Nog 5 weken en 5 dagen tot de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Dat Joe Biden in alle opiniepeilingen nog altijd voor staat op de zittende president Donald Trump zegt dat in ieder geval een groot deel van de Amerikaanse bevolking klaar is met Trump.
Of de peilingen ook het echte sentiment in het land aangeven of zelfs de uitslag van de verkiezingen voorspellen is zeer de vraag. Daarvoor was de winnaar van 2016 ook voor de opiniepeilers een te grote verrassing.
En toch geeft de virtuele voorsprong van Biden aan dat een tweede termijn voor Trump niet vanzelfsprekend is. Alleen is dat niet de verdienste van Biden en de Democratische Partij.
Het is nu misschien moeilijk voor te stellen dat Donald Trump ooit een geliefd mens was onder Democraten en progressief Amerika. Trump sloot zich aan bij de Democraten in 2001.
Hij was een goede vriend van de Clintons. Trump steunde Hillary in haar campagne voor de Senaat en golfde met Bill. Trump was donateur van de Clinton Foundation en de Clintons waren zijn gasten op z’n bruiloft met Melania in 2005.
Ook kon Trump jarenlang niet stuk in televisie-interviews van Oprah Winfrey en David Letterman. En altijd waren er de vragen of hij zich ooit kandidaat ging stellen en wat hij als president van plan zou zijn. Interviewers en studiopubliek leken reikhalzend uit te kijken naar die dag.
Wat mogelijk hielp was dat een aantal van zijn politieke standpunten voor Amerikaanse begrippen nogal progressief waren. In een interview met NBC News in 1999 verklaarde Trump dat hij abortus verafschuwde, maar dat de keus daartoe bij de vrouw ligt.
Hij zag geen enkel bezwaar tegen homoseksuelen in het leger, was voor het legaliseren van drugs, opperde een forse extra belasting voor de rijken en moest niets hebben van rechtse haviken, die het Amerikaanse leger overal in de wereld op oorlogen wensten af te stuurden.
In 2009 maakte Trump de overstap naar de Republikeinse Partij. Maar de vriendschap met de Democraten eindige pas op 16 juni 2015, toen hij zich meldde voor de race om het presidentschap.
Dat hij de nominatie van zijn partij won en ook echt president zou worden hielden al zijn vijanden – waaronder veel voormalige vrienden – allemaal voor onmogelijk. De afloop is bekend en de Democraten bleken slechte verliezers.
Niet in staat het eigen falen onder ogen te zien, gaven de Democraten eerst Russische bots de schuld van het verlies. Daarna volgde een mogelijke samenzwering van Trump met de Russische president Putin.
Het onderzoek ernaar door speciaal aanklager Robert Mueller duurde twee jaar. Al die tijd rekenden de Democraten erop dat Mueller het bewijs voor een samenzwering met Putin zou leveren.
Dat bewijs zou er niet komen.
De rancune over de verloren verkiezingen heeft bij de Democraten geleid tot een obsessie om vroegtijdig met Donald Trump af te willen rekenen.
De Democraten hebben hem beschuldigd van omkoping, afpersing, schendingen van campagnefinanciering, belemmering van de rechtsgang, belemmering van het Congres, machtsmisbruik, samenzwering, hoogverraad, racisme en vrouwenhaat.
Daar is alle aandacht en energie op gericht geweest. En zonder resultaat.
Hoogtepunt van de haat en minachting jegens Trump was voor mij de State of the Union op 4 februari dit jaar. De Democratische voorzitter van het Huis van Afgevaardigden Nancy Pelosi weigerde de traditionele introductie (“it is my high honor and distinct privilege to introduce the president of the United States”) en scheurde voor het oog van de natie achter de rug van Trump (een kopie van) de State of the Union aan flarden. Een treurig beeld van een partij in verwarring.
Ook de nieuwsmedia die met de Democraten optrekken tegen Trump – zoals de New York Times, de Washington Post, CNN en MSNBC – hebben de Democratische Partij geen dienst bewezen.
Door de vrijwel kritiekloze houding van de journalisten tegenover de Democraten en de focus op de gezamenlijke vijand Trump, is de Democratische Partij niet aangepakt op de verloren verkiezingen en is zij nooit toegekomen aan een eerlijk antwoord op de vraag: wat ging er mis in 2016?
Daarom zien we nu een Democratische Partij zonder zelfvertrouwen en zonder leider die overtuigt en inspireert. Een partij die niet verder komt dan de holle retoriek uit het jargon van de identiteitspolitiek en de Black Lives Matter-beweging.
Een partij die weinig anders doet dan wijzen naar Trump voor alles wat er mis gaat, maar nergens in het land een succesje boekt waaruit blijkt dat Democraten een beter alternatief zijn.
Joe Biden als het beste wat de Democratische Partij het land te bieden heeft. Het resultaat van vier jaar oppositievoeren. Als de Democraten op 3 november de verkiezingen verliezen hebben ze dat dik verdiend.