverancier Adif en de bouwconcerns OHL en FCC.  Het zou inderdaad eerder voor de hand liggen dat de Spanjaarden de Saoedi’s hadden geprobeerd om te kopen. Maar wellicht ging het hier om een onderhandse constructie in het verdelen van de overwaarde, dat bij dit soort monsteropdrachten niet ongebruikelijk is, of een poging van de Saoedi’s de Spanjaarden te bewegen toch op te schieten met het prestigeproject, dat te kampen had met grote vertraging.

De Zwitserse bankrekening van Juan Carlos werd in 2012 opgeheven. Dat zal ermee te maken hebben dat het Zwitserse bankgeheim onder Amerikaanse druk op het punt stond te bezwijken. Tot 2014 was Juan Carlos als koning onschendbaar en kan hem juridisch niets worden verweten. Dus dat al dat smeergeld dat met koffers tegelijk van Zwitserland naar Madrid werd gevlogen zal hem door geen enkele rechtbank kunnen worden aangewreven. Voor alles wat vanaf 2014 gebeurde is dat echter wel het geval, en het is niet voor niets dat Juan inmiddels op zijn jacht Spanje heeft verlaten, naar verluidt naar Portugal, waar hij zijn jeugd doorbracht, of naar de Dominicaanse republiek, waar een vriend van hem een luxe hotel exploiteert waar hij in het verleden gaarne verbleef. Zoon en opvolger Felipe VI, die voor zijn huwelijksfeest een half miljoen kreeg toegeschoven uit papa’s zwarte pot, probeert inmiddels te redden wat er te redden valt. Felipe liet zich uitschrijven als erfgenaam van Juan Carlos en ontnam hem zijn koninklijke taken, maar of dat de vrije val van de Spaanse monarchie kan tegenhouden staat te bezien.

‘Binnen Podemos, de linkse regeringspartij, gaan er al stemmen op voor een referendum over de houdbaarheid van de monarchie’

Het draagvlak van de Spaanse monarchie was altijd al bescheiden en Juan Carlos hielp het nog verder naar de filistijnen toen hij in 2012, toen de Spanjaarden in een diepe recessie waren beland, op een peperdure safari stiekem olifanten ging jagen in het Afrikaanse Botswana, hetgeen alleen maar uitkwam omdat hij tijdens de jacht zijn heup brak en haastig moest worden ingevlogen. De koning moest diep door het stof met publieke verontschuldigingen. Dat hij erevoorzitter is van het Spaanse Wereldnatuurfonds maakte dat zijn uitgelekte foto naast een doodgeschoten olifant ook niet lekker viel bij het publiek. Het koninklijke blazoen bladderde in 2018 nog verder af toen Juan Carlos‘ schoonzoon Inaki Urdangarin Liebaert tot bijna zes jaar cel werd veroordeeld vanwege verduistering van 6 miljoen euro aan publiek geld voor sportevenementen en misbruik van zijn titel voor politieke invloed.

Dan is er de Catalaanse crisis. Koning Felipe koos in de hoogtijdagen van de crisis rond de door Carles Puigdemont uitgeroepen Catalaanse onafhankelijkheid lijnrecht stelling te nemen tegen de nationalisten. Dat kan hem nu zuur opbreken. Binnen Podemos, de kleine linkse regeringspartij, gaan er al stemmen op voor een referendum over de houdbaarheid van de monarchie. De Spanjaarden hadden van 1931 tot 1939 een republiek, die uiteindelijk door generaal Franco de nek werd omgedraaid. Het verlangen naar een herinvoering van de republiek leeft diep bij grote delen van de bevolking. De estafette van schandalen in koninklijke kring droeg daar sterk aan bij. Daarnaast is Spanje nu in de greep van het kroonvirus Covid-19, ligt de economie aan diggelen en hebben de Catalanen en ook de Basken hun dromen van onafhankelijkheid zeker nog niet opgegeven, dus is een einde van de Spaanse monarchie op afzienbare termijn zeker voorstelbaar.

‘Sinds 1909 zijn het Spaanse koningshuis en de Catalaanse nationalisten gezworen vijanden’

De monarchie is in Spanje lang niet zo diep verankerd als wordt gesuggereerd. Al in 1873 proclameerde de Cortes, het Spaanse parlement, de federale republiek Spanje. Daarmee kwam een einde aan de regering van koningin Isabel II de Borbón y Borbón-Dos Sicilias, die met haar kinderen de wijk naar Parijs nam. Maar het jaar daarop maakte een militaire staatsgreep al een eind aan die eerste  Spaanse republiek. De zoon van Isabel, Alfonso, besteeg de troon, en in 1902 werd hij opgevolgd door zijn zoon Alfonso XIII de Borbón y Habsburgo-Lorena, koning van Spanje, Castilië, Leon, Aragón en van de Beide Siciliën. Deze regeerde als absoluut monarch. In de eerste helft van zijn koningschap verloor de koning Cuba, Puerto Rico en de Filippijnen  aan de Verenigde Staten. Het Spaanse leger, dat onder zijn opperbevel stond, leed in de opeenvolgende Rif-oorlogen in Spaans Marokko de ene na de andere smartelijke nederlaag. Toen in 1909 een algemene staking in Catalonië uitbrak stuurde Alfonso het leger erop af en liet hij de respectabele Catalaanse vrijdenker Francesc Ferrer i Guardi executeren, samen met nog vier andere pleitbezorgers van de Catalaanse onafhankelijkheid. Sindsdien zijn het Spaanse koningshuis en de Catalaanse nationalisten gezworen vijanden.

Om het Catalaanse vrijheidsstreven en het opkomende anarchisme, socialisme en communisme de grond in te boren sloot koning Alfonso een Faustiaanse deal met de fascistische  generaal Miguel Primo de Rivera, wiens staatsgreep hij ondersteunde. In 1925 werd de grondwet opgeschort, de Catalaanse vlag en het gebruik van het Catalaans in de openbare ruimte werden verboden en Spanje veranderde in een eenpartijstaat naar het voorbeeld van het Italië van Mussolini. Dat duurde tot 1931,  toen in Baskenland de republiek werd uitgeroepen en ook in Madrid de vlag van de Catalaanse Republiek werd gehesen. Diezelfde middag wapperde de Republikeinse driekleur aan het koninklijk paleis in Madrid. Koning Alfonso en zijn gezin namen de wijk naar Frankrijk. De Tweede Spaanse republiek was een feit.

‘De vraag is of Juan Carlos de eed aan de Movimiento Nacional in zijn hart eigenlijk niet altijd trouw is gebleven’

Na het uitbreken van de Spaanse burgeroorlog in juli 1936 probeerde Alfonso XIII zich in te likken bij generaal Franco die zich na de dood van Primo de Rivera had ontfermd over de zaak der falangisten, zoals de Spaanse fascisten zich noemen. Hij stuurde Franco grote sommen geld en drong er bij Mussolini op aan hem van wapens en vliegtuigen te voorzien. Maar toen hij in 1937 bij Franco informeerde waarom de restauratie van de monarchie zo lang op zich liet wachten, kreeg hij te horen dat er voor hem geen plaats was in Franco’s Spanje.

In 1947 publiceerde Franco de Ley de Sucesion en la Jefatura de Estado. Spanje is volgens deze wet een koninkrijk met Franco als regent voor het leven. De wet bepaalde tevens dat Franco het alleenrecht had om een opvolger aan te wijzen. Die opvolger wordt de kleinzoon van Alfonso XIII, Juan Carlos. Op 22 juli 1969 werd deze tot opvolger van de caudillo benoemd. Hij zwoer  trouw aan de principes van de Movimiento Nacional, de enige toegestane massabeweging in Franco’s Spanje. De vraag is of Juan Carlos die eed in zijn hart eigenlijk niet altijd trouw is gebleven.

‘Jorge Zorreguieta viel bij leven op door zijn bemoeienissen in de leiding van witwasbank Banco Republica’

Na de dood van Franco werd Juan Carlos in 1975 koning van Spanje en in 1981 maakte hij goede sier als democraat toen hij zijn steun onthield aan de coup van luitenant-kolonel Antonio Tejero, die in februari 1981 heel Spanje in rep en roer bracht door met getrokken pistool het spreekgestoelte van het parlement in Madrid te beklimmen en het einde van de nog zo jonge democratie te proclameren. De coup van Tejero was de laatste grote eruptie van de geest van Franco. Nog altijd is zijn poging tot staatsgreep met mysteriën omhuld. Wist koning Juan Carlos nu wel of niet van Tejero‘ s plannen? Waarom ging Tejero bij een eerdere poging tot herstel van de dictatuur vrijuit en kon hij aanblijven bij de Guardia Civil? Wilde de koning op deze manier zijn positie verstevigen? Het zijn vragen die Spanje nog altijd kwellen en die weer brandend actueel zijn geworden sinds koning Felipe VI zich afkeerde van de Catalanen en de draconische straffen goedpraatte waarmee de Catalaanse beweging nu de kop wordt ingedrukt en die de Europese Unie eigenlijk onwaardig zijn.

Een referendum over de houdbaarheid van het koningschap zou wel eens verkeerd kunnen uitpakken voor Felipe, ook met dank aan zijn grijplustige pa en al even gretige zwager. Hetgeen toch weer doet terugdenken aan dat Lockheed-schandaal en het besluit van de toenmalige regering-Den Uyl om die zaak tegen Bernhard niet door te sturen aan de strafrechter, waar die zaak eigenlijk thuishoorde, uit vrees dat anders de Nederlandse monarchie ten val zou komen.

Qua witwassen kan de huidige Nederlandse koningin Máxima overigens op niveau meepraten met Juan Carlos, gegeven haar vroegere baan bij de Argentijnse spookbank Mercado Abierto Bank van zakenman Aldo Luís Ducler, die in 2017 onder verdachte omstandigheden om het leven kwam nadat hij was beschuldigd van het witwassen van geld van Mexicaanse drugsbaronnen. Ook vader Jorge Zorreguieta viel bij leven op door zijn bemoeienissen in de leiding van de witwasbank Banco Republica, die zich volgens een Amerikaanse senaatscommissie op ongekend grote schaal bezighield met het witwassen van de winsten van het beruchte Juárez-drugskartel uit Mexico, omkopingen in het bedrijfsleven, het plunderen van de Argentijnse staatskas via belastingontduiking en illegale wapenleveranties. De vraag welke royals witter wassen is dus nog niet volledig beantwoord.