Donald Trump werd in Nederland en in landen om ons heen enthousiast gehaat en alleen daarom al wordt Joe Biden in de meeste media al even enthousiast als een zeer welkome aflossing gezien. Het kan ook een teleurstelling worden. Biden zal hier en daar wat Trump-beleid terugdraaien. Hij zal minder grof Twitteren. Maar veel zal ook hetzelfde blijven.
De Amerikaanse presidentsverkiezingen werden hier vier jaar geleden zo mogelijk nog heftiger meebeleefd dan deze keer. Geert Wilders ging samen met andere Europese nationalisten dan wel populisten naar Koblenz, om daar in het kielzog van Trump hun aanstaande overwinningen in Europa te vieren. Uiteindelijk slaagde alleen Matteo Salvini daar min of keer in: hij werd vice-premier in Italië – tot hij zijn hand overspeelde. Links Nederland – D66 incluis – verwelkomde de inauguratie van Donald Trump vier jaar geleden met een niet al te massale anti-Trump-demonstratie op het Haagse Malieveld. De meeste Nederlandse media, de omroepen in het bijzonder, wentelden zich eveneens vier jaar lang in rituele afkeer van Trump, zowel van zijn daden als van zijn doen.
Maar zal het werkelijk zoveel uitmaken, Biden of Trump? Voor Nederland, de buurlanden, de bondgenoten in de NAVO en de andere deelgenoten in de Europese Unie verandert er zeker wel wat, maar niet al te veel. En ook niet alles ten gunste.
Het meest paradoxale effect zal de opvolging van Trump hebben op de Europese eenwording en de rol van Frankrijk daarbij. De huidige Franse president Emmanuel Macron had aanvankelijk best een aardige relatie met Trump – in ieder geval stukken beter dan de Duitse bondskanselier Angela Merkel, die werkelijk geen enkele chemie had met Trump. Trump, hoewel van Duitse afkomst, bleek weinig met Duitsland te hebben, vond Duitsland laks met geld uittrekken voor defensie, zag de Duitse industrie als een oneerlijke rivaal en boycotte de Duits-Russische gaspijp Nordstream II zodanig, dat de aanleg moest worden stilgelegd.
Maar ook de koketterie tussen Trump en Macron liep uiteindelijk op niets uit. Toch hield Macron nog wel iets over aan het horkerige optreden van Trump jegens NAVO-partners en EU-landen, tegen Merkel in het bijzonder.
Kort samengevat: Trump dreef Merkel in de armen van Macron. Met als gevolg dat het regeerakkoord van Merkels huidige kabinet zelfs voor Duitse begrippen extreem pro-Frans en pro-Europees is. Merkel ging uiteindelijk mee in vrijwel alle Franse wensen voor meer Europa, inclusief (feitelijke) eurobonds en Europese ‘industriële kampioenen’ op zijn Frans, waarbij de bestaande Europese competitieregels met voeten worden getreden. De Europese transferunie werd mede tegen dat decor een feit, misschien niet toevallig in de Trump-jaren.
Trumps optreden droeg er dus toe bij dat de landen van de Europese Unie de richting van Meer Europa werden ingedreven, zeker ook op het vlak van defensie. Trump eiste – met enig succes – van nalatige NAVO-landen als Nederland en Duitsland dat ze hun jaarlijkse defensie-uitgaven zouden optrekken tot de in 2014 overeengekomen 2 procent van het nationaal inkomen.
Maar Trump zei ook zo vaak dat de NAVO zichzelf heeft overleefd, dat Merkel in 2017 concludeerde dat er niet meer op de Verenigde Staten te bouwen viel. Ook daarvoor ging in Parijs – en in Brussel – de vlag uit, want dat biedt nieuwe kansen voor een Europese defensie – bij voorkeur onder Franse leiding, met betaling door anderen – iets waar de Fransen al eindeloos voor pleiten.
De Amerikanen mogen vanaf het eind van de jaren veertig – te beginnen met de Marshallhulp – de grondslag hebben gelegd voor de Europese integratie, maar vanaf het begin van de jaren zestig verzwakte de Amerikaanse belangstelling voor dat proces. Eerst trok de Vietnamoorlog alle aandacht weg, vanaf 1989 kwam er een eind aan de Koude Oorlog die de basis vormde voor zowel EU als NAVO.
De Amerikaanse aandacht verschoof bovendien van de Atlantische Oceaan naar de Stille Oceaan, waar China de hegemonie opeiste. Donald Trump was bepaald niet de eerste Amerikaanse president die maar matig geïnteresseerd was in de relatie met Europa. George Bush jr. dreef in 2003 zelfs doelbewust EU-landen uit elkaar, omdat Frankrijk en Duitsland hem niet volgden bij de invasie in Irak.
Trump stelde zich dan wel als eerste Amerikaanse president openlijk agressief op tegen de EU en was ook de eerste Amerikaanse president die zich honend uitliet over de NAVO, maar hij past wel degelijk in een trend. En Joe Biden is een typische vertegenwoordiger van de Amerikaanse multilaterale traditie, maar hij zal echt niet alles anders doen dan Trump.
Trump stapte tot leedwezen van de EU uit de deal met Iran, Trump stapte uit het door de EU omarmde klimaatakkoord van Parijs, Trump legde sancties op aan Europese producten, Trump legde de Wereldhandelsorganisaties WTO lam, Trump stapte vanwege Corona uit de Wereldgezondheidsorganisatie WHO. Veel daarvan zal Biden terugdraaien, te beginnen met het klimaatakkoord van Parijs.
Biden zal ook een stuk aardiger zijn voor de westerse relaties, voor de Europese Unie en voor Duitsland en Angela Merkel – dan wel haar opvolger – in het bijzonder. Maar Biden zal zich in het kielzog van Trump hard opstellen tegen China. Te hopen valt dat hij zal proberen – meer dan Trump – de Europese Unie te interesseren voor een gezamenlijk geopolitiek optreden tegen China, de dictatuur die tot dusver weinig te duchten had van Europa bij het uitrollen van zijn economische en militaire macht in de wereld.
Biden zal ook, net als Trump, van de Europese NAVO-partners eisen dat ze meer geld uittrekken voor hun defensie. Zoals Biden, wederom met wat meer omzichtigheid dan Trump, de belangen van het Amerikaanse bedrijfsleven zal benadrukken. Het protectionisme is met Trump heus niet weg uit Washington.
Bovendien is de beweging die Trump groot maakte niet weg, zoals de presidentsverkiezingen ten overvloede duidelijk hebben gemaakt. De Republikeinen hebben nog steeds – zoals het zich laat aanzien – een leidende rol in de Senaat, en ook in die zin verandert er niet veel.
Er is bovendien alle reden tot zorg over de Amerikaanse identity politics, die in wezen Trump aan de macht brachten. De Democratische partij maakte zich onder Hillary Clinton spreekbuis van de op Amerikaanse universiteiten gegroeide, zowel extreemlinkse als racistische beweging die (raciale) minderheden collectief als slachtoffer voorstelt en blanken, mannen in het bijzonder, als dader. In reactie daarop stemden veel blanke arbeiders vier jaar geleden – net als nu – op Trump.
Biden mag zelf relatief gematigd zijn op het vlak van de identity politics, maar zijn partij leunt wel in belangrijke mate op activistische politici van het soort van Alexandria Ocasio-Cortez, lid van het Huis van Afgevaardigden, die de komende jaren met kracht van zich zullen laten horen. Zoals veel Amerikaanse tendensen op enige moment de oceaan oversteken – zoals ook met Black Lives Matter het geval bleek – ligt het in de rede dat ook in dit opzicht de winst van Biden zich in West-Europa zal laten voelen.
Voor de ijveraars voor Meer Europa in zowel Parijs als Brussel is het ondertussen een dubbel gevoel. Macron moet aan de ene kant blij zijn dat er een Amerikaanse president aantreedt die onder meer aan ‘zijn’ Parijse klimaatverdrag gaat deelnemen. Aan de andere kant was Trump door zijn aversie jegens de EU juist een aanjager van meer Europese integratie, ook op het gebied van defensie – precies zoals Macron dat graag zag.
In Duitsland leidt dat nu al tot tegengestelde reacties. In de CDU van Merkel wordt gehoopt op een vruchtbare relatie met Biden, waardoor de defensiesamenwerking met de VS weer tot bloei kan komen. Maar de Groenen – groot in Duitsland – voelen daar bijvoorbeeld helemaal niet voor: die willen juist afstand houden van de VS en zij willen het momentum voor ‘Europese souvereiniteit’ op het gebied van defensie blijven koesteren. Datzelfde zegt trouwens een gedreven eurofiel de Belgische liberaal Guy Verhofstadt, lid van het Europees parlement.
Een recent onderzoek van instituut Clingendael maakt aannemelijk, dat de Nederlanders in het Trump-tijdperk minder positief over de Verenigde Staten en positiever over nauwe samenwerking met Frankrijk en Duitsland zijn gaan denken. Dat is ook daarom opmerkelijk, omdat de Tweede Kamer de laatste paar jaar in meerderheid zich juist kritischer is gaan opstellen tegen Meer Europa.
Onderzoek onder 23.000 Nederlandse geïnterviewden wees uit dat 72 procent nu meer samenwerking wil met Frankrijk en Duitsland en dat slechts 10 procent (veelal aanhang van PVV, Forum voor Democratie of SGP) minder nauwe betrekkingen met die landen wil. Een grote meerderheid is voor meer defensiesamenwerking in Europa. En niet minder dan 29 procent ziet de Verenigde Staten – toch de belangrijkste bondgenoot – als een bedreiging en nog eens 36 procent heeft daar geen oordeel over.
Nederlanders zijn dus behoorlijk pro-EU en behoorlijk anti-Amerikaans geworden, zij het niet noodzakelijkerwijs in die volgorde. Het is uiteraard ongewis of het presidentschap van Joe Biden – want die kant lijkt het toch op te gaan – die ontwikkeling gaat keren.
Deze column verscheen eerder op Wynia’s Week.