Op 7 januari, tijdens de moordaanslag op Charlie Hebdo en de overval op een Joodse supermarkt in Parijs zat ik op Curaçao te schrijven aan mijn memoires. Het duurde enige tijd voordat het nieuws daar doordrong. Pas na drie dagen stonden er een paar artikelen op pagina 16, 17 of 18 van het Antilliaans Dagblad. Niemand leek geïnteresseerd in wat er zich in Parijs afspeelde. Mijn gastheer, de architect Carel Weeber, had daar wel een verklaring voor. ‘Het gaat in Europa om de vrijheid van meningsuiting, maar die hebben wij hier niet, dus het boeit ons niet.’ En inderdaad, toen ik begin van dit jaar in de Volkskrant een kritisch stuk schreef over de Curaçaose elite, riep de oud-hoofdredacteur van de Amigoe, Hans Vaders, op om mij ‘voor de komende jaren van het eiland te weren’.
Wel groot nieuws op Curaçao was een toespraak van Alexander Pechtold die er met zijn zoon op vakantie was. Hij pleitte voor het in stand houden van de Koninkrijksrelatie omdat ‘wij verbonden zij door een gedeeld verleden.’ Pechtold meent dat Antilliaanse en Nederlandse politici ‘wel met elkaar spreken, maar niet naar elkaar luisteren.’ Hij zei dat dat kwam door ‘cultuurverschillen’.
Nu zijn er vast cultuurverschillen, maar zo groot kunnen die nu ook weer niet zijn, want bijna alle Curaçaose politici hebben in Nederland gestudeerd. Antilliaanse politici luisteren vooral selectief. Als Nederland zegt dat zij hun begroting op orde moeten hebben en niet uit de staatskas roven dan begrijpen zo ons niet, maar als Nederlands zegt dat wij ze zullen helpen met nog eens 100 miljoen projecthulp dan blijken ze uitstekend te kunnen luisteren.
Ik denk dat dat in Griekenland net zo gaat. Maar er is een groot verschil. Terwijl je in Nederland bijna nooit wat over Curaçao leest, staan de Nederlandse kranten voor met stukken over Griekenland. Nooit eerder nam het nieuws over verkiezingen in een ander Europees land zoveel pagina’s in beslag. De Volkskrant opent op maandag 2 februari met een foto van een massademonstratie in Madrid. En op pagina 6 en 7 worden alle West-Europese anti-Europa partijen besproken. ‘Populisten ruiken hun kans’ kopte de Volkskrant. Europa staat wekelijk op de voorpagina. Griekenland en Spanje horen daar bij, Curaçao niet!
Na de aanslag in Parijs demonstreerden op 11 januari twee miljoen mensen, aangevoerd door West-Europese regeringsleiders, onder wie Mark Rutte. Het was niet alleen de grootste demonstratie die ooit in Frankrijk plaats vond, het was ook de eerste Europese demonstratie. Nederlandse vrienden die er bij waren vertelden mij dat de sfeer geweldig was. Het volgende nummer van Charlie had een oplage van 7 miljoen en werd in 6 talen uitgebracht.
Staatsvorming is bijna altijd het gevolg van strijd tegen een gemeenschappelijke vijand. De republiek der Zeven Provinciën kwam tot stand in een opstand tegen Spanje. De Verenigde Staten ontstonden in een onafhankelijkheidsoorlog tegen Engeland. Het zou zomaar kunnen zijn dat het Islamistisch radicalisme de cruciale factor blijkt te zijn in de Europese eenwording.
Europa is als culturele identiteit immers ook ontstaan in de strijd tegen de Islam, die eeuwen heeft geduurd. In 1529 stonden de Turken nog voor Wenen, maar zij werden teruggedreven. Zevenendertig jaar eerder werden de Arabieren uit Granada verdreven.
Destijds, in 1492, werden de joden en moslims in Granada gedwongen hun geloof op te geven. Nu, meer dan 500 jaar later, is er in Europa godsdienstvrijheid. De succesvolle verdediging van die vrijheid zal ideologische basis van de Europese Unie vormen. De behandeling van joden en moslims is de toetssteen van een Europese beschaving.
Dat 50 procent van de Nederlanders vindt dat Griekenland de eurozone moet verlaten is ook een indicatie van het belang dat de bevolking hecht aan de euro. In de strijd tegen de jihad en om het behoud van een gezonde Europese munt vormt zich een politieke gemeenschap. Die is nog nooit zo verscheurd geweest en tegelijkertijd nog nooit zo hecht. De Civis Europeanus is in wording. Syriza, Pablo Iglesias, Nigel Farage, Bernd Lucke, Geert Wilders, Marine Le Pen en Beppe Grillo dragen daar meer toe bij dan ze zelf beseffen. Zij vormen, zonder het te willen, een Europese partij.